Interview met Mirjam Knotter, conservator bij het Joods Historisch Museum en samensteller van de tentoonstelling ‘Kabbala’
KABBALA | Een net geopende tentoonstelling licht de sluiers op rond kabbala, de joodse mystiek. Wat is kabbala eigenlijk en hoe zit het met die geheimzinnigheid die er zo lang omheen heeft gehangen?
Toen de nieuwe directeur van het Joods Historisch Museum in Amsterdam, Emile Schrijver, vier jaar geleden conservator Mirjam Knotter vroeg waarover zij nou eens een grote knaltentoonstelling zou willen organiseren, wist ze het meteen: kabbala. Het was de kunsthistorica namelijk opgevallen dat kabbala (met de klemtoon op de laatste a, dus kabbalá) steeds meer belangrijke beeldende, joodse en niet-joodse, kunstenaars wist te inspireren, onder wie Barnett Newman, R.B. Kitaj en Anselm Kiefer.
Ook in de populaire cultuur is kabbala reuzehip sinds Madonna, David en Victoria Beckham en Britney Spears rode polsbandjes gingen dragen om kwade krachten af te weren. En zong David Bowie trouwens niet al in 1976 in ‘Station to Station’ over ‘kether’ en ‘malkuth’, twee elementen uit de kabbalistische levensboom? Een foto waarop Bowie zo’n ‘ets chaim’ zit te tekenen, prijkt dan ook prominent op het affiche en het boek bij de tentoonstelling.
De nieuwste spirituele rage in New Age-land? Modieus geflirt met occulte praktijken als tarotkaarten, numerologie en magie? Waar een weldenkend mens zich verre van houdt? Mirjam Knotter: “Sommige mensen richten zich inderdaad voornamelijk op die praktische, magische kant van kabbala.” In het souterrain van het museum ligt dan ook een verzameling spannende, soms schitterend kleurrijke voorwerpen uitgestald, die getuigen van grote devotie en bedoeld zijn om het lot te beïnvloeden.
Kraamkameramuletten
Aandacht trekken bijvoorbeeld de kraamkameramuletten, die de kraamvrouw en haar nog zo kwetsbare pasgeboren kind moeten beschermen tegen de demon Lilit, de eerste, vrijgevochten vrouw van Adam. Bijgeloof? Knotter: “Met waardeoordelen hebben we ons hier niet beziggehouden, wij hebben in kaart willen brengen wat kabbala allemaal is. En ik moet zeggen: het is fascinerend.”
Bovendien: kabbala is veel breder en diverser dan praktische magie. De belangrijkste grondlegger van de leer, Isaac Luria (1534–1572) was bijvoorbeeld een groot tegenstander van magische amuletten. “Het basisidee van zijn theorie is dat de schepping niet iets is wat in een ver verleden gebeurde en indertijd af was, en wat we daarna met z’n allen verpest hebben. Nee, in de kabbalistische scheppingsmythe heeft er aan begin van het scheppingsproces een oerramp, een soort oerknal plaatsgevonden waardoor alles uit balans is geraakt en ‘de vaten’ met het goddelijke licht erin ‘gebroken’ zijn. Volgens Luria is de mens op aarde om met zijn levenshandelingen actief bij te dragen aan het herstel van die gebroken schepping.”
“De schepping is dus een voortdurend proces waar we nog altijd midden zitten en waarin alles, iedere handeling en intentie, met elkaar verbonden is en invloed heeft, positief of negatief. En dat idee zelf deel uit te maken van het totale scheppingsproces van licht en donker, chaos en orde, actie en reactie, dat spreekt kunstenaars aan, want die zijn ook met creëren bezig.”
Adam wist alles
Daarnaast gaat de theoretische kabbala ervanuit dat er een oerwaarheid is. Knotter: “Volgens kabbala was de allereerste mens, Adam, op de hoogte van deze kennis: hij wist hoe alles werkte en met elkaar samenhing en wat het doel van zijn bestaan was. Die kennis hebben de Bijbelse profeten en joodse mystici sindsdien steeds mondeling doorgegeven aan degenen die dat waardig waren.”
“Het woord kabbala betekent eigenlijk ‘traditie’, ‘overdracht’, ‘het doorgeven’ van die oeroude kennis, die je als van een ui laagje voor laagje ui probeert af te pellen, wat eveneens bijdraagt aan het herstel van de schepping. Dat idee van een oerkennis zit overigens in veel religies en je kunt ook kabbalist zijn zonder religieus te zijn. Vandaar dat kabbala altijd enorm aantrekkelijk is geweest voor seculiere joden, die geen affiniteit hadden met het geïnstitutionaliseerde jodendom, maar er een spirituele verdieping vonden die dicht bij de joodse bron ligt. Ook dat zie je veel in de kunst terug.”
