De koning van alle boekhandelaren

Recensie van ROSS KING, DE BOEKHANDELAAR VAN FLORENCE. OVER DE RENAISSANCE, DE BOEKDRUKKUNST EN DE VERANDERENDE KRACHT VAN IDEEËN. Uit het Engels vertaald door Toon Dohmen. De Bezige Bij, 528 blz.


Beoordeel een boek nooit op zijn kaft, zo leerde George Eliot de mensheid. Wel, met de voorkant van ‘De boekhandelaar van Florence’ is niks mis: die toont weliswaar niet Vespasiano da Bisticci, de hoofdpersoon van het verhaal, maar het portret van de renaissanceschilder Moroni van een geleerde met een boek dekt de lading goed.

Maar dan de achterflap. Word je lekker gemaakt met een Florentijns klooster vol nijvere nonnen die (nee maar!) met hun drukpers zowel Renaissance, Reformatie als Verlichting in gang zouden hebben gezet, moet je tot bladzijde 329 wachten voor ze in beeld komen. En vervolgens op zuster Marietta na naamloos blijven en in enkele armzalige alinea’s vooral gememoreerd worden om hun slordige werk als slovende zethulpen in de kloosterdrukkerij Di Ripoli. Waarbij Fra Domenico, de ambitieuze procurator van het klooster, met alle eer en aandacht mag strijken in het verhaal over zijn zakelijke beslommeringen en hoe manmoedig hij de tegenslagen van de kloosterdrukkerij toch het hoofd wist te bieden.

Nu ik erop lette: in Kings geschiedenis van het intellectuele leven in het vijftiende eeuwse Florence komen de vrouwen er beschamend bekaaid vanaf. Dat ligt natuurlijk vooral aan de geest van die tijd en plaats: de meisjes uit de betere, geletterde Florentijnse families trouwden heel jong en werden door niemand minder dan de aartsbisschop gemaand binnen te blijven, tenzij voor een gesluierd bezoek aan de kerk – je aan het raam te laten zien of eruit hangen was uit den boze. En mocht je familie geen dure bruidsschat kunnen betalen, dan werd je – een stuk goedkoper – ‘veilig’ ingesloten achter de muren van een klooster.

Even mopperen

Ook menig Florentijns humanist meed vrouw en huwelijk: een echtgenote zou de studie maar in de weg staan en Vespasiano bleef tot zijn dood inderdaad overtuigd vrijgezel. Dus als King dan plotsklaps ene Isotta Nogarola opvoert, een geleerde dame die in 1459 het Concilie van Mantua toesprak, dan word dit Aagje apenieuwsgierig. Maar helaas, waar King uitgebreid het intellectuele doopceel licht van vrijwel elke mannelijke passant in dit biografisch eivolle verhaal, moet de lezer voor meer informatie over deze humaniste uit Verona zelf het internet op. In dit opzicht is Kings boek spijtig genoeg dus geen volwaardig vervolg op Irene Vallejo’s onlangs vertaalde, verrukkelijke ‘Papyrus’, over de geschiedenis van het boek in de klassieke oudheid.

Maar genoeg gemopperd. Want verder heeft de zeer belezen Canadees-Engelse schrijver Ross King (1962) met ‘De boekhandelaar van Florence’ een indrukwekkend verhaal afgeleverd over het gouden tijdperk van Florence, de bakermat van de Italiaanse renaissance. In ‘De koepel van Brunelleschi’ (2005) schreef hij al over de bouwer van de koepel van de Florentijnse kathedraal; dit keer staat Vespasiano da Bisticci (1422(?)-1498), ‘de koning van alle boekhandelaren’ in het middelpunt.

