Recensie van Christophe Henning en Dom Thomas Georgeon, Frère Luc. Monnik en arts in Tibhirine (2012/2011). Halewijn, 224 blz.
De schrijvers
Christophe Henning (1961) is journalist, katholiek en voorzitter van de Franse interreligieuze vereniging van gelovige schrijvers. Met Jean-Marie Lassausse schreef hij Le Jardinier de Tibhirine (2010). Medeauteur Dom Thomas Georgeon is trappist en voormalig abt van een Italiaans klooster; op verzoek van de familie van frère Luc bracht hij diens schriftelijke nalatenschap in kaart, in La transparence de l’absolu (2007).
De thematiek
In de nacht van 27 maart 1996 worden zeven cisterciënzer monniken ontvoerd uit hun klooster in Tibhirine, Algerije, waarschijnlijk door de Groupe Islamique Armé (GIA). Na een gijzeling van zesenvijftig dagen worden ze vermoord; ruim een week later vindt men hun verminkte lichamen. Het drama van deze ‘martelaren van de Atlas’ inspireerde regisseur Xavier Beauvois tot de bekroonde speelfilm Des hommes et des dieux (2010).
Wie deze film heeft gezien, herinnert zich ongetwijfeld de hoogbejaarde en broze dokter Luc, wiens wachtkamer dagelijks vol zit met straatarme bergbewoners. Als in het begin van de jaren ’90 de bloedige burgeroorlog uitbreekt, bonzen ook regelmatig ’s nachts gewonde islamistische opstandelingen op zijn deur, tot woede van het Algerijnse leger. Dat zo’n man vervolgens zo moedwillig en wreed wordt omgebracht, tart natuurlijk elk idee van rechtvaardigheid. Het boek vertelt wat er aan deze terreurdaad vooraf ging in het leven van frère Luc, die in 1914 als Paul Dochier in Frankrijk werd geboren.
Opvallendste stelling
De rode draad in het Lucs leven is dat hij al jong bereid was zich letterlijk en daadwerkelijk op te offeren voor ‘de ander’. Als arts, als lekenbroeder en als gegijzelde. De gijzeling van maart 1996 kwam namelijk niet onaangekondigd: al in 1943 nam hij twee jaar vrijwillig de plaats in van een getrouwde stadsgenoot in een Duits krijgsgevangenenkamp. En tijdens de Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog, in 1959, werd hij tien lange dagen gegijzeld door het FLN. Hoe traumatisch deze ervaring ook was, ze weerhield hem er niet van naar Tibhirine terug te keren en decennialang zijn ‘bovennatuurlijk caritas’ in te zetten in het drukbezochte kloosterkliniekje. Waarmee hij helaas uiteindelijk ook de aandacht van zijn moordenaars heeft getrokken.
Mooiste zin
Hoewel de Vlaamse vertaling veel fraais oplevert, komt de ontroerendste zin uit een van de laatste brieven van frère Luc: ‘Mijn aanwezigheid is niet vereist, maar kan nuttig zijn. Op 31 januari 1996 word ik tweeëntachtig. Ik ben ziek – hart en longen – maar zolang er nog wat leven in me over is, ook al is de situatie niet gemakkelijk, moet ik me voor de anderen inzetten. Overigens kan ik Tibhirine niet verlaten. Uw rijk kome.’
Redenen om dit boek niet te lezen
De auteurs beperken zich – terecht – tot de controleerbare feiten, zoals een overzichtelijk aantal brieven, Lucs aantekeningen in de marges van boeken en herinneringen van anderen aan hem. Vanuit een benedictijns streven naar nederigheid heeft hij zelf misschien nooit de behoefte gehad veel te vertellen over de mijlpalen in zijn persoonlijke ontwikkeling. Maar voor een bevredigende, definitieve biografie is het mager. Wat speelde zich bijvoorbeeld af in huize Dochier toen Pauls ouders in 1932 een rijke bruid voor hun knappe zoon begonnen te regelen? En waarom dook hij vijf jaar later opeens onder in een klooster? Het blijft helaas vaak raden naar het verhaal achter de feiten.
Redenen om dit boek wel te lezen
Frère Luc beschrijft het leven van een bijzonder indrukwekkende persoonlijkheid en gemeenschap. Het boek is geschreven vanuit diepe bewondering, maar is zeker geen kritiekloze hagiografie: ook onhebbelijkheden als Lucs opvliegende, ‘potentieel gewelddadige temperament’ en kloosterjaloezietjes worden aangestipt. De belangrijkste verdienste van de auteurs is dat zij aloude, christelijke deugden als armoede, sereniteit en de bijkans onbegrijpelijke zelfopoffering van de monniken van Tibhirine tot de actuele verbeelding laten spreken. Met als resultaat een boek om even heel stil van te worden.
Een geredigeerde versie van deze recensie verscheen op 19 september 2012 in