Recensie van Guido Derksen en Martin van Mousch, Hemel en hel in kaart. Een cultuurhistorische verkenning. Davidsfonds, 216 blz.
Vier sterren
De schrijvers
Guido Derksen is sociaal geograaf, tv-iemand en auteur van een hele rij landengidsen. In 2004 schreef hij samen met geschiedenisleraar Martin van Mousch het ‘Handboek voor het hiernamaals’, dat in 2010 met cartograaf Jop Mijwaard werd uitgebouwd tot een fantastisch ‘Geïllustreerde atlas van het hiernamaals.’ Het huidige ‘Hemel en in kaart’ is daar dan weer een licht herziene versie van.
De thematiek
Er schijnen in onze streken steeds minder mensen in het hiernamaals te geloven, maar de cultuurhistorische belangstelling ervoor is opmerkelijk springlevend; Catharine Wolff bijvoorbeeld zette vorig jaar in ‘Hierna’ ook al op een rijtje wat er in de loop der tijden zoal in de hemel te beleven was. En nu dan deze nieuwe wereldatlas van de hemel en hel plus omgeving, zoals vagevuur, voorgeborchte en over te steken zeeën, rivieren en ravijnen.
Derksen en Van Mousch gidsen u door de kille Mesopotamische schimmenwereld (waar overigens nog niemand gemarteld werd) en het Perzische paradijs; ook weten ze wat een Egyptenaar mee moest voor onderweg. U daalt met Odysseus af naar de Hades, zeilt naar Brandaans Gelukzalige Eilanden en bezoekt de Hof van Eden en het Hebreeuwse Gehenna. U krijgt het officiële papiergeld onder ogen waarmee u in de Chinees boeddhistische volkshel het bordeel kunt betalen of demonen kunt omkopen en u betreedt Luilekkerland, Avalon en het Walhalla, waar het goed zuipen en knokken was.
Uiteraard komen ook de verschrikkingen en geneugten van het islamitische en christelijke (katholiek en protestants) hiernamaals voorbij, waaronder de gedetailleerde twaalfde-eeuwse visioenen van de Ierse monnik Tondalus, op wie Dante en Jeroen Bosch nog flink zouden doorborduren. Opvallend verlicht zijn verder de verslagen van de achttiende-eeuwse mysticus en onmiwetenschapper Swedenborg, die veelvuldig naar de andere kant van de sluier pendelde. Maar tegenwoordig is de gene zijde een ware krimpregio, sinds zelfs de pausen met name de hel existentieel filosofisch zijn gaan duiden.
Opvallendste stelling
Het interessante aan al die beelden van het hiernamaals is natuurlijk dat ze vooral iets zeggen over hoe mensen het leven voorafgaand aan de dood ervaren. Derksen en Van Mousch leggen dan ook steeds het verband met de maatschappelijke omstandigheden waarin die visioenen konden ontstaan en aanslaan. Wist u bijvoorbeeld dat het idee dat u na de dood op uw ondermaanse daden beoordeeld zult worden, pas rond de 7e eeuw voor Christus in zwang kwam, ter voltooiing van een steeds complexer aards rechtstelsel? Dat het geloof in een eeuwigdurende uiteindelijke straf of beloning typisch voor het monotheïsme schijnt te zijn?
Hoopvolle zin
Over het lot dat moordenaars en tirannen in Dantes hel te wachten staat: ‘[Ze] worden continu ondergedompeld in een rivier van kokend bloed. Duizenden centauren rennen langs de oever heen en weer en schieten pijlen af op alle zielen die zich verder uit de bloedstroom opheffen dan hun zondeschuld hun veroorlooft. Tirannen bijvoorbeeld zitten tot aan hun wenkbrauwen in de rivier’. Nou, dan heb ik nog wel een kandidaat.
Redenen om dit boek niet te lezen
Mocht er met een jaar of wat weer een nieuw kaft om dit boek komen, dan graag ook eens de volle aandacht voor hoe het hiernamaals er op het zuidelijk halfrond zoal uit ziet. Zijn bijvoorbeeld de duivels en demonen beneden de Sahara of in Australië ook zwart? Of juist varkensroze? Vraag maar eens na bij Mineke Schipper. En hoe lopen de sluip- en ruiterroutes in de eeuwige jachtvelden in Noord-Amerika?
Redenen om dit boek wel te lezen
Derksen en Van Mousch hebben heel serieus werk gemaakt van zo ongeveer de oudste bange vraag van de mensheid, namelijk waar we naartoe gaan en of er ooit wel genoeg gerechtigheid zal zijn. Zelf blijven ze er heerlijk nuchter onder: geen beter middel tegen ongeremde horror en heiligheid dan humor en ironie. En geniet vooral van de achttien kaarten van Jop Mijwaard (waarom is zijn naam eigenlijk van het omslag verdwenen?): ze wemelen van de briljante grappen waar u niet snel over uitgegniffeld zult raken.