Recensie van Willie van Peer, Niet te geloven. De werkelijkheid achter het Nieuwe Testament. Davidsfonds, 255 blz.
Drie sterren
De schrijver
Vlaming Willie van Peer (1947) was hoogleraar literatuurwetenschap en interculturele hermeneutiek in München. Hij publiceerde (in het Engels) menig werk over verteltheorie en over wanneer je in de geesteswetenschappen mag spreken van wetenschappelijke kennis. Daarnaast liefhebbert hij sinds 1993 in de ontstaansgeschiedenis van het christendom, waarvan ‘Niet te geloven’ nu dan het resultaat is.
De thematiek
In ‘Niet te geloven’ gaat Van Peer op zoek naar de historische oorsprong van het Nieuwe Testament en wat er volgens de laatste wetenschappelijk inzichten waar is van de verhalen over Jezus, zoals die overigens pas in 367 zijn vastgesteld. Zet u maar alvast schrap: bijna niets. U wist wellicht al dat de nog altijd dogmatisch beleden maagdelijkheid van Maria teruggaat op een vertaalfoutje. Nu, dat blijkt ook te gelden voor Jezus’ wandeling over het water. Een volkstelling onder Augustus? De kindermoord van Bethlehem? Verzinsels. ‘Wie van u zonder zonden is’? Heeft Jezus nooit gezegd.
Ook het lijdensverhaal bulkt van de onwaarschijnlijkheden. Het verhoor door Pilatus? In strijd met alle historische bronnen. De laatste woorden aan het kruis? Medisch gezien onmogelijk. Jezus’ lievelingsleerling Johannes de auteur van het vierde evangelie? Dan moet hij onwaarschijnlijk oud zijn geworden, want die tekst is pas van rond het jaar 100, op z’n vroegst. Bovendien: de discipelen waren ongeletterde vissers, die schreven echt geen Grieks. Sterker nog: wat de kerkelijke overheden (de kwaaie pieren in Van Peers betoog) ook beweren: van het hele Nieuwe Testament is geen letter geschreven door een ooggetuige.
Ander punt: hoe kan verteller Matteüs weten wat Jezus in de tuin van Getsemane gebeden heeft als iedereen lag te slapen? En dan al die tegenstrijdigheden. Voor wie moest Paulus in Damascus nou op de vlucht? Voor de Syrische stadhouder of voor de Joden? En ga zo maar door.
Zeker, we hebben de fundamenten van onze cultuur aan het Nieuwe Testament te danken: het principe van wederkerigheid (‘Zoals gij wilt dat de mensen u behandelen…’), het verband tussen vrijheid en waarheid, de individuele verantwoordelijkheid, het huwelijk uit vrije wil en schitterende kunst. Maar echt gebeurd is het niet.
Opvallendste stelling
Van Peer trapt heel wat heilige huisjes om, maar zijn opvallendste stelling is toch wel dat Jezus geen christen was. In de religie die Johannes en met name Paulus van het ‘jezusdom’ hebben gemaakt, is nog maar weinig over van de leer van de historische Jezus. Het christendom is meer een ‘paulusdom’.
Belangrijkste zin
“Dat alles neemt niet weg dat elk van de evangelies een aangrijpend verhaal brengt, een relaas dat eigenlijk niemand onberoerd kan laten.”
Redenen om dit boek niet te lezen
Van Peer mag dan nog zo vaak zeggen dat hij niemand van zijn geloof wil (en kan) beroven: zijn uitroeptekens als hij weer een bijbels verhaal heeft afgeschoten, zijn soms wel erg triomfantelijk. Verder is hij niet vies van een forse provocatie, bijvoorbeeld als hij oppert dat Jezus misschien wel een cynisch filosoof à la Diogenes van Sinope (de man in de ton) is geweest en hij even met de gedachte speelt dat Jezus dus wellicht ook in het openbaar gemasturbeerd kan hebben.
Eveneens onzin is dat er geen recente Nederlandstalige wetenschappelijk literatuur zou bestaan over de historische werkelijkheid van het Nieuwe Testament: van Fik Meijer, Johan Leman of Cees den Heyer heeft Van Peer kennelijk nog niet gehoord.
Redenen om dit boek wel te lezen
‘Niet te geloven’ is uitdagende lectuur en een aanrader voor wie eens geconfronteerd wil worden met de recente stand van zaken in het Duits- en Engelstalige historische bijbelonderzoek. Het geloofwaardigste zijn de passages waarin Van Peer zijn taalkundige en literaire vakkennis etaleert. En al is niet alles wat hij te berde brengt even aannemelijk of belangrijk: wat mij betreft heeft hij helemaal gelijk met zijn stelling dat een dieper inzicht in het Nieuwe Testament de bewondering ervoor ook nog verder kan doen stijgen.