Achtergrondartikel bij de Disney-film Saving Mr. Banks (2013)
Onlangs ging de nieuwste Disney-film in première: Saving Mr. Banks, over hoe een halve eeuw geleden de film Mary Poppins tot stand kwam. Dat dat een heftig psychologisch gevecht was, goed voor een eigen film met acteurs als Tom Hanks en Emma Thompson, zullen weinig kijkers ooit hebben vermoed. Welk drama zou er ook kunnen steken achter de ultieme familiefilm, met Julie Andrews als strenge, maar opgeruimde kinderjuffrouw? Die een complete schemerlamp uit haar valies toverde, met dieren kon praten en woorden wist als supercalifragilosticexpialidocious?
Toch ging het in 1963 hard tegen hard tussen Walt en Mrs. Travers, de schrijfster van de Mary Poppins-boeken. Disney had uiteindelijk zijn buik zo van haar vol, dat hij ‘vergat’ haar uit te nodigen voor de première, als ware ze de boze fee uit Doornroosje. Dus nodigde Mrs. Travers zichzelf maar uit en bracht ze Disney in grote verlegenheid, toen ze tijdens de film in huilen uitbarstte. Niet van ontroering maar van woede, omdat Disney met zijn tekenfilmpinguïns de essentie van haar Mary Poppins compleet had gegeneerd. Het amusement had gewonnen van het mysterie.
Poppins versus Poppins
Het is waar, de verschillen tussen boek en film zijn enorm. Zo lijkt de zanglustige Julie Andrews slechts uit de verte op Travers’ snibbige, stijve en magere Mary Poppins. Een ander opvallend verschil: bij family man Disney komt supernanny Poppins aangewaaid om vooral vader Banks een pijnlijk levenslesje te leren. Aanzien en geld zijn bijzaak, is de moraal. Waar het echt om gaat, is dat je er bent voor je kinderen en leuke dingen met ze doet. Dus zodra gezinnetje Banks gezellig met elkaar in het park gaat vliegeren, zit Poppins’ job erop en kan ze weer aan haar paraplu ten hemel stijgen.
Travers’ Poppins daarentegen bekreunt zich niet om de opvoeding van onverschillige ouders. Haar taak is het de nog wel ontvankelijke kinderen Jane en Michael te leren dat je alleen met oog voor mysterie, zelfkennis en discipline ergens komt in het leven. Dat staat het grote avontuur niet in de weg – integendeel. Maar met roze sprookjes, een dagje Disneyland en lollige pinguïns heeft het niets van doen.
De spirituele boodschap van sprookjes
Sprookjes en mythen waren voor Travers namelijk veel meer dan oppervlakkige, onderhoudende verhaaltjes voor kinderkamer of bioscoop. Als theosofe was ze ervan overtuigd dat sprookjes oeroude, universele en mystieke wijsheden onthullen over de beproevingen die je als mens op je pad vindt. De schat of prinses die aan het eind van alle avonturen op de mythische held (m/v) ligt te wachten, staat symbool voor spirituele groei – iets waar Travers haar hele leven naar op zoek is geweest. Vooral het sprookje van de schone slaapster fascineerde haar, omdat dat zou verwijzen naar de slapende ziel die gewekt wil worden.
Aan de in totaal acht Mary Poppins-boeken kunnen New Age-aanhangers inderdaad hun hart ophalen. Een parade van religieus-mythologische sprookjesfiguren uit alle windstreken bekommert zich om de spirituele vorming van de Banks-kinderen. Allereerst natuurlijk Mary Poppins zelf, die net als haar hemelse naamgenote Maria, een blauw-met-zilveren mantel, een maagdelijke uitstraling en een vaste adres tussen de sterren heeft – maar niet haar geduld, bescheidenheid en zelfopoffering.
De ijdele kinderjuffrouw vertoont ook trekken van een oudere, ontzagwekkende heidense moedergodin, als ze zich door de gehele schepping (inclusief zon, maan en sterren) laat aanbidden. Poppins legt met haar pupillen menig leerrijk familiebezoekje af, zoals bij de Terrapin, de scheppende Indiaanse schildpadgod. Ook neef Hamaryad, een Indiase koningscobra, heeft tijd voor een college. Zijn mystieke les: we zijn allen één en er bestaat geen wezenlijk verschil tussen mens en dier, steen en ster of eten en gegeten worden.
