De vrouw die in het Rampjaar kordaat de leiding nam

Recensie van Sunny Jansen, ‘De vrouw die Friesland redde. Albertine Agnes en het Rampjaar 1672.’ Balans, 320 blz.


Nou fiets ik al jaren hier in de buurt langs de wat onooglijke Albertine Agnesstraat, maar nooit heb ik me afgevraagd wie dat was. Ja, iets prinsesserigs vermoedde ik, zo in een wijk waar de straatnamen een oranje kleurtje hebben met vernoemingen naar Willem, Sophia en Amalia. Blijkt Albertine Agnes, begrijp ik nu van historica Sunny Jansen (1974), de vrouw te zijn geweest die ooit Friesland heeft gered! Vanuit de monarchie gezien, zelfs heel Nederland! Dat we, als zij er niet geweest was, nu misschien wel allemaal Duits, of iets minder erg, Frans hadden gesproken! Lees verder

En toch wist die familie te overleven

Recensie van Anita Terpstra, Al mijn moeders. Een familiegeschiedenis van analfabeten, armen en arbeiders. Thomas Rap, 224 blz.


Stamboomonderzoek, je wortels vinden, jezelf kunnen herkennen in je voorgeslacht – de mensheid is er voorlopig nog niet over uitgeschreven. Journaliste en thrillerauteur Anita Terpstra (1974) schreef een paar jaar terug al ‘Het huis vol’, over de onvoorstelbaar grote gezinnen waarin haar ouders in de Friese Wouden waren opgegroeid (van zeven tot zelfs veertien kinderen) en de armoede die daarmee gepaard ging, ook in emotioneel opzicht. Voor haar nieuwe boek, ‘Al mijn moeders’, duikt ze nog dieper het verleden in en volgt ze het spoor zeven generaties terug, tot halverwege de achttiende eeuw. Hoe zag het leven van dan met name al haar (bet/over/groot)moeders eruit, die kinderen kregen met een Evert, Johannes of Hendrik Borger? Lees verder

Top drie 2021

Mijn Trouw-top 3 van 2021


Irene Vallejo, Papyrus. Een geschiedenis van de wereld in boeken. Meulenhoff, 536 blz.

De titel ‘Boek der boeken’ is al even vergeven, maar anders zou ‘Papyrus’ er een uitgelezen kandidaat voor zijn. De Spaanse classica Vallejo schreef de avontuurlijke geschiedenis van het boek van het oude Alexandrië met z’n legendarische bibliotheek tot en met Rome, waar men de aardige gewoonte kreeg om elkaar in december een goed boek te geven. Dat is dit jaar makkelijk kiezen. Lees verder

Gewone gelovige noorderlingen

Recensie van Anneke B. Mulder en Rolf H. Bremmer (red.), Geleefd geloof. Het geloofsleven van boeren en burgers in Friesland en de Ommelanden van Groningen, 1200-1580. Walburgpers, 245 blz.

Vijf sterren


De schrijvers

Historica Anneke Mulder was tot haar pensioen in 2005 hoofddocent aan de Groningse universiteit en deed veel onderzoek naar middeleeuwse lekengelovigen, zoals stadskluizenaressen, vrouwen die vanuit een kluis aan de zijkant van een kerk via een raampje de bevolking pastoraal advies gaven. Mederedacteur Rolf Bremmer was tot 2015 onder andere bijzonder hoogleraar Fries in Leiden en specialist in de middeleeuwse taal en cultuur in de landen rond de Noordzee. Naast hen hebben dertien anderen, onder wie enkele jonge en veelbelovende historici, bijgedragen aan dit boek. Lees verder

Op z’n elfendertigst door de Friese geschiedenis

Recensie van FLIP VAN DOORN, ‘DE FRIEZEN. EEN GESCHIEDENIS’. Thomas Rap, 415 blz.


Flip van Doorn gaat in elegant Nederlands op zoek naar de Friese identiteit

Flip van Doorn houdt van langzaam. Van rust en ruimte en van frisse, Friese lucht, zoals u vast al weet als u de afgelopen jaren zijn reisverhalen heeft gevolgd. Tien jaar geleden ontvluchtte hij de hectiek van de Randstad en verhuisde hij naar het Friese IJlst, een ministadje met maar een paar duizend inwoners. Hij keerde daarmee terug naar het vaderland van zijn opa, die in 1930 vanuit Dokkum geëmigreerd was naar Zuid-Limburg, omdat daar wel werk was voor een onderwijzer. De trotse heimwee naar het ‘heitelân’ gaf ‘pake’ later door aan zijn kleinkinderen, met Friese woorden en een onvergetelijke treinreis naar Leeuwarden, waar hij de toen 12-jarige Flip meenam naar het standbeeld van ‘ûs mem’, die (nou ja zeg!) een koe bleek te zijn. En zoals menig kleinkind zal beamen (mijn pake kwam uit Sneek), kan een reis naar het land en de taal van een grootouder inderdaad voelen alsof je thuiskomt. Lees verder

Iedereen dong naar de gunsten van Viglius uit Friesland

Interview met Kees Sluys (1949) journalist en schrijver van ‘Viglius van Aytta. Friese Europeaan avant la lettre’. Thoth, 128 blz.


