Jezus was een clown

Recensie van Frank G. Bosman, ‘DE EEUWIGE NAR. DE TOEKOMST VAN HET RELIGIEUS GEMEENSCHAPSLEVEN’. Berne Media, 126 blz.

Vier sterren


De schrijver

Frank Bosman (1978) werkt aan de faculteit Katholieke Theologie van de Universiteit van Tilburg, waar hij als ‘cultuurtheoloog’ speurt naar religieuze elementen in de hedendaagse cultuur. Daarbij beperkt hij zich niet tot de erkende, hoge literatuur en kunst. Ook in Harry Potter, Netflix-series en de wielersport vindt hij menig spoor van het christelijke verlossingsverhaal; zijn vorige boek, het Engelstalige ‘Gaming and the Divine’, is zelfs helemaal gewijd aan de theologie van videospellen. Bosman is niet alleen op papier actief, maar ook op radio en tv, in tweets, blogs en pod casts.

De thematiek

‘De eeuwige nar’ schreef Bosman als essay om de negenhonderdste verjaardag van de norbertijner kloosterorde te vieren. Hoewel? Valt er wel wat te vieren nu in het ene na het andere klooster het licht uitgaat? Is het niet eerder tijd voor een grafrede? Of een geïnspireerd plan om het tij te keren? Zinloos exercitie, vindt Bosman. We kunnen er ons beter bij neerleggen dat de secularisatie niet meer te stuiten is en dat mensen die ‘nog’ geloven, gewoon een beetje gek zijn.

De enkeling die vandaag de dag nog besluit het klooster in te gaan, mag zelfs knettergek heten: wie vrijwillig afziet van het postmoderne recht op luxe, seks, autonomie en dwarsigheid, is volgens de hedendaagse heidense buitenwereld al helemaal niet goed bij het hoofd. Maar is dat treurig? Nee, want dat behoedt een christen voor hoogmoed.

En, minstens zo belangrijk, het etiket ‘gek’ geeft ook vrijheid en ruimte voor sociale kritiek, zoals de hofnar indertijd de taak had om de koning te bespotten. En dat linkt Bosman enthousiast aan dat tijdens het carnaval in bijvoorbeeld Oeteldonk de maatschappelijke machtsverhoudingen opeens op hun kop worden gezet, net als in de Bergrede.

Opvallendste stelling

De christelijke geschiedenis blijkt een rijke traditie van heilige dwazen te kennen. Zo liep Jesaja drie jaar in de blote kont rond, sleepte Simeon van Emesa een dode hond achter zich aan en preekte Franciscus voor de vogeltjes – gedrag dat je toch al gauw toeschrijft aan wat we tegenwoordig op ons vriendelijkst ‘verwarde personen’ noemen.

Ook Jezus (houd u vast) zou in wezen een clown geweest zijn: met de zijn intocht (een ‘circusparade’) in Jeruzalem op de rug van een ezelin stak hij de draak met de autoriteiten, zo citeert Bosman de Amerikaanse theoloog Harvey Callagher Cox. Bekend en herkenbaar is daarnaast natuurlijk het verhaal over hoe Jezus zelf wreed bespot werd, met de purperen mantel, de doornkroon en het bordje ‘INRI’ op het kruis. En schreef niet Paulus al ‘Wij zijn dwaas omwille van Christus’?

Mooiste zin

‘Omarm het beeld dat de wereld van je heeft – dwaas, gek, clown, achterhaald, overwonnen, relict, relikwie. Omarm dat beeld en draai het om: het is niet je veroordeling, het is je roeping, treur er niet om, maar wees er juist blij mee.’

Redenen om dit boek niet te lezen

Een warmbloedig en panoramisch geloof is uiteraard prachtig, maar Bosman laat zich wel erg gemakkelijk inpakken door de commerciële reli-erotiek van Lady Gaga, hoe intelligent en oprecht katholiek het goede mens verder ook mag zijn. Te meer omdat hij, met de filosoof Alain de Botton, opmerkt dat de kerken nog de enige maatschappelijke instanties zijn die ook de ontwrichtende krachten van seks durven te benoemen.

Redenen om dit boek wel te lezen

Leuke extra: het hoofdstuk over nonnen en monniken uit de populaire cultuur, zowel als nar (denk aan Whoopi Goldberg in ‘Sister Act’), als in de rol van tiran, hysterica, detective en boef. Een smeuïg, speels en toch ook serieus essay. En prikkelend, uitdagend en lekker dwars. Want zo bij de postmoderne tijd is Bosman zelf uiteindelijk toch weer wel.


EEN GEREDIGEERDE VERSIE VAN DEZE RECENSIE VERSCHEEN OP 7 APRIL 2021 IN

logo Trouw