Gedoe over een stoel

Recensie van Nancy Goldstone, De dochters van de Winterkoningin. Vier prinsessen in ballingschap. Uit het Engels vertaald door Ronni Boley. Omniboek, 416 blz.


Op 8 februari 1587 viel op een Engels schavot het hoofd van Maria Stuart, de katholieke koningin van Schotland. Dat was op bevel van haar nicht, de protestantse koningin van Engeland, Elizabeth I. Waardoor deze familieruzie zo uit de hand was gelopen, laat de Amerikaanse historica Nancy Goldstone in ‘De dochters van de Winterkoningin’ onbesproken, maar het draaide niet in de laatste plaats om het ware geloof – wie denkt dat extreem religieus geweld iets van de laatste tijd is, zou eens moeten afzakken naar de zestiende en zeventiende eeuw. En inderdaad waren na Maria’s onthoofding de katholieken aan gene zijde van de Noordzee voor een aantal eeuwen politiek gevloerd. Toch zouden het haar nazaten zijn die uiteindelijk, tot op de dag van vandaag, de Britse troon zouden bezetten. En langs welke grillige lijnen van het lot dat heeft kunnen gebeuren, daarover schreef Goldstone een leesbaar en opmerkelijk overzichtelijk verhaal.

Natuurlijk, de geschiedenis wordt veelal beslist op het slagveld en indertijd dus vooral door koningen, prinsen en hun manschappen, die al dan niet dapper, slim, wreed, blut of domweg de klos waren. Toch wordt het lot van rijken en dynastieën vaak net zo hard bepaald door koninginnen, prinsessen en hofdames, zo blijkt maar weer eens uit Goldstones andere helft van de geschiedenis.

De beste stoel

Het middelpunt daarvan is Maria’s protestants opgevoede kleindochter Elizabeth Stuart (1596-1662), wier vader als Jacobus I na Elizabeth I de Engelse troon had bestegen. Velen (onder wie prins Maurits) dongen naar haar hooggeboren hand, die uiteindelijk vergeven werd aan de calvinistische Duitse keurvorst en paltsgraaf Frederik. Probleem: hij was veel lager in rang was dan zij, waardoor zij ook thuis het recht had op de beste stoel. Aan die ergerlijke ongelijkheid kwam pas een eind toen Frederik was opgeklommen tot koning van Bohemen, waar de opstandige bevolking de zeer katholieke Habsburger Ferdinand had afgezet – toch interessant hoe gedoe over een stoel zo’n zwengel kon geven aan de Dertigjarige Oorlog, die half Midden-Europa het leven zou kosten.

Dynastiek succesnummer

Maar het Heilige Roomse Rijk sloeg terug: een seizoen later had Ferdinand Praag heroverd en zocht de familie asiel bij mede-calvinist prins Maurits – ‘winterkoningin’ Elizabeth zou vanuit Den Haag en Rhenen veertig jaar lang al haar grandeur inzetten om toch op z’n minst de Palts weer in familiebezit te krijgen. Hoe ze dat aanpakte, vertelt Goldstone via de stuk voor stuk bijzondere levensverhalen van haar vier dochters. Zoals dat van de intelligente oudste, Elisabeth, die intens bevriend was met Descartes en abdis werd van een fameus Duits protestants vrouwenklooster. Ook de tweede dochter, Louise Hollandine, onttrok zich aan het huwelijk, toen ze (schandaal!) katholiek werd en ervandoor ging naar een Frans klooster. Nee, dan Henriëtte Maria: die liet zich braaf uithuwelijken naar het verre Transsylvanië, waar ze vervolgens al snel en kinderloos stierf. Het dynastieke succesnummer van de familie was Sophia, die dankzij een bizar contract tussen twee flierefluitende broers keurvorstin van Hannover werd en met Willem III in Het Loo bekokstoofde dat haar zoon George de Britse troon zou erven.

Goldstone had minder partijdig mogen zijn: was Jacobus I inderdaad zo’n stereotiep laffe homo of was het juist heel wijs dat hij niet meeging in de continentale ambities van zijn dochter? Maar verder: bij Goldstones vaak lekker droge verhaal over al die eerzuchtige dames met hun krijgshaftige of kwakkelende broers, afgeserveerde verloofdes en lastige echtgenoten heb ik me alvast geen bladzijde verveeld.


EEN GEREDIGEERDE VERSIE VAN DEZE RECENSIE VERSCHEEN OP 1 MEI 2021 IN

logo Trouw