“Viglius van Aytta (1507-1577) is een van de belangrijkste Friezen uit de geschiedenis. Al op jonge leeftijd was hij in heel Europa beroemd als rechtswetenschapper. Hij had billijkheid en redelijkheid zeer hoog in het vaandel staan en was de lievelingsleerling van Erasmus, die hem een paar jaar voor zijn dood het beheer van zijn erfenis aanbood. Maar Viglius had andere plannen, die wilde vooruit in de vaart der volkeren, die dacht: ik heb meer te doen dan een beetje bij deze goede oude man te blijven. Ook keizer Karel V was zeer onder de indruk van zijn verschijning. Het hof vroeg hem om de opvoeding van Karels zoontje, de latere Philips II, op zich te nemen. Een hele eer zou ik denken, maar ook dat aanbod wees Viglius af. Het is natuurlijk speculatie, maar het zou kunnen dat Philips minder star was geworden als hij door zo’n redelijk man als Viglius was opgevoed. Lees verder

Ze waren met te veel

Recensie van ANITA TERPSTRA, HET HUIS VOL. EEN GESCHIEDENIS VAN HET NAOORLOGSE GROTE GEZIN. Hollands Diep, 286 blz.


Kaft TerpstraModerne ouders druk? Kijk dan eens naar de grote gezinnen van vroeger

Werk, twee kinderen, het huishouden en ook nog een sociaal leven willen onderhouden. Hoe houd je in hemelsnaam al die ballen in de lucht? Maar als thrillerschrijfster en journaliste Anita Terpstra (1974) dreigt te bezwijken aan zelfmedelijden, dan denkt ze aan haar grootouders die vlak na de Tweede Wereldoorlog heel wat meer kinderen hadden (op) te voeden. Zo had Anita’s moeder Geertje maar liefst dertien broers en zussen: oma Antje kreeg tussen 1945 en 1960 bijna elk jaar wel een kind, onder wie een geestelijke gehandicapt meisje en, ook tot haar eigen verrassing, op het laatst zelfs een tweeling. Lees verder

Over harde Friezen, oude Vlamingen en slappe Waterlanders

Recensie van Cor Trompetter, Doopsgezinden in Friesland 1530-1850. Bornmeer, 176 blz.

drie sterren


Kaft TrompetterDe schrijver

Cor Trompetter (1956) is historicus met een bijzondere belangstelling voor de geschiedenis van het platteland; hij promoveerde in 1995 op de rol van de doopsgezinde textielondernemers in Twente. Daarnaast is hij thuis in de Friese geschiedenis, blijkens zijn eerdere boek ‘Eén grote familie. Doopsgezinde elites in de Friese Zuidwesthoek 1600-1850’ (2007). In het dagelijkse leven is Trompetter wethouder in de Friese gemeente Weststellingwerf. Lees verder

Seks en/of kerk

Recensie van Rimmer Mulder, Seks en de kerk. Hoe Nederland zijn kuisheid verloor (2013). Atlas Contact, 239 blz.


Kaft Mulder, Seks en de kerkDe schrijver

Rimmer Mulder (1948) is een doorgewinterd journalist. Hij werkte naar eigen zeggen ‘twaalf vormende jaren’ voor Trouw. Maar bekend is hij vooral van de Leeuwarder Courant; hij was er maar liefst tweeëntwintig jaar hoofdredacteur. Mulder komt uit een gereformeerd (synodaal) gezin in Drachten, waar hij als hbs’er aan den lijve meemaakte hoe de seksuele revolutie door het tot dan toe nog zo kuise Nederland raasde. Lees verder

Echte schaatsen

Als het om schaatsen gaat, ben ik een stamboek-Fries. Wat verder onzin is, want alleen mijn ene opa kwam uit Sneek. Ikzelf heb maar tien jaar in Friesland gewoond, als import. Maar daar zat wel de winter van 1962-1963* bij en die is me in m’n genen gaan zitten. In mijn herinnering bestaan er sowieso geen Friese winters dat we niet dagelijks steeds harder rondjes reden op de Bolserder ijsbaan.

In Friesland in de jaren zestig leerde je het op doorlopers – houten schaatsen met zo’n krul. Je kreeg pas echte schaatsen, als je goed kon rijden en je voeten uit de groei waren. Echte schaatsen, dat waren Friese noren. Ook van hout. Ik kreeg mijn noren (tweedehands) toen ik elf was en ik was tige bliid, dolblij. Nu kon iedereen zien dat ik groot was. Lees verder