Je irriteren aan taalfouten is moeilijker als je denkt

Recensie van Marten van der Meulen, Het geheime leven van taalfouten. (Hoe ze ontstaan en waarom ze standhouden). Sterck & De Vreese, 350 blz.


We kunnen ons er flink aan irriteren, neem me niet kwalijk, ik bedoel natuurlijk: ergeren. Aan taalfouten. Groter als, een boek wat, hun hebben, het meisje die. De taal verloedert erop los en aan de meeste taalgeleerden hebt (heeft?) u in dit opzicht helendal niks (herstel: niets). Die claimen (sorry: beweren) namelijk dat levende talen nu eenmaal veranderen en dat de taalwetenschap ertoe dient (om?) die veranderingen te beschrijven en te verklaren, maar niet om ze te beoordelen. Het fluitje van de taalpolitie laten ze liever over aan onderwijzers en redacteuren. En wie even niet meer weet hoe het zat met wat en wat, raadplege een taaladviesboek of de website van Onze Taal of de Taalunie. Lees verder

De taalfout van nu is de regel van straks

Interview met Nicoline van der Sijs, hoogleraar historische taalkunde en schrijfster van 15 eeuwen Nederlandse taal (2019).


Noem het onnozel, maar als je het huis van een hoogleraar historische taalkunde binnenstapt, dan verwacht je toch een aantal afgeladen boekenkasten, met oude, bijzondere banden, waaronder wie weet zelfs een zeldzaam, laatmiddeleeuws handschrift. Maar in de lichte woonkamer van Nicoline van der Sijs is nauwelijks een boek of tijdschrift te bekennen. Zou dus zelfs een bevlogen taalgeleerde thuis behoefte hebben aan een letterloze plek, waar ze even niet aan haar vak wordt herinnerd? Alweer mis. De bronnen waaruit Van der Sijs put, nemen weinig ruimte meer in, die zijn inmiddels gedigitaliseerd. Mede dankzij het vrijwilligerswerk van ook een aantal Trouw-lezers. Lees verder

IJselijk amusante taalgrillen

Recensie van zes recente boekjes over leuke en ergerlijke taal


Taal. Het blijft een wonderlijk verschijnsel. Je kunt er van alles mee uitdrukken, maar er ook vreselijk mee miskleunen. Taal brengt mensen samen: een ultrakort ‘ja’ volstaat al om twee levens voorgoed aaneen te smeden. Maar via je taal kun je ook anderen buitensluiten – zoals mijn ouders vroeger Frans gingen praten als ze het onderwerp niet geschikt vonden voor kinderoren.

Taal en identiteit, ook zoiets. Het Nederlands is misschien wel het enige dat we in dit land echt gemeenschappelijk hebben, dus wee degene die er slordig mee omspringt: wie zijn d’s en t’s niet beheerst of met Engelse woorden strooit, wordt al gauw dom of arrogant gevonden. Maar ook voor wie het verschil tussen ‘de’ en ‘het’, ‘dat’ en ‘wat’ en ‘hun’ en ‘hen’ feilloos beheerst, kan de Nederlandse taallogica nog knap bizar zijn. Het heeft ook dit jaar weer geleid tot een stapeltje vrolijke boekjes over taal, die tegenwoordig vooral door vrouwen blijken te worden geschreven. Lees verder