Welkom in de Game

Interview met Alessandro Baricco, schrijver van ‘The Game’.


Kaft BariccoMiddeleeuwen, Verlichting, Romantiek… We mogen de geschiedenis graag indelen in tijdperken, met elk hun eigen, typische manier van denken. Volgens de Italiaanse literator en filosoof Alessandro Baricco (1958) zijn we in deze digitale tijden inmiddels aanbeland in het tijdperk van het Spel, in goed hedendaags ‘de Game’. En daarmee bedoelt hij niet dat we manipulatieve spelletjes met elkaar aan het spelen zijn. Integendeel: de Game is volgens Baricco op dit moment de best denkbare beschaving en een overwinning op de gruwelen van de 20ste eeuw – zoals de Verlichting een grote verbetering was ten opzichte van de (donkere) Middeleeuwen. De omwenteling begon al in 1978 met een simpel, nu bijna vergeten computerspelletje: Space Invaders.

Vertel: wat is de Game?

“De Game is de naam die ik aan de huidige beschaving heb gegeven. Ik heb die naam gekozen, omdat de meeste apparaten van dit tijdperk zijn voortgekomen uit de logica en het mentale ontwerp van videogames. De pioniers van de digitale revolutie vonden spelletjes uit, dat was hun manier om te experimenteren met de mogelijkheden van computers. De genetische code van die videospelletjes heeft de digitale beschaving bepaald, vandaar mijn naam daarvoor: de Game.”

Grappig: dus onze huidige beschaving begon als een videospelletje?

“Ja, al wil dat niet zeggen dat het een vermakelijke, speelse wereld is; het betekent dat er gebruik gemaakt wordt van de logica van een videogame. Zo was de iPhone revolutionair omdat hij leuk was, omdat het een game was. Een telefoon was vroeger nuttig, maar niet leuk. U zult het zich herinneren: zo’n krakende draaischijf was niet grappig, die was niet om plezier van te hebben. Maar een smartphone is leuk, dat is net een spel. Je moet je moeder bellen en dat bericht komt op je af als een marsmannetje dat je moet doodschieten. Een probleem is als een spel, waarvoor je en gemakkelijke en leuke oplossing moet vinden, zoals je deed toen je nog een kind was. Zo stond Steve Jobs ook op het podium, toen hij in 2007 de iPhone presenteerde: hij loste problemen op en had de grootste lol. Dat is typisch voor de Game.”

U noemt in uw boek de Game ook een ‘beloofd land’, een ‘vaderland voor iedereen’. Dat klinkt paradijselijk.

“Ik denk dat de westerse mens inderdaad op reis is gegaan om de gruwelen van de 20ste eeuwse beschaving achter zich te laten.” Het is volgens Baricco geen toeval dat de digitale revolutie indertijd begon in Californië, waar informatica-ingenieurs, hippies, politieke militanten en geniale nerds zich samen ergerden aan de wereld zoals die was en een andere wereld wilden: “Ze zagen een soort beloofd land voor zich. Zoals ieder beloofd land was dat nogal vaag en we wisten niet hoe lang of moeilijk de reis ernaartoe zou zijn. Uiteindelijk hebben we de Game gevonden. Het is niet het paradijs, maar het komt wel dicht in de buurt van wat we zochten.”

De Game, stelt u, is uitgesproken vreedzaam: binnen de Game kan een 20ste eeuwse ramp als de Holocaust zich nooit meer herhalen. Weet u dat zeker?

“Ja. We kunnen nog steeds rampen veroorzaken, maar niet meer op die manier. We kunnen Auschwitz opnieuw laten plaatsvinden, maar in de Game kan dat niet zonder dat de wereld het weet. We kunnen nog steeds duivelse wapens uitvinden, maar dat kan niet meer in een geheime kamer, zoals indertijd met de Amerikaanse atoombom. Dat maakt heel veel uit. Het was typisch voor de 20ste eeuw dat niemand iets wist en dat een kleine elite voor iedereen over alles besliste. In de Game kan dat niet meer.”