Het is het verhaal van een intelligent en sociaal kennelijk zeer vaardig knaapje uit een Toscaans bergdorpje, dat vanuit een baantje als jeugdige perkamentmaker op z’n 23ste al is uitgegroeid tot een erkend expert van manuscripten van antieke auteurs als Cicero, Livius en Tacitus, hoewel hij nauwelijks klassiek geschoold was. Maar als veelbelovende jongeling onder de hoede van de humanistische geleerde Niccolò Nicccoli had hij zich rap ontwikkeld en bleek hij uitzonderlijk goed te zijn in het opsporen van zeldzame, soms zelfs verloren gewaande klassieke handschriften en daar vervolgens schitterende nieuwe afschriften van te laten maken.

Kostbare handschriften

Want daar was halverwege de 15e eeuw een enorme vraag naar: de Florentijnse bankier Cosimo de’ Medici was een hartstochtelijk verzamelaar en ook in de rest van Italië en Europa probeerden de rijken der aarde (pausen, ambassadeurs, koningen, hertogen en krijgsheren) elkaar te overtroeven met steeds grotere en completere bibliotheken, vol kostbare handschriften die ze nog lazen ook. En daarbij omringden ze zich in Florence graag met geleerden die niets liever deden dan op straat of tijdens uitgelezen etentje te debatteren over de verschillen tussen Plato en Artistoteles, de vraag of die Griekse ideeën wel te verenigen waren met de christelijke leer en hoe het toch zat met de stoffelijkheid van engelen.

En dat alles tegen de achtergrond van de wervelende, vaak wrede politieke Italiaanse geschiedenis, waarin stadstaten en koninkrijken in steeds wisselende samenstellingen bloedig tegen elkaar optrekken (knap riskant als je als boekhandelaar bij beide partijen vette opdrachten hebt lopen), de Turken Constantinopel veroveren en door willen stoten naar Rome (en de Paus z’n geld opeens liever besteedt aan een mislukte kruistocht dan aan fraai verluchte manuscripten) en de pest regelmatig opnieuw uitbreekt (wat ook de humanist Vespaniano zag als Gods straf voor hoogmoed, sodomie en een gebrek aan berouw).

Ultramarijn

Daarnaast leeft King zich heerlijk uit in allerlei verbazende anekdotes en weetjes, recepten bijna, zoals over hoe kopiisten en miniaturisten indertijd inkt, bladgoud of (nog kostbaarder) ultramarijn maakten en over hoe het perkament het aflegde tegen het papier, mede dankzij de pest en de nieuwe gewoonte om ondergoed te dragen. Verder kunnen ook hedendaagse noodlijdende boekhandelaren uit dit boek vast enkele inspirerende ideeën opdoen.

Een al even interessant deel van Kings boek gaat over Gutenbergs uitvinding in 1453 van de Europese boekdrukkunst – een (dure) technologie die, zoals alom wordt aangenomen, het startschot was van zowel de Renaissance als de Reformatie. Nu, dat blijkt toch een stuk genuanceerder te liggen. Zo verdiende menig drukker zijn brood aanvankelijk vooral met de reproductie van aflaatbrieven, waarmee de Paus de kruistocht tegen de Turken hoopte te financieren.

Zuster Marietta

Ander onverwacht detail: juist in Florence, het intellectuele centrum van die tijd, kreeg tot maar liefst 1476 geen drukker poot aan de grond, mede omdat er nog steeds genoeg welgestelde boekenliefhebbers waren die de voorkeur bleven geven aan het duurzame, unieke en exclusieve handwerk dat Vespasiano op bestelling kon leveren. Totdat de concurrentie en de wet van de remmende voorsprong ook eindelijk in de Florentijnse boekhandel toesloeg en hij zich in 1480 verbitterd terugtrok in zijn geboortedorp in de heuvels. Waarop de kloosterdrukkerij van San Ripoli van zuster Marietta en Fra Domenico een paar jaar later met de allereerste Latijnse, lucratieve vertaling van het volledige werk van Plato in een oplage van 1025 exemplaren de westerse filosofie inderdaad voorgoed zouden beïnvloeden.


EEN GEREDIGEERDE VERSIE VAN DEZE RECENSIE VERSCHEEN OP 12 JUNI 2021 IN

logo Trouw