‘Was ik maar nooit naar Frankrijk teruggekeerd!’

Recensie van Joris Verbeurgt, Weldra zal ik onder de guillotine liggen. Grace Elliott – ooggetuige van de Franse Revolutie. Vrijdag, 256 blz.


Kaft ElliottDe Schotse advocatendochter Grace Dalrymple Elliott (1754-1823) zou het niet slecht doen in een historische avonturenroman van de Golons, u weet wel, van die ontembare Angélique, die furore maakte aan het hof van de Zonnekoning. Grace is opvallend mooi, kan geestig converseren en wordt op haar 17e uitgehuwelijkt aan een schatrijke, twintig jarig oudere Londense society-arts. Drie jaar later sneuvelt het huwelijk na een scandaleuze affaire met een knappe, eveneens getrouwde burggraaf en ligt Grace’ reputatie aan flarden – haar geliefde moet van de rechter de bedrogen dokter het gigantische bedrag van 12.000 pond betalen bij wijze van ‘morele schadevergoeding’ en zelfs haar familie wil niets meer van haar weten.

Waarop ze een riante carrière begint als professioneel maîtresse van onder meer een jongere broer van de Franse koning en, terug in Engeland, de Engelse kroonprins en vader (hij ontkent) van haar dochter. Via hem leert ze hertog Louis-Philippe II d’Orléans kennen, een neef van Lodewijk XVI en de rijkste man van Frankrijk, die haar in 1786 luxueus in Parijs installeert als een van zijn vaste minnaressen; hij zal als ‘Philippe Égalité’ nog een leidende rol in de Franse Revolutie spelen. Maar nadat hij in 1793 als lid van de Jacobijnse factie in de Nationale Conventie voor het doodsvonnis van zijn neef de koning heeft gestemd, wordt hij ervan beschuldigd zelf de troon te pretenderen en rolt ook zijn hoofd onder de guillotine.

Aan de beurt voor het schavot

Waarmee het gedaan is met Grace’ luizenleven: ze wordt verdacht van spionage, mensensmokkel en samenzwering en belandt in het gevang, vanwaaruit dagelijks menig aristocraat naar het schavot wordt afgevoerd; ook zij vreest elk moment aan de beurt te zijn. Wonderbaarlijk genoeg overleeft ze het en een paar jaar later duikt ze berooid weer op in Engeland, waar ze in 1801 op verzoek van de Engelse koning George III opschrijft wat ze zoal heeft meegemaakt tussen 12 juli 1789 en 27 juli 1794, de dag waarop Robespierre ten val kwam.

Dat verslag was oorspronkelijk slechts voor ’s konings ogen bedoeld; pas in 1859 publiceerde Grace’ kleindochter het verhaal. De Franse vertaling volgde in 1861 en riep, net als Eric Rohmers verfilming ervan in 2001 (l’Anglaise et le duc), nog heel wat boze reacties op, schrijft Joris Verbeurgt in een prima inleiding bij zijn Nederlandse vertaling van Grace’ herinneringen. Haar memoires zouden reactionaire, anti-republikeinse, royalistische propagandaleugens zijn.

Lafayette bij het ontbijt

En het is waar: ze valt op heel wat onjuistheden te betrappen, die niet allemaal te wijten zijn aan een slecht geheugen, het feit dat de Franse jaartelling in 1793 opnieuw was begonnen en dat er nog geen internet was om alle data drievoudig te checken. En ja, Grace was royaliste, daar kwam ze ook tijdens haar verhoren in de gevangenis rond voor uit: ze kende Marie Antoinette immers persoonlijk als de vriendelijkheid zelve en had geen goed woord over voor het ‘gepeupel’ en ‘janhagel’ dat het land onveilig maakte. Lafayette, de grote held van de Amerikaanse en Franse Revolutie (ze kende hem van ontbijtjes bij haar minnaar) was in haar ogen een monsterlijke boef en het kwade brein achter de arrestatie en dood van de koning en koningin onder de guillotine.

Koningsmoord vond ze een onvergeeflijke misdaad – razend was ze, toen ze hoorde dat Philippe Égalité voor het doodsvonnis van zijn neef Lodewijk XVI had gestemd, terwijl hij haar bij de lunch nog zo had bezworen dat hij zich ziek zou melden als het op stemmen aankwam, al zijn cadeautjes kieperde ze weg.

Forrest Gump

Maar zou ze nou echt als een 18e eeuwse Forrest Gump toevallig net ter plekke zijn geweest toen er op straat met het afgehakte hoofd van minister De Foulon gesold werd? Zou dat hoofd inderdaad bij haar de koets in zijn gegooid? Zou ze werkelijk door Robespierre persoonlijk zijn verhoord? Maar waarover dan? In het gevangenis dikke vriendinnen geworden met de markiezin van Beauharnais, de latere mevrouw Bonaparte, keizerin Josephine? Zo’n grote mond hebben gehad tegen haar ondervragers?

