Interview met Charlotte Rørth, schrijfster van ‘DE DAG DAT IK JEZUS ONTMOETTE. BEKENTENISSEN VAN EEN MODERNE ONGELOVIGE’. Wereldbibliotheek, 191 blz.
Copyright foto: Maartje Geels
De Deense journaliste Charlotte Rørth was ongelovig, maar schreef een bestseller over haar ontmoeting met Jezus. Die is nu in het Nederlands vertaald.
Charlotte Rørth werd als kind gedoopt, maar leerde op school vooral over Karl Marx. Een moderne ongelovige.Totdat Jezus zo’n acht jaar geleden in Zuid-Spanje haar pad kruiste. Het duurde een paar jaar voor ze een boek schreef over hoe dit haar leven op z’n kop zette. Sindsdien heeft ze tientallen uitverkochte lezingen gehouden voor in totaal zo’n 24.000 mensen met vergelijkbare ervaringen, die er bij haar eindelijk over durven te praten: “Dit soort ervaringen zijn eigenlijk heel normaal”.
Wat gebeurde er acht jaar geleden?
“Het begon in Baeza, een stadje in Andalusië. Daar kwam in een kerkje een oud vrouwtje op me af met de boodschap dat ik uitverkoren was en dat ik het belangrijkste verhaal van de wereld moest gaan vertellen. Andrea, mijn Italiaanse gids, en ik waren het er naderhand over eens dat ze gek was.”
De volgende dag gaan ze naar de beroemde kapel de Sacra Capilla del Salvador in Udeba. En dan, in de sacristie, kan Rørth zich opeens niet meer bewegen: “Ik dacht dat ik een beroerte had of verlamd was. Maar ik was niet bang: ik voelde me heel gelukkig. En toen kwam Andrea binnen; hij staarde me aan en zei: ‘Wow! Waarom heb je dat licht om heen?’ We voelden allebei dat er iets vreemds gebeurde, maar het kwam niet in ons op dat het met God te maken kon hebben.“
Terug in Denenmarken wandelt Rørth met haar hond in het bos. “En opeens werd ik geraakt door een warme goudgele lichtstraal, precies op mijn voorhoofd. Ik voelde de straal naar binnen gaan en langs mijn ruggengraat onderaan naar buiten komen. Ik viel flauw en werd wakker in de natte sneeuw. Ik wist meteen dat dit het licht van God was: ik had me nog nooit zo gezien en zo onvoorwaardelijk geliefd gevoeld.”
U heeft heel lang gezwegen over het licht in het bos, zelfs tegen uw man. Was u bang dat uw omgeving u voor gek zouden verslijten?
“De belangrijkste reden om erover te zwijgen was dat ik niet wist hoe ik het moest beschrijven. Bang was ik niet. Mijn man zou me nooit belachelijk maken, ik heb me bij hem, mijn familie en mijn vrienden altijd veilig gevoeld.” Na Kerstmis begint ze te dromen over een stem die haar roept vanachter de deur van de kapel in Ubeda. Ze besluit er weer heen te gaan.
En dan ontmoet ze in de sacristie Jezus: “Ik zat op de bank met mijn ogen dicht. Er verscheen een hologram vlak voor me en het was alsof ik Israël rond het jaar 30 in keek. En toen zag ik Jezus. Hij liep daar en toen hij me zag, stond hij stil. Ik boog mijn hoofd en zag zijn voeten en dat was een beetje schokkend, want die waren vies. Ook zag ik het haar op zijn benen. En uiteindelijk keek ik hem in zijn ogen.”
“Op dat moment kreeg ik hetzelfde gevoel als in het bos, alleen sterker: dat er van me gehouden werd. Ik hoorde hem in mijn hoofd in het Deens zeggen: ‘Welkom, goed je te zien.’ Zijn reactie was alsof we elkaar twee dagen of een half jaar geleden nog hadden gezien. En toen begon hij te praten, maar ik verstond hem niet. Maar het klonk niet als een preek of dat ik ergens van overtuigd moest worden. Het klonk als een gesprek over lekker weer en mooie bloemen, zoals je met je buren praat, heel alledaags, van mens tot mens.”
“Ik zei: ‘Ik begrijp niet wat je zegt.’ Hij antwoordde in mijn hoofd in het Deens: ‘Het doet er niet toe als je het niet begrijpt.’ Ik was tevreden met dat antwoord, wat grappig was, want als journalist vraag ik altijd eindeloos door. En toen verdween hij.”