“Een voorbeeld: mijn opa heeft in de Eerste Wereldoorlog tegen de Oostenrijkers gevochten. Hij was 19 en vrijwilliger. Waarom? Omdat hij heel weinig informatie had. En de informatie die hij had, was heel anders dan wat een 19-jarige Oostenrijker wist. Met de Game hebben we besloten dat dat niet meer kan, we hebben het geaccepteerd dat er tegenwoordig een enorme hoeveelheid informatie op een jongen van 19 afkomt. Omdat mijn zoon van 21 over heel veel verschillende gezichtspunten beschikt, wordt het heel moeilijk hem ervan te overtuigen om te gaan vechten. Dat laat zien dat de Game is ontworpen om de kans op oorlog op een zo groot mogelijke afstand te houden. Wat dat betreft leven we nu echt in een betere wereld.”

“Een ander voorbeeld: de Game is zo gemaakt dat iedereen nieuws en nieuwsberichten kan maken: ik kan een filmpje maken van een agent die een zwarte man in elkaar slaat en dat via internet verspreiden. In 1935 bestond dat niet. Je had alleen het bioscoopjournaal en als je zag dat een agent een zwarte man in elkaar sloeg, kon je dat aan drie andere mensen vertellen, maar daar bleef het dan bij.”

En hoewel de Game aldus een heel efficiënt systeem tegen oorlog is, maakt Baricco zich zeker ook zorgen over de toekomst. Want de Game kent ook een massa-egoïstische onderbuik en ondanks alle aanvankelijke idealisme is de kloof tussen rijk en arm groter dan ooit. Ook zijn er inmiddels gigantische, monopolistische machtsconcentraties ontstaan, al wil Baricco het orwelliaanse gevaar daarvan nu ook weer niet overschatten, vergeleken met de tijd dat er nog maar één tv-journaal was: in een wereld waarin Google bestaat, is het monopolie van Google niet zo heel gevaarlijk, stelt hij.

En het is waar, binnen de glibberige dynamiek van de Game kunnen ook razendsnel gevaarlijke ‘snelwaarheden’ ontstaan die op vrijwel niets of op verzonnen feiten zijn gebaseerd. Maar een weg terug? Die is er niet, ook omdat we ons ‘instinctief herinneren’ dat juist het onwrikbare geloof in waarheid en feiten het drama van de 20ste eeuw heeft veroorzaakt. Per saldo is Baricco er dan ook van overtuigd “dat we er goed aan hebben gedaan toen we voor deze beschaving kozen. We hebben de Game geniaal en met heel veel talent gebouwd.”

U zegt steeds ‘we’?

“Ja, wij! Er was een aantal pioniers, de uitvinders, die het als eersten doorhadden, maar wij zijn er meteen achteraan gegaan toen ze de PC uitvonden, die uitdaging gingen we graag aan en zo hebben ook wij meegewerkt aan de Game. Ieder van ons bouwt er elke dag aan mee. En doordat we de instrumenten gebruiken, veranderen we ze ook, het zijn echt collectieve instrumenten.”

Hoe ziet u dan de weerstand die sommige mensen nog altijd tegen de digitalisering voelen?

“Het sterft uit, maar er is inderdaad nog steeds een bepaalde verzet.” En dat vindt Baricco jammer, ook omdat hij juist binnen de Game een heel sterk verlangen naar echtheid en menselijkheid signaleert: “Het zijn juist degenen die zonder weerstand voor de Game hebben gekozen, die de meeste waarde hechten aan het menselijke. Bij elke stap die we naar de machines zetten, zetten we namelijk ook een stap de andere kant op, naar het menselijke en het natuurlijke.

Bij jongeren is dat heel duidelijk. Ze gebruiken de devices het meest en ze zijn de eersten die allemaal vegetariër worden, de eersten die schreeuwen dat de planeet het belangrijkste is. Terwijl de intellectuelen die nu heel erg moeilijk doen en de machines demoniseren, juist van de generatie zijn die zonder een spier te vertrekken de planeet heeft verwoest.”

Een centraal begrip in de Game is de postervaring. Wat bedoelt u daarmee?