Haar breed geëtaleerde heldhaftigheid lijkt soms meer haar reputatie bij de Engelse koning dan de waarheid te dienen – niet voor niets wantrouwen historici de autobiografie als bron. Ook is ze knap naïef in de overtuiging dat haar beminnelijke hertog het willoze slachtoffer was van foute vrienden, zoals de gravin van Buffon, Grace’ opvolgster (en rivale?) als favoriete maîtresse.

Achter het behang

Wel krijgen we zo een aardig beeld van de opmerkelijk christelijke deugden van courtisane Grace: barmhartigheid, zelfopoffering, zorgzaamheid. En het levert een aantal spannende anekdotes op over hoe ze een voortvluchtige gouverneur tijdens een huiszoeking listig onder haar matras verstopt, een panische gravin achter het behang laat onderduiken en ondertussen haar onbetrouwbare, Jacobijnse kokkin sluw voor het lapje weet te houden. Bovendien: behoeft een pakkend verteld waar verhaal soms niet wat verdichting?

Toch zijn Grace’ memoires meer dan alleen een aangedikt verhaal over sleutelmomenten uit de Grote Geschiedenis: de charme ervan zit ook in de zijdelinkse details. Zo kon ik me erover verbazen hoe Grace’ Franse hertog midden in de heftigste politieke crises nog regelmatig de tijd neemt om uitgebreid bij haar te komen dineren en zich door haar de les te laten lezen.

Ook haar beschrijving van het ellendige gevangenisleven komt authentiek over, inclusief de zelfmoorden, het afscheid van een geliefde of vriend op weg naar het schavot, tot en met de romance die in al die stres opbloeide tussen de markies van Beauharnais en een kakelverse weduwe, de jonge gravin van Custin, een vriendin van zijn echtgenote, met wie hij zich net in de gevangenis verzoend had.

Avontuurlijke courtisane

Complimenten daarom voor Joris Verbeurgt, die ruim tweehonderd jaar na dato de moeite heeft genomen Grace’ thriller in het Nederlands te vertalen en te voorzien van een gaaf lesje in de Franse Revolutie plus een indrukwekkend register met minibiografietjes van al die hertogen, graven, prinsessen en ook slotenmakers, koks en beulen die haar turbulente leven bevolkten. Want jongejonge, wat een netwerk had deze avontuurlijke courtisane, die het toch maar mooi allemaal heeft kunnen navertellen.


Fameuze vrouwen uit de Franse Revolutie

De bekendste vrouw van de Franse Revolutie is natuurlijk de zinnebeeldige Marianne. Maar ook vrouwen van echt vlees en veel bloed speelden indertijd bepaald geen bijrol. Zo dwong op 5 oktober 1789 een menigte visvrouwen de koning en koningin van Versailles naar Parijs te verhuizen; eveneens berucht zijn de ‘tricoteuses’, die bij de guillotine frygische mutsen zaten te breien.

Het beroemdste slachtoffer is uiteraard Marie Antoinette, die ondanks alle vernederingen op het schavot haar waardigheid wist te bewaren. Dit in tegenstelling tot Madame du Barry, de gehate minnares van koning Lodewijk XV: zij werd gillend naar de guillotine gesleept. En laten we vooral de 24-jarige Girondijnse Charlotte Corday niet vergeten, die de Jacobijn Jean-Paul Marat vermoordde terwijl hij in bad zat – ook zij stierf onder de valbijl.

Voor meer verhalen uit de eerste hand kunt u terecht bij Aimée de Coigny (1769-1820), de intelligente en libertijnse salonnière en echtgenote van de markies van Fleury. Dankzij omkoperij overleefde ze de gevangenis, waar André Chénier het gedicht La jeune captive over haar schreef. De laatste jaren van haar leven werd ze vroom; haar memoires vol pikante en rake observaties uit haar leven verschenen in 1902.

Nog steeds de belangrijkste informatiebron over het leven aan het Franse hof toentertijd zijn de (ook in het Engels vertaalde) memoires van Louise-Élizabeth de Croÿ (1749-1832), de latere hertogin van Tourzel. Ze was de gouvernante van het koninklijke kroost en was erbij toen Lodewijk en Marie-Antoinette op de vlucht werden aangehouden in Varennes.


EEN KORTERE VERSIE VAN DEZE RECENSIE VERSCHEEN OP 6 APRIL 2019 IN

logo Trouw