Recensie van Mohsin Hamid, Exit West. Uit het Engels vertaald door Saskia van der Lingen. Amsterdam: Bezig Bij, 2017, 223 blz.
Mohsin Hamid (1971) is een echte wereldburger. Geboren in Lahore (Pakistan), deels opgegroeid in de Verenigde Staten, aan de universiteit van Harvard opgeleid tot jurist en in Princeton als schrijver in de leer geweest bij Nobelprijswinnares Toni Morrison. Sinds 2006 ook in het bezit van een Brits paspoort en inmiddels terug in Lahore of onderweg naar New York, Londen of Griekenland – een globetrotter die net zo makkelijk het vliegtuig pakt als u en ik auto, trein of fiets. Vooropgesteld natuurlijk dat hij vlot door de douane komt en niet eerst moet bewijzen dat hij geen snode plannen heeft.
Tien jaar geleden maakte Hamid grote indruk op mij met ‘De val van een fundamentalist’, een intelligente roman over hoe een briljante en gevoelige Pakistaanse jongeman eerst als yup carrière maakt in de VS en na 11 september steeds anti-Amerikaanser wordt. Ook van zijn cynische zelfhulpboek ‘Hoe word je stinkend rijk in het nieuwe Azië’ (2013) spatten schrijftalent en engagement af. Dus als zo’n auteur een roman wijdt aan het ongeveer grootste thema van deze tijd, migratie, dan ga je er goed voor zitten.
‘Exit West’ is het verhaal van Saïd en Nadia, die in een naamloze stad in het Midden-Oosten (Aleppo? Mosul?) een weinig hemelbestormend leven leiden. Hij doet iets in de reclame, houdt van sterrenkijken en woont nog bij zijn ouders; zij werkt bij een verzekeringsmaatschappij, rijdt in een wijd zwart gewaad op een motor rond en woont, nogal uitzonderlijk, op zichzelf. Ze worden verliefd op elkaar (hij meer dan zij), roken jointjes en hebben slinkse seks. Hoewel ze dat niet zo noemen zolang het niet tot de vaginale daad komt, want daar wil brave borst Saïd liever niet aan – de vrijgevochten Nadia doet daar minder moeilijk over.
Nauwelijks een roman waard, ware het niet dat oorlog en islamitische rebellen oprukken tot in ook de rustiger woonwijken en het leven steeds moeilijker wordt: geen telefoon, geen werk en geen water meer. En als dan Saïds moeder wordt doodgeschoten, de bovenbuurman wordt gekeeld en de bommen en drones ook door hun straat vliegen, besluit het stel te vluchten. Tot hun grote verdriet moeten ze daarvoor afscheid nemen van Saïds vader, die weigert het graf van zijn vrouw in de steek te laten.
Ze belanden op Mykonos, in Londense kraakpanden en uiteindelijk in de Californische woestijn. Hoe? Hamid bespaart zichzelf de beschrijving van gevaarlijke reizen over land en zee, want in ‘Exit West’ reis je à la Alice in Wonderland en Harry Potter via geheime toverdeuren naar voorlopig veiliger oorden. Waar verder niets sprookjesachtigs aan is, want eenmaal door zo’n deur dreigen cultuurschokken, vijandige autochtonen, gettovorming en verbittering.
Het zet de liefde onder druk en hoe dat afloopt, laat zich makkelijk raden; vooral het laatste hoofdstuk, waarin Saïd en Nadia een halve eeuw later terug zijn in hun geboorteplaats, is ergerlijk voorspelbaar. Ontroerend is hun verhaal dan allang niet meer, vooral dankzij Hamids zakelijke en vlakke manier van vertellen: hij laat zijn personages dingen doen en vooral nalaten, duidt hier en daar hun gedrag, roert wat in hun ziel, maar een echte stem geeft hij ze niet.
Die sprakeloze sfeer heerst ook in een tiental anonieme intermezzo’s, rond deuren die uitkomen in Dubai, Wenen en zelfs Amsterdam. De verrassendste (want eerste) scène daarvan speelt zich af in een welgestelde buurt in Sydney, waar een vrouw, ‘bedekt door een laken dat nog witter was dan zij’, in haar eentje ligt te slapen, terwijl een donkere man uit ‘het hart der duisternis’ via haar inloopkast in haar slaapkamer terechtkomt. En als hij dan angstaanjagend met zijn ogen begint te rollen en zich over de slapende vrouw buigt, dan heeft vakman Hamid je toch even flink tuk op je culturele reflexen over gevaar en kwetsbaarheid.
Hamid kan bedwelmend lange zinnen bouwen en hij trakteert graag uit zijn snoeptrommel vol elegante vergelijkingen. Zo sterk als ‘De val van een fundamentalist’ is ‘Exit West’ niet – daarvoor steken de botten van de bedachte constructie te veel door het vel heen. Maar zijn licht apocalyptische bericht voor een planeet op drift is beklemmend genoeg, net als zijn voorspelling dat niemand aan de migratie ontkomt, ook al blijf je stug zitten waar je zit met de voordeur dicht.