Hoe Noord-Nederland calvinistisch werd

Recensie van Harm Veldman, Menso Alting 1541-1612. Hervormer van Noord-Nederland en Emden. Werkman, Groningen; 123 blz.

twee sterren


omslag menso altingDe schrijver

Harm Veldman (1942) gaf jarenlang geschiedenis aan het Gomarus College in Groningen en schreef De fakkel van het Woord, een serie kerkhistorische lesboeken voor het gereformeerde voortgezet onderwijs. In 2009 promoveerde hij in Kampen op een standaardwerk over het leven van Hendrik de Cock, die fameuze dominee uit Ulrum die zich in 1834 afscheidde van de hervormde kerk.

En hoewel u Veldman ook kunt boeken voor lezingen over algemeen-reformatorische onderwerpen als de geschiedenis van de vrouw naast het ambt, heeft hij zich vooral toegelegd op de kerkhistorie van Noord-Nederland, met titels als De beeldenstorm in Groningen (1990) en 150 jaar gereformeerde school Enumatil (2012).

De thematiek

Menso Alting is de man die rond 1600 Noord-Nederland heeft gecalviniseerd. Want pas toen het noorden stad voor stad veroverd was op de Spanjaarden, kon de hervorming van de kerk beginnen. Niet elke voormalige rooms-katholieke pastoor was immers bereid of geschikt om de gereformeerde theologie uit te dragen en ook onder hervormde predikanten bleek drankzucht voor te komen.

Stadhouder Willem Lodewijk was dus op zoek naar iemand die reformatorische orde op zaken kon stellen en Menso Alting was daarvoor de ideale kandidaat. Hij was geboren in Eelde in een geslacht van bestuurders, was – tot groot verdriet van zijn roomse moeder – als student theologie overgegaan tot de ‘nieuwe leer’ en had in Heidelberg gestudeerd. En hij had inmiddels carrière gemaakt als belangrijkste kerkleider van Emden, het gedroomde ‘Genève van het Noorden’, waar zoveel Nederlandse ketters op de vlucht voor Alva asiel hadden gevonden.

Altings aanpak had succes: tot ver in de 19e eeuw behoorde de overgrote meerderheid van de Noord-Nederlandse bevolking tot de hervormde kerk. Zo’n prestatie verdient inderdaad een biografie.

Opvallendste stelling

Veldman is bepaald geen onpartijdig historicus. De bijna drie maanden in 1578 dat Alting in Emden disputeerde met de dopers en luthersen over de ware godsdienst, vindt hij ‘wat te veel van het goede’. De ervaring leerde immers dat vooral die vermaledijde dopers alleen maar ‘stouter’ werden bij elk debat. Maar voor Alting (en Veldman) stond zowel de kerkelijke als de maatschappelijke orde op het spel bij de theologische vraag of Christus nu wel of niet een lichamelijke zoon van Maria was.

Verleidelijkste zin

Alle theologische debatten ten spijt: de mooiste zin gaat over hoe de nog jonge predikant de 21-jarige Maria Bischof per brief het hof maakt. “Daarin stelt Menso dat hij een vrouw wenst die de gevolgen van haar gereformeerde geloofskeuze volkomen serieus moet nemen, inclusief de vervolgingen en ontberingen”. Het aanzoek bleek onweerstaanbaar.

Redenen om dit boek niet te lezen

Als biografie is het boekje mager. Het blijft te vaak gissen naar Altings beweegredenen en ook zijn persoonlijkheid is schimmig. Goed, zijn plichtsbesef en dienstbaarheid ‘aan de doorwerking van het heil van God in Christus’ zijn volgens Veldman ook nu nog voorbeeldig.

Maar verder? Was Alting een ambitieus theocraat? Een meedogenloze hervormer? Religieuze zuiveraar? Steile gelijkhebber? Flexibel pragmaticus? Behoedzaam strateeg? Bruggenbouwer? Wat vonden zijn tegenstanders van hem? Zijn slachtoffers? Wat voor mens rijst op uit al die keurig genotuleerde disputen uit 1578, die Veldman toch onder ogen moet hebben gehad?

Redenen om dit boek wel te lezen

Veldman maakt duidelijk welke voeten het in aarde had om de noordelijkste Nederlanden in de 80-jarige oorlog kerkelijk zelfstandig te maken. We krijgen een indruk van hoe het calvinisme dankzij een ervaren bestuurder als Alting niet alleen de ‘papen’, maar ook alle concurrerende protestantse groeperingen in de marge wist te houden. Of dat inderdaad zo’n grote verdienste is als Veldman vindt, zal van uw gezindte afhangen.

Het lezen waard zijn verder de hoofdstukken over het belang van het Oost-Friese Emden voor de Nederlandse geschiedenis. Een heerlijk kluifje tot slot is de complete tekst (in 16e eeuws platduuts) van een avondmaalsgedicht dat Alting in 1589 opdroeg aan graaf Edzard II van Emden. Die het gebruik ervan verbood. Veel te calvinistisch, vond de lutherse graaf.


EEN GEREDIGEERDE VERSIE VAN DEZE RECENSIE VERSCHEEN OP 4 JUNI 2014 INlogo Trouw