Iconische godshuizen

Bespreking van Oskar Verkaaik, Gods huis in de steigers. Religieuze gebouwen in ontwikkeling. Met bijdragen van Daan Beekers en Pooyan Tamimi Arab. Amsterdam University Press, 269 blz.


Kerken herken je aan klokkentorens en kruisen, moskeeën aan minaretten en koepels en synagogen aan davidsterren en hoefijzerboogjes. Zo wil althans het traditionele beeld sinds we hier godsdienstvrijheid hebben, want voor die tijd schuilden niet-gereformeerden in veelal architectonisch neutrale onderkomens, die vooral geen aanstoot mochten geven.

Maar sinds de grondwet van 1848 verrezen er neogotische katholieke kerken met hoge, fiere torens en synagogen in de oriëntaalse stijl uit Andalusië – de 19e eeuw zag nog niet zo’n onderscheid tussen Joods en Moors. Lees verder

Wereldvreemde boekhoudster barmhartig opgedweild

Recensie van GAIL HONEYMAN, ‘IK BEN ELEANOR OLIPHANT (MET MIJ GAAT ALLES GOED)’. Uit het Engels vertaald door Hien Montijn. Cargo, 398 blz.


Kaft HoneymanDe 30-jarige boekhoudster Eleanor Oliphant leidt een ongekend geregeld leven. Ze heeft zich de afgelopen negen jaar nog geen dag ziek gemeld, tussen de middag maakt ze in een hoekje van de personeelskamer de puzzels uit de krant en iedere woensdagavond belt ze een kwartier met haar moeder. Voorts koopt ze elke vrijdagmiddag twee grote flessen wodka, die ze gedoseerd over het weekend naar binnen giet. En afgezien van de meteropnemer en twee maal per jaar alweer een andere maatschappelijk werkster komt er niemand bij haar over de vloer. Nee, met Eleanor Oliphant gaat alles prima. Heus. Ook als haar moeder haar wekelijks de grond in trapt en ze op kantoor gepest wordt met de Harry Potter-littekens in haar gezicht. Lees verder

De diepgang van een lul

Recensie van EMILY WITT, ‘FUTURE SEX. LIEFDE IN TIJDEN VAN DIGITALISERING’. Met een voorwoord van Simone van Saarloos. Uit het Amerikaans vertaald door Hien Montijn. Amsterdam University Press. 215 blz.


kaft Witt Future sexDe Amerikaanse journaliste Emily Witt (1981) is drieëndertig als ze zorgelijk beseft dat de rijtjes verliefd-verloofd-getrouwd en huisje-boompje-beestje er voor haar hoogstwaarschijnlijk niet in zitten. Niet dat ze geen mannen trekt: ze heeft al eens vaste verkering gehad en ook als alleenstaande scharrelt ze regelmatig met vriendjes met wie ze ‘niets’ heeft, behalve lekkere seks. Maar gelukkig is ze niet. Ligt het aan haar? Stelt ze te hoge eisen? Valt ze op de foute mannen, fladderaars met bindingsangst? Of is er iets structureels mis met het monogame huwelijk als levensbestemming? Is het ideaal van trouw tot in de dood nog wel van deze tijd? En hoe staat het in deze digitale dagen eigenlijk met de indertijd beloofde vrije liefde, ook voor vrouwen? Bepaalt sletvrees nog steeds ons seksleven? In ‘Future sex’ zoekt Witt het allemaal schaamhaarfijn en aan den lijve voor ons uit. Lees verder