Weerbaarheid is het zusje van kwetsbaarheid

Interview met filosofe Svenja Flasspöhler, schrijfster van ‘Sensibel. Over de grenzen van de menselijke gevoeligheid.’ Uit het Duits vertaald door Albert Bodde. Ten Have, 223 blz.


Wij eenentwintigste-eeuwers zijn gevoelige zielen. We leven intens mee met de slachtoffers van de oorlog in Oekraïne en The Voice, eten steeds vaker vegetarisch en vinden lijfstraffen barbaars – iets waar een Middeleeuwse ridder nooit opgekomen zou zijn. Tegelijkertijd zijn de wachtlijsten in de geestelijke gezondheidzorg schrikbarend lang en grijpen we gevaarlijk vaak naar de pijnstillers en antidepressiva. Of blijk je ineens iemand vol op de tenen te stampen met een kinderfeestje of woord dat nog volkomen normaal was in je jeugd, toen je nog op het schoolplein leerde dat schelden geen zeer deed. En was het nou wel of juist niet gendervriendelijk om Marga Minco een schrijfster en geen schrijver te noemen? Hoe moet, nee, hoe màg je het ‘N-woord’ in een roman van James Baldwin vertalen? En waarom krijgen we tegenwoordig toch zo’n ruzie over dergelijke zaken? Lees verder

Arabisch leren om de islam te bestrijden

Jan Papy en Joris Tulkens, In de ban van Mohammed. Nicolas Cleynaerts’ bieven uit de Arabische wereld. Sterck & De Vreese, 400 blz.

Twee sterren


De schrijvers

De Vlaamse theoloog en humanist Nicolas Cleynaerts (1493-1542) was tot de negentiende eeuw befaamd om de leerboeken waarmee hij vele generaties theologen snel Grieks, Latijn en Hebreeuws bijbracht. Ook zijn brieven over zijn verblijf in Spanje, Portugal en Marokko zijn na zijn dood nog verschillende keren uitgegeven. De huidige, wetenschappelijke vertaling van nu alle 61 bewaard gebleven brieven is van Jan Papy, hoogleraar Latijn in Leuven, en mede-classicus Joris Tulkens. Van Tulkens verscheen in 1993 een historische roman over Cleynaerts’ leven verscheen, ook al onder de titel ‘In de ban van Mohammed’. Lees verder

De vroedvrouw verloste ook de taal

Recensie van Sverker Johansson, De oorsprong van taal. Waar, wanneer en waarom de mens begon met praten. Uit het Zweeds vertaald door Lucy Pijttersen en Marit Kramer. Meulenhoff, 416 blz.


Bakerpraatjes. Het is een ander woord voor het onzinnige geklets waarom ouderwetse, ondeugdelijk geschoolde kraamverpleegsters vroeger kennelijk bekend stonden. Toch zou het, zo stelt de Zweedse multigeleerde Sverker Johansson (1961), waarschijnlijk nooit wat met de mensheid zijn geworden als onze verre voormoeders van de inmiddels uitgestorven mensensoort Homo Erectus elkaar zo’n 1,8 miljoen jaar geleden niet waren gaan helpen bij de steeds zwaardere bevalling. Omdat de kraamvrouwen het niet meer alleen af konden, nu hun bekkens zoveel smaller en de hoofdjes van de baby’s zoveel groter waren geworden. Volgens Johansson is het heel goed denkbaar dat die hulpvaardigheid en dat vertrouwen in elkaar de bakermat van onze taal is geweest. Lees verder

Dooddoeners: nietszeggend of juist filosofisch?

Interview met Ignaas Devisch (1970) en Jean Paul Van Bendegem (1953), Vlaamse filosofen en schrijvers van ‘Doordenken over dooddoeners’. Polis, 240 blz.


Van Bendegem: “De functie van dooddoeners zoals ‘Het een is het een, het ander is het ander’ of ‘Het is overal iets’ is vaak om een gesprek af te ronden, waarbij het vooral de bedoeling is om niet te vragen wat men daar precies mee bedoelt. Dat heeft een soort van nietszeggendheid over zich en in dit boek hebben wij geprobeerd de filosofische diepgang te onderzoeken die ook in dooddoeners zit.” Lees verder

IJselijk amusante taalgrillen

Recensie van zes recente boekjes over leuke en ergerlijke taal


Taal. Het blijft een wonderlijk verschijnsel. Je kunt er van alles mee uitdrukken, maar er ook vreselijk mee miskleunen. Taal brengt mensen samen: een ultrakort ‘ja’ volstaat al om twee levens voorgoed aaneen te smeden. Maar via je taal kun je ook anderen buitensluiten – zoals mijn ouders vroeger Frans gingen praten als ze het onderwerp niet geschikt vonden voor kinderoren.

Taal en identiteit, ook zoiets. Het Nederlands is misschien wel het enige dat we in dit land echt gemeenschappelijk hebben, dus wee degene die er slordig mee omspringt: wie zijn d’s en t’s niet beheerst of met Engelse woorden strooit, wordt al gauw dom of arrogant gevonden. Maar ook voor wie het verschil tussen ‘de’ en ‘het’, ‘dat’ en ‘wat’ en ‘hun’ en ‘hen’ feilloos beheerst, kan de Nederlandse taallogica nog knap bizar zijn. Het heeft ook dit jaar weer geleid tot een stapeltje vrolijke boekjes over taal, die tegenwoordig vooral door vrouwen blijken te worden geschreven. Lees verder