Een jaar later ontmoet Rørth Jezus voor de tweede keer: “Het ging niet goed met me en ik vroeg hem: ‘Wat moet ik doen?’ Hij zei alleen maar: ‘Ik heb vertrouwen in je.’ Hij gaf me verantwoordelijkheid: ik heb je ontmoet, maar jij moet voor je eigen leven zorgen.”
Bent u nog op zoek gegaan naar rationele verklaringen voor wat u overkwam?
“Toen ik het besloot hierover te gaan schrijven, ben ik als een normale journalist gaan zoeken naar de antwoorden op vragen die mensen zouden kunnen stellen. Kon het epilepsie, een hersenbeschadiging of zoiets zijn? Dat bleek niet het geval. Maar waarom overkwam het mij dan? Mijn verklaring is dat God ons heeft geschapen, dat hij van ons houdt en dat hij ons dat soms wil laten weten. En de beste manier is dan om dat te doen is via een gewoon iemand, via iemand die dat niet verdiend heeft.”
Dat klinkt behoorlijk protestants: ik heb dit niet verdiend.
“Dat is inderdaad een vraag: interpreteer ik mijn ervaring zo omdat ik in een luthers land ben opgegroeid? Maar dit is hoe ik het interpreteer. Verder berust ik in de verwondering. Ik vind het een troost dat ik nooit alle antwoorden zal hebben, ik vertrouw erop dat hij die heeft. Het is leuk en interessant om naar antwoorden te zoeken, maar het zou kunnen dat we nooit het uiteindelijke antwoord krijgen en dat dat er ook niet echt toe doet.”
Hoe wist u zo zeker dat u Jezus ontmoette? U zag een man met rossig haar en blauw-grijs-groene ogen. Maar is het niet veel waarschijnlijker dat hij zwart, kort haar en donkere ogen had?
“Ik kan daar wel een grap over maken: als je indruk op mij wilt maken, dan moet je met een knappe vent komen. Hij is de knapste man die ik ooit ben tegengekomen. Daarnaast beschrijf ik het normale beeld dat we van hem hebben. Het gaat over communicatie: wat doe je om deze vrouw wakker te schudden? Hij laat me een Griekse god zien via wie hij verzekerd is van mijn aandacht. Hij probeert de juiste beelden te kiezen om met mij te communiceren.”
Ik neem aan dat u ook tegen kritiek bent aangelopen.
“Er waren bij elkaar vier mensen die bij mijn lezingen iets negatiefs gezegd hebben, zoals: ‘Jij moet naar een psychiater!’ Belachelijk gemaakt worden zegt iets over sociale controle. In veel opzichten is die goed, want daardoor betalen we belasting. Maar tegelijkertijd maakt sociale controle spirituele ervaringen moeilijk, want die liggen buiten onze controle en dat is het ergste wat je in onze maatschappij kan overkomen. Spirituele ervaringen provoceren en daarom maken mensen ze belachelijk: ze vinden ze eng omdat ze ze niet kunnen vatten.”
Of occult? U loopt in uw boek immers ook met een wichelroede rond.
“Wichelroedes zijn niet religieus, maar een manier om water op te sporen. Maar is er inderdaad een christelijke sekte die zegt dat ik niet Jezus en God, maar de duivel heb ontmoet.” Ook zag een Noorse uitgever af van publicatie, omdat Rørth de kundalini-ervaring, een spiritueel proces uit het tantrisme, vergelijkt met haar ontmoeting met Jezus. “Ze zeiden: ik kan geen kundalini-ervaring hebben die met Jezus te maken heeft: dat is ketters. Maar voor mij beschrijft de kundalini bijna exact wat er met me gebeurde, die spirituele ervaringen zijn van alle religies. Teresa van Avila, Johannes van het Kruis, sjamanisme: ze hebben die allemaal!“
Journaliste Charlotte Rørth (1962) schrijft over cultuur, manvrouwrelaties, maatschappelijke trends en geloof. ‘De dag dat ik Jezus ontmoette’ is haar eerste boek; het vervolg erop staat voor later dit jaar op de rol. Rørth is getrouwd en heeft drie zonen; de middelste overleed eind 2014, toen haar boek al ter perse was.
EEN GEREDIGEERDE VERSIE VAN DIT INTERVIEW VERSCHEEN OP 13 JUNI 2017 IN