Interview met Kees Sluys (1949) journalist en schrijver van ‘Viglius van Aytta. Friese Europeaan avant la lettre’. Thoth, 128 blz.
“Viglius van Aytta (1507-1577) is een van de belangrijkste Friezen uit de geschiedenis. Al op jonge leeftijd was hij in heel Europa beroemd als rechtswetenschapper. Hij had billijkheid en redelijkheid zeer hoog in het vaandel staan en was de lievelingsleerling van Erasmus, die hem een paar jaar voor zijn dood het beheer van zijn erfenis aanbood. Maar Viglius had andere plannen, die wilde vooruit in de vaart der volkeren, die dacht: ik heb meer te doen dan een beetje bij deze goede oude man te blijven. Ook keizer Karel V was zeer onder de indruk van zijn verschijning. Het hof vroeg hem om de opvoeding van Karels zoontje, de latere Philips II, op zich te nemen. Een hele eer zou ik denken, maar ook dat aanbod wees Viglius af. Het is natuurlijk speculatie, maar het zou kunnen dat Philips minder star was geworden als hij door zo’n redelijk man als Viglius was opgevoed.
Verdonkeremaand
Zijn allergrootste verdienste is zijn aandeel in het verdrag van Augsburg uit 1548, waarmee de Nederlanden loskwamen van het Heilige Roomse Rijk en voor een effectiever bestuur bij elkaar werden gevoegd tot de Zeventien Provinciën: het begin van Nederland. Ook was hij jarenlang voorzitter van de Geheime Raad en de Raad van State. Hij voorzag landvoogdes Margaretha van Parma voortdurend van adviezen; Viglius was zo’n beetje de belangrijkste man hier in Nederland, zij het op de achtergrond.
Ik moet zeggen dat ook ik tot een paar jaar geleden nog nooit van hem had gehoord. Dat ligt ook aan de geschiedschrijvers, die Viglius verdonkeremaand hebben omdat hij weinig moest hebben van Willem van Oranje en al die edelen die voor rotzooi en reuring zorgden. Daarnaast is hij in de geschiedschrijving vaak weggezet als katholieke meeloper van de Spanjaarden.
Alva
Viglius had een afkeer van de keiharde Reformatie. Hij dacht: als dat protestantisme aanzwelt, leidt dat alleen maar tot grote ellende en ontwrichting van het hele land. En zo is het natuurlijk ook gegaan. Toch heeft hij steeds geprobeerd Alva tot matiging te bewegen. Hij vond dat de die-hards van het calvinisme, de beeldenstormers, hard aangepakt moesten worden, maar dat de gewone mensen naar het protestantisme neigden, vond hij niet zo erg, dat kon hij zich voorstellen. Het allerbelangrijkste voor hem was dat de boel bij elkaar bleef.
Binnenboord
Of hij een gelukkig leven had, is moeilijk te zeggen. Toen Alva er eenmaal was, had hij weinig meer in te brengen. Hij ging wel tegen Alva in, maar kon niet gek veel uitrichten. Hij heeft een aantal pogingen gedaan om onder zijn zware werk uit te komen. Het allerliefste wilde hij gewoon een lekkere baan als geleerde, maar toen hij eenmaal halverwege zijn leven in het landsbestuur was terechtgekomen, werd hij onmisbaar; Granvelle en dat soort machtige types wisten hem steeds binnenboord te houden. En uiteindelijk was hij toch te loyaal aan de koning. Al kreeg hij daar wel wat voor terug: hij is zeer rijk en welvarend geworden.
Standbeeld
Sinds 19 oktober staat er een prachtig mooi standbeeld van hem op de Turfmarkt in Leeuwarden en dat heeft hij absoluut verdiend. Ook is er tot en met 6 januari een tentoonstelling over hem in museum Tresoar. Mijn publieksboekje daarbij is bedoeld als een korte introductie op deze echte Europeaan.”
EEN GEREDIGEERDE VERSIE VAN DIT INTERVIEW VERSCHEEN OP 5 JANUARI 2019 IN