De mensenrechten komen van Mozes

Interview met Herman van Praag, schrijver van ‘Mozes’ nalatenschap. Mensenrechten in historisch perspectief’. Damon, 304 blz.


Vandaag is het 73 jaar geleden dat de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens vaststelden, in de hoop dat daarmee de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog zich nooit meer zouden herhalen. Ze grepen daarin terug op de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring uit 1776 en de Franse Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger uit het revolutiejaar 1789. Maar zijn deze documenten inderdaad de eigenlijke bron? Nee, stelt Herman van Praag. De beginselen van vrijheid, gelijkheid en broederschap zijn vele eeuwen eerder al verwoord in de Thora, in de vijf Bijbelboeken die de traditie aan Mozes toeschrijft. En het wordt hoog tijd om hem daarvoor de credits te geven.

Het mag dan dringend afgeraden worden om op bezoek te gaan bij wie al een lang leven achter de rug heeft, maar de 92-jarige Van Praag voelt niets voor een telefonisch interview: de voormalige psychiater wil zijn gesprekspartners in de ogen kunnen zien. Dus zit ik na een geruststellend uitgevallen coronatest in de studeerkamer van het behaaglijke seniorenappartement van het echtpaar Van Praag, tussen de boeken en robuuste bronzen dierenfiguren van Sherry Sander. Op een gepaste afstand van zeker drie meter van de vertelstoel van Van Praag, met op tafel een schaal heerlijke koekjes en chocolaatjes.

Meneer Van Praag, wat heeft u met mensenrechten?

“Heel erg veel. Punt één: ze zijn essentieel voor de menselijke samenleving. Het is zo betreurenswaardig dat ze in het grootste deel van de wereld met voeten getreden worden; wij leven hier wat dat betreft in een paradijs.

Een tweede punt is: ik heb zelf als Jood de gevolgen meegemaakt van het vertrappen van mensenrechten. Ik ben drie jaar in de Duitse naziconcentratiekampen geweest, ik heb aan den lijve ervaren wat het betekent om onvrij te zijn en dat er een verschrikkelijke discriminatie was, ook al voor de kampen en de razzia’s. Ook het begrip broederschap heb ik aan den lijve gevoeld, deels positief, deels negatief. Ja, er waren in de oorlogsjaren mensen die zich met gevaar voor eigen leven voor Joden hebben ingezet. Maar er waren er ook die meewerkten of wegkeken en de boel maar lieten gaan, die niet zeiden: dit kan niet, dit mag niet.

En in derde plaats, en dat is de aanleiding tot dit boek, heb ik zitten denken: waar komt dat nou vandaan? Dat idee dat mensen gelijk, gelijkwaardig zijn? Dat de mens vrij behoort te zijn en moet proberen de ander te zien en te respecteren?

Er wordt vaak gezegd dat dat is voortgekomen vanuit het Verlichtingsdenken, zoals dat zich heeft geconcretiseerd in de Franse revolutie en de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog. Terwijl met name die Franse Revolutie een totale mislukking was. Van de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger uit 1789 is de eerste honderd jaar bijvoorbeeld geen bliksem terechtgekomen.

Het is waar dat de mensenrechten toen voor het eerst op de politieke kaart zijn gezet, maar de bakermat ervan is de Thora. Ik vind dat zo formidabel! Hoe er duizenden jaren eerder, in een tijd van potentaten, van farao’s en Babylonische koningen, in een slavenmaatschappij, ineens een man, Mozes, door de Eeuwige geïnspireerd wordt tot de idee dat een mens een ander mens niet tot slaaf, tot werktuig mag maken. Dat je de ander lief moet hebben, als jouw gelijke moet behandelen en dat anders God boos wordt.”

Dus God is een moralist?

“Inderdaad! De Thora is een wetboek, met een uitgebreide moraalcode.”

Bent u zelf ook een moralist?

“Ik doe mijn best om fatsoenlijk te leven. Ik spreek liever over fatsoen, ook om een beetje te provoceren. Ik houd ervan iets scherp te stellen, van discussie, dat is voor mij de kern van het jodendom. In het Nederlands heeft het woord fatsoen merkwaardigerwijs iets oubolligs gekregen, met Vestdijks fatsoensridders. Men meesmuilde toen meneer Balkenende sprak van ‘fatsoen moet je doen’. Ik niet. Voor mij ruikt fatsoen niet naar spruitjes en religieuze controle.”

Wat is het dan wel?

