Interview met historicus Luc Panhuysen, schrijver van De beloofde stad, over de overeenkomsten tussen de vroege wederdopers en de Islamitische Staat.
Radicale gelovigen | De aanval op de door IS bezette stad Mosul in Irak doet historicus Luc Panhuysen denken aan het offensief tegen de wederdopers die in 1534 Münster hadden ingenomen. Ten strijde tegen nietsontziende extremisten!
Kleine groepen radicale gelovigen die ervan overtuigd zijn dat het einde van de wereld nadert en die bereid zijn hun ideeën en overtuigingen met veel geweld te verdedigen: wie denkt er dan niet aan Islamitische Staat? Maar nieuw is dat niet. De hele geschiedenis door zijn er vergelijkbare extremistische groepen opgestaan: van de kruisvaarders tot IS. De parallellen zijn opvallend, laat historicus Luc Panhuysen zien.
Neem de wederdopers in Münster, een kleine vijfhonderd jaar geleden. Zoals een brede coalitie sinds een paar dagen samen optrekt om de Iraakse stad Mosul te bevrijden van IS, zo trok bijna een half millennium geleden een heel keizerrijk op tegen de wederdopers die zich in de stad Münster hadden verschanst.
Het waren de beginjaren van de Reformatie en Europa stond op instorten; geen wonder dat alom geloofd werd dat het einde der tijden nabij was. En nu de Bijbel ook in de volkstaal voorhanden was, hoefde je geen Latijn meer te kennen om dat zelf uit de heilige boeken te kunnen opmaken. “Wat er onder radicale moslims gebeurt, kun je vergelijken met wat Luther en in zijn spoor de wederdopers bewoog”, vertelt Panhuysen. “De terugkeer naar de oorsprong, naar de tijd van Jezus en de apostelen, die kleine kring van ethische kampioenen.”
Wat gebeurde er in 1534-1535 in Münster?
De Haarlemse profeet en wederdoper Jan Matthijs had voorspeld dat Christus met Pasen 1534 weer op aarde zou komen en wel in de opstandige Westfaalse stad Münster. Enkele duizenden Nederlandse wederdopers vertrokken daarop naar dit nieuwe Jeruzalem, waar de Bijbel naar de letter werd nageleefd, terwijl de stad belegerd werd door zijn rechtmatige ‘eigenaar’, bisschop Waldeck.
Zoals bekend kwam Matthijs’ voorspelling niet uit. Wél hielden de wederdopers onder leiding van ‘koning’ Jan van Leiden nog anderhalf jaar stand. Van Leiden kwam gruwelijk aan zijn einde op het schavot en de wederdopers werden nog vele decennia als ketters vervolgd. Onder hen ook hun van de weeromstuit strikt pacifistische en apolitieke opvolgers, de volgelingen van Menno Simons, kerkvader van de huidige doopsgezinden.
Münster toen en de Islamitische Staat nu, wederdopers en salafisten; de overeenkomsten liggen voor het oprapen. Hoe ziet u dat, als historicus?
“In de Reformatie kom je inderdaad allemaal mensen tegen voor wie geloven een halszaak is. Dat de zingevingproblematiek op dit moment weer die kant opvliegt, zegt iets over het enorme verlangen in de islamitische wereld naar puurheid. Dat is goed te vergelijken met wat Luther en de wederdopers bewoog: de terugkeer naar de oorsprong, naar de tijd van Jezus en de apostelen, die kleine kring van ethische kampioenen.”
Terug naar de wortels dus.
“Terug naar een inderdaad letterlijk ‘radicaal’ nulpunt, een voorbeeldig begin, toen alles nog puur en zuiver was. Dat verlangen is ook een uitspraak over de buitenwereld, omdat die verontreinigt, bezoedelt. Puristen hebben altijd een heel gearticuleerde mening over de buitenwacht.”
En dat eindigt nogal eens in een bloedbad.
“Heel vaak wel, als die puristen een activistisch programma hebben. Purisme is zelden een individuele levensinstelling: de wereld moet volgen. Goedschiks dan wel kwaadschiks. En dan moet de gevestigde orde van zich laten horen. Zoals in Münster. De wederdopers wisten het daar lang uit te houden, maar legden het loodje toen het hele keizerrijk aan het beleg ging meedoen.”
“Nog een overeenkomst: de wederdopers probeerden het beleg te breken door overal in Nederland dependances te stichten. Je kunt de noodtoestand die na de aanslag in Nice in Frankrijk werd afgekondigd en de arrestaties na de aanslagen in België en na de mislukte staatsgreep in Turkije vergelijken met hoe Amsterdam zich in 1534 te pletter schrok, toen er een samenzwering van wederdopers werd ontdekt. Tot die tijd gunde men de wederdopers hun natje en droogje wel. Er werd ook lang gezegd: het zijn onnozele zielen. Maar toen ze op zolder of in de kelder bondgenoten gingen verstoppen, met snode plannen om de burgemeester van het kussen te jagen, ja, toen hadden ze hun krediet verspeeld.”
“Een andere interessante parallel is de combinatie van religie en verzet tegen de gevestigde orde. Dat verzet kan ineens zijn vleugels uitslaan als de staatkundige structuren zwak zijn, als landen in staat van ontbinding verkeren; dat is echt een historische constante. IS kan alleen maar gedijen op de humus van regimes in ontbinding.
