Recensie van Carolina Lenarduzzi, Katholiek in de Republiek. De belevingswereld van een religieuze minderheid 1570-1750. Vantilt, 475 blz.
Vijf sterren
De schrijfster
Juriste Carolina Lenarduzzi (1960) begon haar loopbaan als advocaat en studeerde in 2011 in Leiden cum laude af als historica. Eind vorig jaar promoveerde ze op een proefschrift over de geschiedenis van de katholieke subcultuur in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1588-1795). De nu bij Vantilt verschenen versie ‘Katholiek in de Republiek’ is een bewerking daarvan voor een breder lezerspubliek.
De thematiek
U zult vast wel al weten dat de staatkundige start van de Noordelijke Nederlanden begon met de afsplitsing van het katholieke Spanje en dat gelovigen die niet de gereformeerde leer aanhingen, vervolgens zo’n tweehonderd jaar lang konden fluiten naar een openbare functie en hun heil moesten zoeken in schuilkerken. Ook is er al een en ander bekend over hoe daar vanuit Rome op gereageerd is. Maar hoe pakte het verbod op mis en sacrament uit in het leven van alledag? Liet de katholieke ‘minderheid’ (die trouwens op veel plekken numeriek in de meerderheid was) zich inderdaad gedwee uit het openbare leven verbannen? Hoe ging dat in de steden? Op het Brabantse platteland? Lieten de katholieken het zich verbieden hun geloof te praktiseren en daarmee hun zielenheil op het spel zetten? Of lukte het hun toch stiekem hun geloof te beleven of zelfs uit te dragen? Onversaagd protestante zielen te bekeren?
Lenarduzzi zocht het allemaal uit aan de hand van een fraaie verzameling historische egodocumenten: dagboeken, pamfletten, martelaarsbiografieën, liederen, tekeningen van het voorheen luisterrijke interieurs van leeggeroofde en geconfisqueerde kerken, herinnerringen aan processies en bedevaarten toen die nog mochten… Maar ook kleding, lichaamstaal en familieportretten blijken verbazend veel te vertellen over de katholieke identiteit en subcultuur in de Republiek. Hoogtepunt van haar onderzoek is de reconstructie van het Nederlandse ‘klanklandschap’, voor- en nadat de gereformeerde synode klokgelui, orgelspel en meerstemmig gezang aan banden had gelegd.
Opvallendste conclusies
Lenarduzzi’s belangrijkste conclusie is dat de katholieke minderheid zich niet onder liet schoffelen en bijzonder vindingrijk en zelfbewust werd, juist tegen de verdrukking in. Dat betekende overigens niet dat iedereen altijd op dezelfde lijn zat. Wat te doen bijvoorbeeld met relieken als de nog altijd prachtig witte tanden van Thomas van Kempen? Moesten ze naar een veilig katholiek buitenland gesmokkeld worden of hadden ze nog wonderen te verrichten in het ketterse Zwolle? En mochten de ‘kloppen’ (kloosterloze nonnen) nu wel of niet de mis zingen? De onderlinge meningsverschillen zouden uiteindelijk in 1723 zelfs leiden tot een scheuring tussen de roomse en de oudkatholieke kerk.
Een tweede interessante conclusie is dat ook katholieken veelal loyale vaderlanders en Oranje-aanhangers waren, die bijvoorbeeld in het rampjaar 1672 niets moesten hebben van het wangedrag van de Franse ‘bevrijders’, hoe katholiek die ook waren. De protestantse angst voor een katholieke vijfde colonne was dus lang niet altijd gegrond.
Typische zin
“Niet alleen wat katholieken aantrokken, ook wat zij uittrokken was betekenisvol. [Bijvoorbeeld] dat Amsterdamse katholieken blootsvoets de mirakelprocessie bleven lopen. Dit drukte boetvaardigheid uit. Tegelijk konden de gereformeerde Amsterdammers op deze manier niet om de katholieke overtuiging van hun stadgenoten heen.”
Redenen om dit boek niet te lezen
Als u terugverlangt naar de dagen dat de gereformeerde kerk het hier voor het zeggen had en andersgelovigen zich vooral koest moesten houden achter gesloten deuren, dan is dit boek niet aan u besteed. De auteur is onmiskenbaar op de hand van de onderliggende partij, hoewel ze al te militante katholieken niet ontziet. Verder moet u niet schrikken van de soms lastig leesbare citaten in deels vervlogen Nederlands; een vertaling ervan was welkom geweest.
Redenen om dit boek wel te lezen
Maar laat ik niet zeuren: Lenarduzzi maakt maar weer eens duidelijk hoe belangrijk godsdienstvrijheid en verdraagzaamheid zijn en haar nuchter-droge, licht-ironische manier van vertellen verveelt geen moment. ‘Katholiek in de Republiek’ is een formidabele voorbeeld van hoe je een mooi en verrassend historisch proefschrift ombouwt tot een verrukkelijk boek dat leest als een schelmenroman die u niet gauw weg zult leggen.