Ascetisch afzien in de Vierdaagse

Lopen | Is wandelen met duizenden mensen een spirituele ervaring? Ik loop ook dit jaar weer mee in de Nijmeegse Vierdaagse. Samen afzien is verslavend.


Met 50.000 mensen vier dagen achter elkaar al voor zonsopgang op pad gaan en dan 30 tot 55 kilometer per dag sjouwen, met niet meer dan een petje of regenjas tussen jou en het weer – is daar iets spiritueels aan? Wel degelijk.

In India lopen honderdduizenden hindoes elk jaar in de zomer vijf dagen lang – bij voorkeur op blote voeten – een steile, weerkundig zeer onvoorspelbare en gevaarlijke berg op, om de Amarnath-grot te zien. Het is een van de heiligste plekken in het hindoeïsme. In Nijmegen start morgen de Nijmeegse Vierdaagse, die elke dag zowel in Nijmegen begint als eindigt. En ook dat kun je gerust een spiritueel evenement noemen.

Lees de laatste spirituele wandellectuur er maar op na. Wandelen met duizenden anderen, dan voel je je al gauw één met de natuur. Geen betere manier om te onthaasten en de waan van de wereld achter je te laten dan je ene been voor je andere te zetten, met slechts een simpele fles water, appel en banaan in je knapzak. Het landschap traag aan je voorbij laten gaan en daardoor zoveel meer zien dan wanneer je in de auto of op de fiets zit. Frisse lucht. Ontmoetingen. Al lopend mediteren. Pelgrimeren. Afzien, om een beter, wijzer en uiteindelijk gelukkiger mens te worden.

De Vierdaagse biedt ruimte voor religieuze waarden, zoals gemeenschapszin. Om te beginnen omdat het niet om winnen gaat: misschien meteen de reden waarom wandelen als (competitieve) sport niet erg hoog aangeschreven staat.

Geen wandelaar is erin geïnteresseerd wie er als eerste over de finish op de Wedren gaat – sterker nog, wie al om tien uur binnen is, wordt er door de (calvinistische?) achterhoede al snel van verdacht dat hij gesmokkeld heeft of een uitslover is. Los daarvan: wat heeft een mens al zo vroeg op de Wedren te zoeken? De tap is er dan nog ongezellig dicht, feestmakers Wipneus en Pim slapen nog en alle dweilorkestjes staan nog elders aan de route.

Wildvreemde schouders

Vierdaagselopers zijn geen concurrenten, maar reisgenoten. Wij lopers sleuren elkaar er eendrachtig doorheen. Wildvreemde schouders slepen uitgeputte strompelaars onder groot applaus over de finish. Hele families wandelen mee, van twee, drie generaties. Opa’s lopen trots naast hun kleinkind van elf, twaalf jaar, dat voor het eerst ‘de dertig’ doet. Als je als eenling onderweg inzakt, haak je gewoon aan bij een peloton militairen: je pikt het tempo van hun marsliedjes meteen op.

En zelfs als loop je hem alleen, eenzaam hoef je niet te zijn met die tienduizenden anderen om je heen. Je raakt makkelijk met iemand aan de praat, waardoor de kilometers een stuk sneller voorbijgaan. Onderweg wordt er veel gedeeld: heldhaftige verhalen over voltooide wandelmarsen van tachtig tot wel honderd kilometer per dag, of over een echte pelgrimage naar Santiago de Compostella – wie indruk wil maken, moet meer in de benen hebben dan alleen het Pieterpad. Maar je hoort ook kleine verhalen over groot verdriet: Bij de Vierdaagse sta je maar zo met je armen om iemand heen die hem dit jaar voor het eerst alleen loopt, omdat vrouw of vriend afgelopen winter overleden is. Over werk gaat het eigenlijk nooit en naar elkaars namen vraag je zelden.

Stelling: de halve lol van de Vierdaagse is ascetisch afzien. Goed, er zijn mensen die hem moeiteloos uitlopen, zelfs als ze geen kilometer hebben getraind. Maar als je je volgens de richtlijnen voorbereidt, begin je al in februari met wekelijkse trainingen en dat kost veel tijd, die je niet aan werk, ramen lappen en lezen kunt besteden. En dan nog is succes niet gegarandeerd: in een file van tienduizenden mensen kun je moeilijk je eigen tempo bepalen en daar kun je nare blaren of andere blessures van oplopen. Vandaar dus T-shirts met ‘Pijn is fijn’ erop, vandaar dus de lege medicijnenstrips waarmee op dag vier de weg bezaaid is. En bijna elke dag schreeuwen je voeten wel dat dit echt de allerlaatste keer is.

