Bezeten van de Franse Revolutie

Recensie van Luc Van den Broeck en Sarah De Grauwe, De amazone van de Franse Revolutie. Het verhaal van Théroigne de Méricourt. Vrijdag, 264 blz.


Volgens meesterbiograaf Stefan Zweig was ze een hysterische karikatuur van Jeanne d’Arc, Charles Baudelaire noemde haar een minnares van het bloedbad en Alexander Dumas achtte haar schuldig aan de moord op een journalist. Ook in haar eigen tijd, in de Franse Revolutie, kreeg Anne-Josèphe Théroigne (1762-1817) er al van langs: ze werd in de pers afgeschilderd als een sloerie, op straat afgeranseld door jakobijnse tricoteuses en ook haar meeste (mannelijke) medepatriotten vonden haar ideeën over gelijke rechten voor vrouwen maar belachelijk. Lees verder

‘Was ik maar nooit naar Frankrijk teruggekeerd!’

Recensie van Joris Verbeurgt, Weldra zal ik onder de guillotine liggen. Grace Elliott – ooggetuige van de Franse Revolutie. Vrijdag, 256 blz.


Kaft ElliottDe Schotse advocatendochter Grace Dalrymple Elliott (1754-1823) zou het niet slecht doen in een historische avonturenroman van de Golons, u weet wel, van die ontembare Angélique, die furore maakte aan het hof van de Zonnekoning. Grace is opvallend mooi, kan geestig converseren en wordt op haar 17e uitgehuwelijkt aan een schatrijke, twintig jarig oudere Londense society-arts. Drie jaar later sneuvelt het huwelijk na een scandaleuze affaire met een knappe, eveneens getrouwde burggraaf en ligt Grace’ reputatie aan flarden – haar geliefde moet van de rechter de bedrogen dokter het gigantische bedrag van 12.000 pond betalen bij wijze van ‘morele schadevergoeding’ en zelfs haar familie wil niets meer van haar weten.

Waarop ze een riante carrière begint als professioneel maîtresse van onder meer een jongere broer van de Franse koning en, terug in Engeland, de Engelse kroonprins en vader (hij ontkent) van haar dochter. Lees verder