Recensie van Arenda Haasnoot, Neem je plaats in. In de tussentijd van kerk en koninkrijk (2011). Ark media, 136 blz.
De schrijfster
Arenda Haasnoot (Katwijk aan Zee, 1973) komt uit een gewoon gereformeerd gezin en ging als kind elke week mee naar saaie en kille kerkdiensten, tot ze in haar tienertijd gegrepen werd door het vuur van een plaatselijke evangelist. Een paar jaar later vertrok ze zelfs bijna naar een Duitse bijbelopleiding, maar dat was uiteindelijk toch een station te ver. Ze keerde terug naar de kerk van haar ouders en studeerde vervolgens theologie in Leiden en aan de VU, waarna ze predikante werd. Landelijke bekendheid kreeg ze als vicevoorzitter van de generale synode van de PKN (2007 – 2011). Op dit moment is ze voorzitter van Alpha-cursus Nederland en predikante in Rijnsburg.
Haar thematiek
De kerken lopen leeg en de maatschappelijke oorzaken zijn bekend: individualisme, rationalisme en materialisme. Maar ook de kerken zelf treft blaam, omdat ze hierin zijn meegegaan en veel te vrijzinnig en liberaal zijn geworden. Zo zien veel kerkgangers de Bijbel niet meer als Gods woord en Jezus niet meer als Gods zoon, die zijn bloed heeft vergoten om de mens te reinigen van zijn zonden; het besef dat de mens slecht en schuldig is, lijkt te hebben afgedaan.
Zo niet voor Haasnoot. Want wil de kerk als ‘lichaam van Christus’ overleven, dan zal zij moeten terugkeren naar een duidelijke en zuivere leer en bijvoorbeeld niet langer tolereren dat haar leden liefhebberen in het paranormale circuit. Ook de theologie-opleidingen krijgen een stevige veeg uit de pan om hun wetenschappelijke arrogantie of de gebrekkige manier waarop ze studenten voorbereiden op het ambt van predikant.
Opvallendste stelling
Haasnoot zoekt het in de orthodoxie, maar ze is de evangelische bezieling uit haar jeugd niet vergeten. De ‘verlangende’ kerk die haar voor ogen staat, moet namelijk ook ruimte bieden aan de beleving van de Heilige Geest en een persoonlijke relatie met God via Christus. Het moge op verzet stuiten bij de zittende babyboomers, maar het is volgens haar de enige manier om jongeren te trekken en zo weer leven in de kerk te krijgen.
Karakteristieke passage
‘In mijn enthousiasme verwachtte ik instemming met mijn hartstochtelijke oproep de weg van de Heer te gaan. Maar hoe enthousiaster ik werd, des te meer harde blikken en versteende harten ik ontmoette. Mijn angst dat de evangelist weleens gelijk zou kunnen hebben met de constatering dat 70% van de kerkgangers Jezus Christus niet persoonlijk zijn toegewijd, is regelmatig bevestigd. Toch wil ik me er niet bij neerleggen. Ik heb me vaak afgevraagd waarom niet. Omdat God ging spreken op de momenten dat ik graag had willen afhaken.’
Reden om dit boek niet te lezen
Haasnoot is heilig overtuigd van haar gelijk en zoekt in navolging van menig profeet het conflict op. De titel, Neem je plaats in, is een uitdaging en ook haar beeldspraak en Bijbelse citaten zijn vaak opvallend militant gekozen: barricades, infiltreren, commandocentrum. Maar al is het geestelijke gevecht ‘niet tegen vlees en bloed’ bedoeld, het jaagt de lezer in het harnas. De weerstand die de vastberaden voortploeterende Haasnoot op haar smalle pad ontmoet, zal ook het gevolg zijn van haar eigen strijdlust.
Reden om dit boek wel te lezen
Sterk zijn vooral de autobiografische passages: de gereformeerde moppen en dood van Arenda’s geliefde opa, de treinromance met haar aanstaande echtgenoot, haar worsteling over de vraag of zij als vrouw geroepen is om de kansel te bestijgen. Ze heeft er geen grote woorden voor nodig. En wie zich afvraagt waarom en hoe iemand vandaag de dag zijn roeping als predikant trouw probeert te blijven, moet Neem je plaats in zeker lezen. Want al zal ze haar boek niet uit ijdelheid geschreven hebben, dankzij Arenda’s persoonlijke verhaal is het gelukkig veel meer dan een lang uitgevallen traktaat.