Recensie van Gied ten Berge, ‘Kom en zie!’ Nieuwe pelgrims in het Heilige Land. Valkhofpers, Nijmegen (2016), 227 blz.
drie sterren
De schrijver
Gied ten Berge (1948) is socioloog en theoloog en was indertijd een bekende naam in het Interkerkelijk Vredeberaad (IKV) en Pax Christi. Tegenwoordig is hij voorzitter van het Steuncomité Israëlische Vredes- en Mensenrechtenorganisaties en lid van de werkgroep Kairos Palestina Nederland, die steun zoekt voor vredesinitiatieven van Palestijnse christenen. In 2006 schreef hij samen met historica en echtgenote Wantje Fritschy een boek over de pelgrimstocht naar Santiago de Compostela. Vijf jaar geleden verscheen zijn ‘Land van mensen’, over de confrontaties en dialoog tussen christenen, joden en moslims in Israël en Palestina.
Zijn thematiek
‘Kom en zie!’ is de kreet waarmee Palestijnse christenen in 2009 de kerken uitnodigden om zelf te komen kijken hoe hard de werkelijkheid is voor christenen in het huidige Israël. Deze oproep was voor Ten Berge aanleiding om in 2013 met een vijftiental Nederlandse christenen (waaronder nogal wat predikanten) een onalledaagse reis te maken door ‘Het Land’ en daar zoveel mogelijk mensen te ontmoeten die nog geloven in dialoog en vrede, veelal met de moed van de wanhoop.
Zo logeren de Nederlandse gasten bij een christelijke familie wier huis aan drie kanten door ‘de Muur’ wordt omsloten, helpen ze mee bij de olijvenoogst op een boerderij die elk moment onteigend kan worden en luisteren ze naar de verhalen van een voormalige soldaat die na een moment van dieper inzicht zijn geweten laat spreken. Het zijn indrukwekkende ervaringen, die de ideeën van de deelnemers over Israël flink nuanceren.
Opvallendste stelling
Ten Berges boek is niet alleen een bijzonder reisverslag, het is ook een voorstudie voor een nog te schrijven proefschrift. Want vredesactivist Ten Berge heeft haast: hij wil de wereld niet nog jaren laten wachten op zijn boodschap dat het met de mensenrechten van ook de christelijke minderheid in Israël smartelijk gesteld is. Die wetenschappelijke opzet schemert al flink door in ‘Kom en zie!’: de deelnemers worden geobserveerd en systematisch geïnterviewd (voor, tijdens en na de reis).
Ook gaat Ten Berge in op een aantal sociologische, antropologische en theologische vragen rond het verschijnsel pelgrim. Waarin onderscheiden pelgrims zich bijvoorbeeld van museumbezoekers of toeristen? Waarom hadden Augustinus en Dorothee Sölle met pelgrims? Welke bezwaren hadden Erasmus, Luther en Calvijn? En mogen Ten Berges reisgenoten volgens de gangbare theorieën eigenlijk wel pelgrims heten? Ik verklap het maar alvast: ja, dat mag.
Mooiste zin
Wat deelnemer ‘Ab’ (zestiger, gepensioneerd predikant, van gereformeerde huize) geleerd heeft van de reis: ‘Als theoloog denk ik steeds meer dat we als kerk onopgeefbaar verbonden zijn met twee volkeren in conflict. Wij zijn als kerk verbonden met dat conflict en niet exclusief met een van de twee partijen in dat conflict.’
Reden om dit boek niet te lezen
Echt lekker soepel leest Ten Berge niet. Bovendien is ‘Kom en zie!’ nogal schools opgezet, waardoor sommige voorbeelden wel drie keer langskomen (in de tekst, in de samenvatting en in de conclusie). Heel jammer is (Ten Berge betreurt dat overigens zelf ook enorm) dat de ontmoeting met een rabbijn en een lid van de Israëlische Raad voor Interreligieuze Dialoog plotseling niet door kon gaan, te meer omdat het verwijt van eenzijdigheid al gauw valt als het om Israël gaat. Maar waarom nou toch die nadrukkelijk geëtaleerde, superieure afkeer van de ‘gewone’, ‘niet-contextuele’ pelgrimstochten naar het Land van de Bijbel?
Reden om dit boek wel te lezen
Een verdienste van dit boek is dat Ten Berge de lezer via de ogen van een aantal integere en behoorlijk reflexief ingestelde reisgenoten met de neus op een aantal pijnlijke en schrijnende feiten drukt. Mooie vondst is verder de idee dat je je (net als paus Franciscus) ook ‘meervoudig verbonden’ kunt voelen met de slachtoffers onder alle partijen, zonder neutraal te worden. En hoewel vaag blijft hoe dat tot concrete vrede kan leiden, het is in elk geval hoopvol geformuleerd.