Waarom doet een doorgaans weldenkende mens dit zichzelf dan toch aan? Die massaliteit? Die beschamende hoeveelheid afval langs de weg? Die pijnlijke decibellen van al die openluchtdiscotheken? Waarom die zelfkastijding?

Wel voor vijf uur binnen

Om de natuurervaring zal het niet zijn. Er zitten aardige stukken tussen, maar met een mooie boswandeling heeft de Vierdaagse weinig te maken – bomen zijn daar dingen om even achter te hurken. Om de diepe gedachten tijdens het lopen? Nog nooit last van gehad. De mindfulle aandacht die je aan elke stap besteedt? Hallo, we moeten wel voor vijf uur binnen zijn, ja! De verbroedering der volkeren dan? Je hoort inderdaad een hoop talen en dialecten, maar aanmerkelijk minder dan in Almere en ook de kleur van huid en haar van de gemiddelde Vierdaagselopers komt in de verste verte niet overeen met die van de doorsnee-Nederlander of -aardbewoner. Om het kruisje dat je op vrijdag mag opspelden? Ach, zodra je Nijmegen uit bent, betekent het niets meer en thuis ligt het na een week onderin de la.

Waarom dan wel? Omdat je je het hebt voorgenomen, het met jezelf hebt afgesproken en je ook jezelf aan je gegeven woord wilt houden: beloofd is immers beloofd. Om de kick van het doorzetten. Misschien wel om de endorfine die je produceert als je tot het uiterste gaat, wat je dan ervaart als ‘iets hogers’.

Of is het omdat onderweg bijna alle dorpskerkjes open zijn en dat het daar opeens zo heerlijk droog, koel en stil is? Omdat je daar zoveel mensen een kaarsje ziet aansteken, zoals twee jaar geleden na de vliegramp in Oekraïne? Om die glimp oneindigheid als je op de dijk naar Lent of Heumen loopt in die eindeloze mensensliert? Of omdat je in een cadans en trance raakt, als je leeg en moe ineengedoken in je regenponcho een uur lang alleen maar de harige kuiten van je voorganger ziet? Die keer dat je tijdens een onweer met een vreselijk melig Moluks peloton in een legertent schuilde?

Misschien is het omdat je het toch een keer wilde meemaken en daarna nog een keer. En toen nog een keer, tot nu al tien keer toe. Om die dronken studenten die je elke ochtend komen uitzwaaien. Om de zonsopgang boven de Waal. Om al de mensen langs de weg (ook bij regen) en de kinderen die dropjes, spekjes en komkommers uitdelen. Om die keer dat je helemaal achterop was geraakt en al het publiek al weg was, behalve die ene accordeonist. Om die man vlak voorbij Elst, die jaar na jaar onvermoeibaar het evangelie staat te verkondigen, terwijl hij daar (bijna) uitsluitend meewarige blikken mee trekt.

Omdat iemand je vertelt over grootouders die na de oorlog helemaal uit Polen terug naar huis kwamen lopen, zonder dat er om de tien kilometer een blarenprikpost stond of overal koekjes werden uitgedeeld. En omdat je je na drieënhalve dag heel vaag kunt voorstellen hoe het is om anno 2016 lopend op de vlucht te zijn, ook zonder schoenen en sokken uit een dure outdoor-winkel.

High fives

En ja, om de Via Gladiola, die tegenwoordig al tien kilometer voor de finish begint, in Mook. Waar het carnaval is en je ineens weer de energie hebt om te dansen. Omdat het vier dagen per jaar heerlijk blijkt te zijn om mee te blèren met André Hazes, Lee Towers en de Zangeres zonder Naam. Omdat je in Nijmegen wordt binnengehaald alsof je de stad komt bevrijden. Je links en rechts gladiolen krijgt. En high fives. Alsof je Máxima bent, ook al loop je niet op elegante pumps – integendeel. Waar ze je even boven jezelf uittillen.

Daarom loop ik de Vierdaagse, nu heus voor de allerlaatste keer.


Recente boeken over spiritueel wandelen

  • Thich Nhat Hanh, Wandelen. Mindfulness voor elke stap. Ten Have, 96 blz.
  • Marinus van den Berg en Wim Huijser, Levenspaden. Een inspiratiebron voor levenskunst. Ten Have, 288 blz.
  • Eric Brinckmann, Filosofische wandelingen. Denken over binnen en buiten door de eeuwen heen. KNNV, 320 blz.

EEN GEREDIGEERDE VERSIE VAN DIT ARTIKEL VERSCHEEN OP 18 JULI 2016 IN logo Trouw