Recensie van TON DE KOK, GOD VOOR NIET-GELOVIGEN. DE GOD VAN SPINOZA. Thoth, 128 blz.
Drie sterren
De schrijver
Ton de Kok (1942) was ooit marinier en ging na een studie Russisch aan het werk voor de inlichtingendienst. Tussen 1983 en 1994 zat hij voor het CDA in de Tweede Kamer. In 2000 promoveerde hij op de spirituele zoektocht van een Russische medevrijmetselaar uit de 18e eeuw, waarna hij filosofie ging studeren en docent godsdienstfilosofie werd op het vwo. In twee eerdere boeken met de titel ‘Wat is God?’ (2013 en 2017) beschreef hij de worsteling van een aantal bekende westerse filosofen, schrijvers, wetenschappers en kunstenaars met het Godsidee. Zelf heeft De Kok inmiddels spiritueel onderdak gevonden bij Spinoza (1632-1677) en de Amsterdamse Spinozakring.
De thematiek
In dit nieuwste boek geeft De Kok in zo’n honderd bladzijden een inleiding op Spinoza’s rationele ‘religie’. Hedendaags strak door de bocht legt hij uit hoe God daarin samenvalt met de natuur (en grammaticaal gezien dus vrouwelijk is) en overal is, dus ook in u en mij. Spinoza’s God is een drietrapper en bestaat uit (a) een eeuwige en volmaakte substantie met (b) twee eigenschappen (materie en geest), die (c) verschijnen in een tijdelijke vorm (modus). Wie God wil kennen, bestudere dus de natuur en haar geenszins ondoorgrondelijke wetten, die overigens volstrekt amoreel zijn en straffen noch belonen, hoe hard u ook bidt.
Een ander belangrijk axioma is dat elke tijdelijke levensvorm het aangeboren doel heeft om zo lang en goed mogelijk te leven, zo nodig ten koste van andere. We handelen dus altijd uit puur eigenbelang, hoewel het juist daarom soms ook heel verstandig kan zijn om weloverwogen rekening te houden met het eigenbelang van een ander. Met altruïsme, naastenliefde of trouw heeft dat echter niets van doen. Ook andere christelijke kernbegrippen als schuld, berouw, vergeving, medelijden en barmhartigheid zijn volgens spinozist De Kok in het licht van de eeuwige natuur gezien zinloos en overbodig.
Opvallendste stelling
Spinoza is lange tijd streng veroordeeld als godsloochenaar en -lasteraar en veel van het bovenstaande heeft u wellicht ook al van eerdere en latere natuurfilosofen en atheïsten vernomen. Minder bekend is dat er – tot ongenoegen van sommige van zijn aanhangers – ook een mystiek element in zijn leer zit, in het begrip ‘intuïtie’, de hoogste vorm van wijsheid en kennis. Eveneens verrassend is dat Spinoza Jezus zag als iemand met een ‘absolute intuïtie’ over God Natuur.
Centrale zin
Een citaat van Spinoza zelf, dat De Kok graag op diens standbeeld bij de Stopera had zien staan: “Ik heb mij beijverd het menselijk handelen niet te bespotten, niet te betreuren, noch te verwensen, maar te begrijpen.“
Redenen om dit boek niet te lezen
Of het nu aan Spinoza zelf of aan De Koks samenvatting ligt: het determinisme is wel erg plat. Als al ons denken en handelen een zaak is van onwrikbare psychologische natuurwetten van oorzaak en gevolg en individuele overlevingsdrang, hoe is dan onze doodsdrift te duiden? En is de zelfopoffering van gendarme Arnaud Beltrame laatst, tijdens de gijzeling in Trèbes, dan tegennatuurlijk? En hoe zat het met De Koks eigen bereidheid indertijd om als marinier zijn leven te geven voor een groter, gemeenschappelijk goed als koningin, vaderland en democratie? Ik had er graag wat over gelezen.
Ja, en dan dat eeuwigdurende debat over de vrije wil. Als die inderdaad een illusie is voor de onnozelaars onder ons, hoe kun je dan opschrijven dat mensen de moeite moeten willen nemen om Spinoza te doorgronden? En welk oud CDA-zeer zou er toch zitten achter al die sneren richting christenen?
Redenen om dit boek wel te lezen
De Kok redt met succes Spinoza uit de handen van militante atheïsten als Herman Philipse en Richard Dawkins. Hij schrijft toffe taal, weet wie Claudia de Breij is en waar Mosul ligt en maakt zich al jaren sterk voor een vaste plaats in de examenstof van het vwo voor deze beroemdste Nederlandse filosoof. Nu, het lesmateriaal voor een Spinoza-cursus op vwo-niveau is met dit boek alvast af.