Vanuit die oerkennis richten kabbalisten zich ook op de verbinding met God, bijvoorbeeld via meditatie op de letters van de verschillende namen van God. In de tentoonstelling is een aantal prachtige van zulke meditatieplakkaten (sjiviti) uit de 18e eeuw te zien, waarbij Belu-Simion Fainaru’s vier meter hoge tl-sculptuur uit 2006 van de vierletterige godsnaam opvallend strak afsteekt. Licht speelt eveneens een grote rol op een podium met bruidsjurken, in de ruimte over het thema van de versmelting van de mannelijke en vrouwelijke aspecten van God.
Geheimzinnig
Rond kabbala heeft lang een geheime waas gehangen, terwijl deze tentoonstelling en het boek erbij de ramen wijd openzet. Hoe zit dat? “De basis van die geheimzinnigheid ligt in de Tora. De vroege rabbijnen zeiden: er zijn twee delen in de Tora waarmee je je als gewone ziel liever niet bezig moet houden, want om die aan te kunnen heb je een bepaalde kennis en geestelijke volwassenheid nodig.”
“Zo moet je je niet zomaar verdiepen in wat er vooraf ging aan Genesis; het eerste vers daarvan begint niet voor niets met de ronde, afgesloten letter ‘bet’. En het andere deel waar je voorzichtig mee moet zijn, is het visioen van de profeet Ezechiël, die een hemelreis maakte en God op een vurige troonwagen aanschouwde. We hebben hier een handschrift uit 1600 dat waarschuwt voor de gevaren van hemelreizen, over vier rabbijnen die zo’n geestelijke reis probeerden te ondernemen. De een viel van zijn geloof, de ander ging dood en de derde verloor zijn verstand; alleen de vierde, rabbi Akiva kwam er goed en vreedzaam uit. Ook hangt hier werk van de Amerikaanse kunstenaar Harry Smith, die veel hallucinerende middelen innam en bij kabbala uitkwam, daar kun je je dus wel iets bij voorstellen. Dat geheimzinnige randje was denk ik ook bedoeld om mensen tegen zichzelf te beschermen.”
Met elkaar de schepping herstellen
Dat er nu zoveel meer openheid is over kabbala, komt mede door rabbijn Yehoeda Ashlag (1866–1954), die kabbala toegankelijker heeft gemaakt voor een groter publiek. Vooral na de Holocaust was de balans zo verstoord geraakt en moest er zoveel hersteld worden, dat hij het geoorloofd vond om de voorheen geheime leer te verspreiden, zodat we met elkaar al onze energie konden gaan inzetten om de schepping te herstellen. Die overtuiging dat we over onze ego’s heen moeten stappen vindt bijvoorbeeld verbeelding in Anselm Kiefers werk The Breaking of the Vessels en Madonna’s titelsong bij de James Bond-film Die Another Day.
Wat veel mensen zal verbazen: er bestaat ook christelijke kabbala. “Ja! Dat begon bij de vroege humanisten, die op zoek naar oerkennis en de universele waarheid van het christendom niet alleen keken naar de Griekse en Romeinse oudheid, maar ook naar het jodendom en daarbij uitkwamen bij kabbala. Het topstuk van de tentoonstelling is een manuscript uit de 11e eeuw, met daarin de alleroudst bekende versie van het Sefer jetsira, een boek over de schepping. We hebben dat kunnen lenen uit de bibliotheek van het Vaticaan; dat ligt hier als een sprookje, echt heel bijzonder. Het Vaticaan heeft een heleboel kabbala verzameld, nee, niet om de vijand te bestuderen, maar om van te leren, zij het voor het eigen doel.”
“Ook van de christelijke kabbala laten we leuke voorbeelden zien, zoals hoe er aan de Hebreeuwse vierletterige godsnaam een letter werd toegevoegd en dat er dan opeens ‘Jezus’ stond. De tentoonstelling is ook wat dat betreft echt een dialoog en mix van verschillende soorten kennis en kunst.”
Tentoonstelling Kabbalah קבלה in het Joods Historisch Museum en diverse andere locaties in het Joods Cultureel Kwartier in Amsterdam, tot en met 25 augustus
Een geredigeerde versie van dit interview verscheen op 2 april 2019 in