Gurdjieff
Dat holistische wereldbeeld vond Travers ook bij haar grote geestelijke leidsman George Gurdjieff, een mysticus uit Sebastopol, die in het interbellum furore maakte in de hogere kringen van Europa en de Verenigde Staten. In zijn ‘Instituut voor de Harmonische Ontwikkeling van de Mens’ bij Parijs en boeken als Beëlzebubs verhalen aan zijn kleinzoon leerde hij zijn volgelingen dat je voor een waarlijk spiritueel ontwaken provocaties en schokkende ervaringen moet doorstaan en ook fysiek ver voorbij het naadje moet willen gaan.
Travers’ biografe Lawson beschrijft hem als een charlatan met een groot hypnotisch talent om rijke Amerikanen van hun dollars af te helpen en buitenechtelijke kinderen te verwekken. Maar Pamela voelde zich thuis bij zijn leer van afzien, niet-verlangen en bewust lijden. Geen wonder dus dat ze niets zag in de scène uit Disneys Poppins-film met speelgoed dat zichzelf opruimt. Haar Jane en Michael moesten, net als Gurdjieffs leerlingen, op hun weg naar spirituele volwassenheid vooral veel snauwen en grauwen van meesteres Poppins verdragen. Uitleg kregen ze nooit. Daar deed Gurdjieff niet aan.
Dansende derwisjen
Wat Travers in Gurdjieffs leer ook bijzonder aantrok, waren de heilige dansen waarmee je spiritueel kon ontwaken. De choreografie daarvoor had Gurdjieff ontleend aan de wervelende derwisjen uit de Turkse soefi-mystiek. Ook dat is een terugkerend element bij Mary Poppins: nachtelijke dansfeesten vol kosmische verbroedering, schommels, wentelende planeten en sterren – er wordt heel wat rondgetold en opgestegen in het universum van P.L.Travers.
In het tweede boek van de reeks bijvoorbeeld maken de kinderen in een draaimolen een extatische rit, die hen ‘dicht bij het middelpunt van de wereld brengt’ en waarin het was ‘alsof er niet zoiets als Tijd bestond, alsof de wereld alleen een cirkel van licht’ was. En vervolgens helicoptert Mary Poppins met draaimolen en al terug naar de sterren. Omdat, zo luidt de les, aan alle goede dingen nu eenmaal een eind komt.
Degelijk conservatieve protestant
Vijftig jaar geleden heeft Walt Disney – een degelijk conservatieve Amerikaanse protestant – inderdaad weinig heel gelaten van de theosofische boodschap van P.L. Travers. Anderzijds: dankzij Disney beleefden haar eerste en beste Poppins-boeken opeens vele vertalingen en herdrukken. En nu is er, weer dankzij Disney, een mooie aanleiding om ze te herlezen, met een andere, misschien wat minder naïeve blik. Sommige episodes lijken inmiddels te bezwijken onder hun spirituele gewicht. Maar de Mary Poppins die in 1934 voor het eerst sierlijk de trapleuning op kwam glijden, is nog lang niet verloren.
Wie was P.L. Travers?
Pamela Lyndon Travers werd in 1899 als Helen Lyndon (‘Ginty’) Goff geboren in Australië. Haar vader, Travers Goff, kwam uit Ierland en werkte bij een bank – eerst als directeur, maar vanwege zijn alcoholisme later slechts als klerk. Toen Ginty zeven jaar was, dronk hij zich dood; het gezin kwam daarna onder de hoede van een zeer kordate oudtante, Aunt Ellie. Na een korte carrière als actrice emigreerde Pamela in 1924 naar Engeland, waar ze zich met Ierse dichters als Yeats en Russell verdiepte in de theosofie van Helena Blavatsky. Later zou ze volgelinge worden van de Grieks-Armeense mysticus, componist en choreograaf George Gurdjieff (1872?-1949).
Haar eerste Poppins-boek verscheen in 1934 onder het pseudoniem P.L. Travers, naar haar vader. In 1963 verfilmde Walt Disney haar inmiddels vier Mary Poppins-boeken tot de wereldberoemde kerstklassieker. Dat ging niet zonder slag of stoot, zoals blijkt uit de nieuwste Disney-film, Saving Mr. Banks, die grotendeels gebaseerd is op de Travers-biografie van Valerie Lawson, Mary Poppins She Wrote (1999). Disneys Mary Poppins maakte Travers schatrijk, maar ze wilde daarna bitter weinig meer met Hollywood te maken hebben – de weerzin was overigens wederzijds.
P.L. Travers overleed in 1996 in Londen.