Net zoals tijdens de Reformatie: je had allerlei vorstendommen, er was een strijd tussen sympathisanten van Luther en mensen die loyaal waren aan de keizer. Overal in het Heilige Roomse Rijk zag je machtsvacuüms ontstaan. Jan van Leiden wist daar in Münster heel sluw gebruik van te maken. Hij was een purist en tegelijkertijd een organisator; dat is heel zeldzaam, vooral in die tijd. En hij had een scherp oog voor hoe hij met zijn geloof kon stunten.”
Een Osama bin Laden avant la lettre?
“Ja, dat denk ik wel. Van Leiden werd inderdaad steeds gewelddadiger. Hij terroriseerde de bewoners van Münster en hij heeft geprobeerd om overal in de buitenwereld terroristische cellen te stichten, die zelfmoordaanslagen pleegden. Wederdopers renden naakt met zwaarden rond in het winterse Amsterdam, die dachten werkelijk dat God naar beneden zou komen voor het laatste oordeel. En zelfs als je aan je einde kwam, dan kwam je nog in de hemel terecht. Die totale overgave aan wat je gelooft, uit liefde voor de profetie, kunnen wij ons moeilijk voorstellen.”
Hadden ze ook het doel zoveel mogelijk mensen mee te slepen in hun ondergang?
“Nee, maar ze hadden wel allerlei profetieën over de volkeren van Gog en Magog, die op het punt stonden vanuit het oosten door te breken en Gods straf over de zondige christenheid te bewerkstelligen. Ze geloofden dat de Turken dat klusje zouden klaren. De wederdopers zagen zichzelf in een sleutelrol, als uitverkorenen in een groot goddelijk vernieuwingsplan.”
Speelt dat idee dat de wereld vergaat ook nu een rol?
“Ook de islam heeft een einddatum, en terrorismedeskundige Bob de Graaff wijst erop dat fundamentalistische sekten het geloof in de eindtijd graag aanwakkeren. Als je je leven opoffert, organiseer je zo’n beetje je eigen eindtijd, je eigen verdwijnpunt. Je voelt je de spil van de wereld in de strijd tussen goed en kwaad. Het is een raar snijvlak van globalisering en iets puberaals.”
Dankzij internet weten we hoe er nu zoal over ‘de islam’ wordt gedacht. Hoe keek indertijd de rest van de bevolking tegen de wederdopers aan?
“Het wereldbeeld van die tijd was: God heeft de orde zo gewild, met de koning bovenaan. Als je moedwillig die orde en daarmee de heilsgeschiedenis gaat verstoren, is dat heel verontrustend. Dingen moesten zo zijn omdat ze altijd al zo geweest waren. Het woord ‘nieuw’ was verdacht, de dingen waren goed omdat ze oud waren. Vandaar dat de wederdopers, net als de salafisten, zeiden: wij zijn niet nieuw, nee, wij zijn superoud! Maar de buitenwereld zag gevaarlijke nieuwlichters. Dat overkwam ook de Franse Hugenoten, die na de Bartholomeusnacht in 1572 naar Engeland vluchtten. In Londen werd geroepen: ‘We moeten die Hugenoten terug de zee ingooien!'”
“Er wordt vaak gezegd: de islam wil dit of dat, lees maar wat er staat geschreven. Maar ik denk dat het om iets belangrijkers gaat: om beschaving. De staat van beschaving bepaalt namelijk hoe er met geloof wordt omgesprongen, niet andersom. Kijk naar de kruistochten. De christelijke kruisvaarders richtten in 1099 in Jeruzalem een bloedbad aan, niet alleen onder moslims, maar ook onder joden en medechristenen. Iedereen in de zoveel beschaafdere islamitische wereld was verbijsterd. Je zou zelfs kunnen zeggen dat de latere christelijke kruisvaardersstaatjes in het Midden-Oosten een soort IS’jes waren.”
Dat was toen. Maar hoe zit dat nu? Het Westen is nu toch een stuk beschaafder dan toen?
“Dat zijn we zeker. Maar onder de vlag van grote waarden een oorlog in Irak beginnen op basis van leugens over massavernietigingswapens, dat is morele erosie. We zijn erg kwetsbaar, ook door hoe we zelf met de beschaving omspringen. We vinden het mooi dat we open zijn en dat we de waarde van een mensenleven hoog inschatten. Dat is inderdaad een troef van ons; het is niet voor niets dat er zoveel mensen hierheen komen. En verder komt het aan op zelfvertrouwen, dat je denkt: wat ik te bieden heb, daar wordt iedereen gelukkiger van. We hoeven niet zo bang te zijn. Maar je moet je beschaving wel onderhouden. En daar heb je onderwijs en interesse voor de buitenwereld voor nodig. En kennis van je verleden.”
Wie is Luc Panhuysen?
Luc Panhuysen (1962) is historicus en was jarenlang journalist bij Het Parool en de Groene Amsterdammer. Zijn bekendste boek is Rampjaar 1672, over hoe de Republiek der Nederlanden het ternauwernood overleefde. In De beloofde stad (2000) en Jantje van Leiden (2003) beschrijft hij de opkomst en ondergang van het koninkrijk van de wederdopers in Münster, in de beginjaren van de Reformatie.
Binnenkort verschijnt zijn nieuwste boek, Oranje tegen de Zonnekoning, over de strijd tussen Willem III en Lodewijk XIV om Europa.
EEN GEREDIGEERDE VERSIE VAN DIT INTERVIEW VERSCHEEN OP 20 OKTOBER 2016 IN