“Een ervaring is het moment dat je kern van iets kunt grijpen, dat je voelt dat je leeft. Een vakantie, een reis, een geweldige ervaring waarvan je zegt: echt wat geleerd. Dat is waar we allemaal naar verlangen. Als je in de 20ste eeuw zo’n ervaring wilde opdoen, moest je de diepte in; ik ben in die eeuw opgegroeid, ik ken die techniek goed. De Game heeft die route naar de ervaring totaal veranderd. En dat noemen we postervaring.”

Baricco omschrijft de postervaring nogal cryptisch als ‘een beweging, een spoor, een doortocht’ waarin je ervan profiteert dat iemand de essentie der dingen voor je heeft opgediept en aan de oppervlakte van de wereld heeft gebracht en dat ze die essentiële elementen op jouw console hebben gezet. Je kunt ze heel basaal gebruiken om een tafel in een restaurant te reserveren of naar YouTube-filmpjes te kijken. Maar er is ook een nieuwe, creatieve elite ontstaan, die in staat is al die elementen te bewerken en eindeloos met elkaar te kruisen en te verbinden en zo tot een nieuwe, heuse vibratie kan komen: de postervaring.

U bedoelt dat de nieuwe mens oppervlakkig is geworden?

“Diepte is een plaats die niet echt bestaat. Het is een begrip dat typisch is voor de Romantiek. In het oude Griekenland bestond het woord diepgang niet. Bij Homerus, in de Odyssee en de Ilias, vind je geen diepgang, niets. In die heldenwereld ging het alleen maar om wat je kon zien, dat was alles. Er was geen wereldgeheim, geen ervaring van diepgang.

Ook in de Middeleeuwen bestond het niet: de weg van de mens ging niet naar beneden maar omhoog, daar zetelde het goddelijke, beneden zat de duivel. Diepgang is een historische categorie die in de geschiedenis van de mensheid maar heel kort gebruikt is, sinds de Romantiek tot aan het einde van de 20ste eeuw. In de Game bestaat geen diepgang meer. En dus ook geen oppervlakkigheid.”

U besluit uw boek met de stelling dat de Game niet moet terugkeren naar het humanisme, maar dat het humanisme tot de Game moet toetreden, dat de Game geschikt gemaakt moet worden voor mensen. Kunt u dat toelichten?

“Historisch gezien is de Game het product van wetenschappers, voor de overgrote meerderheid ingenieurs: wiskundigen, natuurkundigen, economen, bestuurskundigen. En dat is te merken: alles wat door ingenieurs is gemaakt, is een beetje vreemd.

Er moet een nieuw evenwicht worden gevonden, bijvoorbeeld met de intelligentie van humanisten, die inbreng hebben we heel hard nodig. Maar wel met een modern, eigentijds, hedendaags humanisme. De humanisten staan vaak buiten de Game en wachten tot de Game naar hen toe komt. Maar het zou juist andersom moeten zijn: het humanisme moet uit zichzelf treden en in de Game stappen. Dat is wat ik doe en wat de studenten aan mijn schrijfinstituut Scuola Holden in Turijn proberen te doen. Want de Game is echt een beter systeem, een betere manier om op de wereld te zijn.”


Wie is Alessandro Baricco?

Alessandro Baricco (Turijn, 1958) schreef diverse bekroonde romans en novellen, waaronder ‘Oceaan van een zee’, ‘Land van glas’ en ‘Zijde’ en het toneelstuk ‘Novecento’. In 2010 verscheen de Nederlandse vertaling van ‘De barbaren’ uit 2006, waarin hij de voordelen bezingt van onze huidige oppervlakkige cultuur en van het verlies aan culturele elite. ‘The Game’ is hier het vervolg op – Tanny Dobbelaar besprak het voor u op 22 mei in een driesterrenrecensie op de pagina’s van Religie & Filosofie.


Alessandro Baricco, The Game. Uit het Italiaans vertaald door Manon Smits. De Bezige Bij, 335 blz.


EEN GEREDIGEERDE VERSIE VAN DIT INTERVIEW VERSCHEEN OP 22 JUNI 2019 IN

logo Trouw