“Fatsoen is voor mij de grootste gemene deler van de begrippen vrijheid, gelijkheid en broederschap, en dan vertaald naar de praktijk. Mensenrechten en fatsoen zijn nauw gelieerd. Als de mensenrechten worden genegeerd, dan verdwijnt het fatsoen en als het fatsoen niet wordt aangehouden, dan delven de mensenrechten het onderspit. Als je plezierig wilt leven, doe dat dan niet ten koste van de ander. Een samenleving waarin een aantal zeer rijke mensen de dienst uitmaakt ten koste van de armeren, vind ik een voorbeeld van een onfatsoenlijke samenleving.”

Over armoede gesproken: u stelt dat het jubeljaar uit de Thora de eerste vorm van sociale wetgeving was

“Dat vind ik inderdaad geweldig. Dat waren voor die tijd waanzinnige ideeën! Dat iemand die zichzelf of zijn land heeft moeten verkopen om schulden af te betalen, dat na vijftig jaar terug moet krijgen. Ook daar zit de Eeuwige achter, want die heeft gezegd: het is mijn grond, niet jullie grond. Ik heb die grond gegeven aan de twaalf stammen en wil niet dat dat gaat verschuiven; iedereen houdt zijn eigen portie, wat er ook gebeurt. Dat voorkomt een maatschappelijke tweedeling tussen grootgrondbezitters en armoedzaaiers. Dat vind ik een heel bijzonder principe.”

Maar dat was geen universeel principe, het gold niet voor niet-Joodse slaven

“Het gold speciaal voor Joodse slaven en je kon, denk ik, zeker in die tijd niet de hele slavernij afschaffen, want daar draaide de wereldeconomie toen op. Maar je kon het wel lokaal doen of proberen.”

U bent zionist en u schrijft over de mensenrechten. Wat vindt u van de kritiek van bijvoorbeeld Amnesty International dat Israël zich schuldig maakt aan de schending daarvan?

Daar wil ik graag over praten. Er is een groeiend antisemitisme en dat wordt verbonden aan Israël. De Arabische gemeenschap heeft eindeloos anti-Joodse propaganda en fake-nieuws uitgespuwd, zelfs 23% van de Amerikaans-Joodse kiezers gelooft dat Israël een apartheidsstaat is. Dat maakt mij uiterst triest.

Terwijl het een democratisch land is en de rechtspraak er van hoog niveau is. Zo moet het hooggerechtshof bijvoorbeeld van alles wat het leger doet, eerst goedkeuren of dat proportioneel is. Maar de politieke situatie heeft zich verhard. De Joden hebben vijf, zes keer vrede aangeboden. Dat is altijd afgewezen. Waarom? De Arabische landen wensen in dat gebied geen niet-moslims. Dus ja, er zijn spanningen.

Maar ik ben het met u eens dat Israël daar niet altijd op adequate manier mee omgaat; er wordt zeer gewaakt tegen uitspattingen, maar niet altijd me succes. En met de nederzettingenpolitiek ben ik het nooit eens geweest, die heeft het probleem vrijwel onoplosbaar gemaakt, al stemmen de Abraham-akkoorden uit 2020 met de Emiraten, Bahrein en Soedan me hoopvol.

Ik ben ook trots Israël. Dat een land dat vanaf de eerste dag bedreigd is met totale vernietiging, zich zo handhaaft. Het is een land met geweldige innovaties en kunstuitingen, maar niet feilloos, nee. Ik vind dat er veel te veel rijken en veel te veel armen zijn.

Maar ik houd van het land en ik maak me zorgen. In de Tweede Wereldoorlog hield de wereld z’n bek over wat er met de Joden gebeurde: Amerika, de Volkerenbond, het Vaticaan. En nu weer! Iran zegt in de VN: we zullen Israël vernietigen en krijgt staand applaus. Weer houdt de wereld z’n bek: de EU, het Vaticaan, de Wereldraad van Kerken. Hoe is dat in godsnaam mogelijk? Als morgen België zegt: wij gaan Nederland vernietigen, is de wereld te klein. Dat verontrust me.”


Wie is Herman van Praag?

Herman Meïr van Praag (Schiedam, 1929) zat als jongen van 1942 tot 1945 in kampen in Barneveld, Westerbork en Theresienstadt. Hij studeerde geneeskunde en was tot 1997 hoogleraar psychiatrie in o.a. Groningen, Jeruzalem, New York en Maastricht.

Van Praag heeft in Trouw geregeld geschreven over het grensgebied tussen psychiatrie en religie. Vandaag verschijnt bij uitgeverij Damon zijn nieuwste boek, ‘Mozes’ nalatenschap. Mensenrechten in historisch perspectief’, 304 blz.


EEN GEREDIGEERDE VERSIE VAN DIT INTERVIEW VERSCHEEN OP 10 DECEMBER 2021 IN

logo Trouw