Recensie van Tomáš Halík, In het geheim geloven. Autobiografie. Vertaald door Kees de Wildt. KokBoekencentrum, 376 blz.
Drie sterren
De schrijver
De Tsjechische priester Tomáš Halík (1948) is inmiddels een gewaardeerde stamgast in deze rubriek. Zijn Nederlandstalige eersteling, ‘Geduld met God’ (2014), streek meteen al vijf sterren op, net als ‘De nacht van de biechtvader’ (2016) en ‘Raak de wonden aan’ (2018). Afgelopen maart zou hem in Naarden de Comeniusprijs uitgereikt worden, maar die festiviteit werd (vooralsnog) een jaar uitgesteld.
De thematiek
In navolging van Augustinus’ ‘Belijdenissen’ blikt de nu 72-jarige Halík terug op zijn leven, in een ‘levensbiecht’ die ‘een hermeneutische sleutel’ wil geven voor de persoonlijke en historische context waarin zijn geloof en theologie zich hebben ontwikkeld. Halíks leven is inderdaad verbonden met heel wat sleutelmomenten uit de Europese geschiedenis. Zo werd hij geboren in het jaar dat de Communistische Partij in Tsjecho-Slowakije de macht greep, genoot hij in 1968 als student hartstochtelijk van de korte Praagse Lente en werd hij in 1978 tot priester gewijd op (bijna) hetzelfde moment dat mede-Oost-Europeaan Wojtyła paus werd.
Halík vertelt hoe hij als enig kind opgroeide in een intellectueel milieu, waarom hij in 1966 belijdend rooms-katholiek werd en vervolgens in het diepste geheim werd opgeleid tot priester – zelfs zijn eigen moeder en de kardinaal mochten van niks weten. Zijn verhaal gaat over zijn rol in het verzet en zijn ‘bovengrondse’ werk als psychotherapeut in een verslavingskliniek. Over de pesterijen van de geheime politie en collaborerende medepriesters. Over zijn afkeer van compromissen en zijn bewondering voor Meister Eckhart, Nietzsche, Teilhard de Chardin en Jan Palach.
Ook vertelt hij hoe hij vlak voor de ‘Fluwelen Revolutie’ in 1989 eindelijk als priester uit de kast kon komen, over zijn kennelijk toch te hoogdravende blauwdruk voor de toekomst van het katholicisme in Tsjechië, en over hoe hij in 1998 genoemd werd als opvolger van president Václav Havel. Over zijn vriendschap met spirituele beroemdheden als Anselm Grün, de Dalai Lama en drie pausen op een rij.
Verder heeft hij nog wat zure appels te schillen met de theologische faculteit die hem in 1992 ontsloeg en gaat hij in op de donkere nacht waar zijn ziel vervolgens in terecht kwam. Het slotakkoord van zijn boek gaat over een nog vrij recente religieuze grenservaring, toen hij op Antarctica bijna het leven liet.
Mooiste zin
Diepe zinnen genoeg in dit boek, maar de mooiste staat pontificaal op het kaft: ‘In het geheim geloven’. Die meerzinnige titel dekt de lading naar mijn smaak beter dan alle best literair verantwoorde namen van de verschillende Duitse, Tsjechische en Engelse geschriften die vertaler De Wildt in deze Nederlandse tekst nauwgezet heeft samengebracht.
Redenen om dit boek niet te lezen
Het blijft natuurlijk een lastige combinatie: christelijke nederigheid en welverdiend maatschappelijk aanzien. Halík heeft inderdaad veel gedaan om trots op te zijn en daarvoor verwijst hij uiteraard naar God, ‘de verborgen auteur en regisseur’ van zijn verhaal. Toch werd ik op den duur kriegel van al die keren dat hij vermeldt ergens ‘voor gevraagd’ te zijn. Verder snap ik dat een intellectueel en kosmopoliet als Halík niet geschapen is voor dorpspastoor, maar waarom die minachting voor een kerk ‘vol oude vrouwen’? En wat zou hij toch met ‘tegennatuurlijke gedrag’ bedoelen?*
Redenen om dit boek wel te lezen
‘In het geheim geloven’ is een spannend tijds- en egodocument van een invloedrijk theoloog die in onder vreedzamere omstandigheden wellicht een glanzende, maar saaie academische carrière als historicus of Jan Hus-biograaf had gemaakt. Laat u, indien van toepassing, ook maar even geduldig op uw ziel geven voor de naïviteit waarmee veel West-Europese christenen zich indertijd in de luren hebben laten leggen door ‘christelijke vredesinitiatieven’ uit de Sovjetkoker. En overpeins vervolgens met Halïk hoe een mens (of kerk) een crisis kan aangrijpen als uitgelezen moment voor geestelijke vernieuwing.
EEN GEREDIGEERDE VERSIE VAN DEZE RECENSIE VERSCHEEN OP 13 JANUARI 2021 IN
* Naschrift: Trouw-lezer Jan van Hooydonk attendeerde me erop dat dit wellicht ironisch bedoeld is, gezien bijvoorbeeld Halíks aanvaring met kardinaal Duka over het thema homoseksualiteit. Helaas laat hij in zijn biografie dit onderwerp verder onbesproken.