Recensie van Peter-Ben Smit, Mannen in Marcus. Gender in de oudste biografie van Jezus. VU University Press, 184 blz.
4 sterren
De schrijver
De driewerf gepromoveerde theoloog Peter-Ben Smit (1979) is hoogleraar aan de VU, het Oud-Katholieke seminarie in Utrecht en de universiteit van Bern. Daarnaast is hij actief als deken en hulppastor in de Oud-Katholieke kerk. Een paar jaar terug mengde hij zich in Trouw in de uit Zweden overgewaaide discussie of we voortaan naar Jezus moesten verwijzen met geslachtsneutrale woorden als ‘die’ en ‘hen’, in plaats ‘hij’ of ‘hem’. Hij verzette zich toen, tot ergernis van Ephimenco, tegen idee dat Jezus ‘gewoon mannelijk’ was.
De thematiek
In ‘Mannen in Marcus’ is Smit er even goed voor gaan zitten om aan de hand van het tweede evangelie nu dan afdoende te bewijzen dat Jezus ‘queer’ en ‘non-binair’ was. Niet dat er aan zijn biologische geslacht getwijfeld hoeft te worden, maar wel dat hij op enkele wezenlijke punten niet voldeed aan de indertijd heersende, klassieke opvattingen over ‘echte mannelijkheid’.
Zo moest een Romein voortdurend publiekelijk bewijzen dat hij anderen de baas was inzake politiek, oorlog en debat en dat hij elke situatie en ook zichzelf onder controle had. Mannelijkheid was hetzelfde als dapperheid – een eigenschap die overigens ook in vrouwen geprezen werd. De ideale Romeinse vrouw was verder vooral kuis, huiselijk, bescheiden, gehoorzaam en zwijgzaam; deugden die Paulus vrouwen zelfs dwingend voorschreef.
De Jezus uit Marcus is in veel opzichten inderdaad een klassieke he-man: hij weerstaat de beproevingen van Satan zelve, verricht machtige wonderen, verdrijft een legioen demonen uit een bezetene en voorziet duizenden mensen van eten. Hij is standvastig, een begenadigd redenaar en staat ook in het debat zijn mannetje, als farizeeërs hem de strikvraag voorleggen of een man zijn vrouw mag verstoten. En uiteindelijk herkent zelfs een (let wel) Romeinse centurio hem als een zoon van God, een titel waarmee machtige keizers zich graag sierden. Een echte kerel dus, die Jezus.
Opvallendste stelling
Of toch niet? Want wat Jezus zo bijzonder maakt, is dat hij op een aantal punten opvallend afwijkt van juist de opvattingen over mannelijkheid uit zijn tijd. Zo laat hij zich, heel onhanig, zonder morren terechtwijzen door een vrouw, een buitenlandse nog wel. Eveneens behoorlijk dwars, zeg maar ‘queer’, is zijn uitspraak dat hij niet gekomen is om zich (als een Romeins heerser) zich te laten dienen, maar om anderen te dienen, wat dicht ligt bij het moderne idee van ‘dienend leiderschap’.
Ook hoe Jezus zwijgt bij Pilatus, bespot, gegeseld, volgens Smit mogelijk zelfs verkracht wordt en een vernederende kruisdood sterft, staat opvallend haaks op de gangbare ideeën over mannelijke waardigheid.
En wat dacht u van het laffe gedrag van zijn mannelijke volgelingen, die in slaap vallen, hem verraden en loochenen en eerloos op de vlucht slaan? Terwijl zijn vrouwelijke volgelingen wel de moed hadden om hem op Golgota bij te staan? Maar die desondanks (Smit gaat er helaas niet op in) in de latere kerk de wijding en het ambt niet waardig werden bevonden?
Centrale zin
‘Religieuze teksten zijn […] bij uitstek bronnen die op een verrassende manier tegen zoiets als gender in het algemeen kunnen aankijken’.
Redenen om dit boek niet te lezen
In zijn bespiegelingen op het huidige denken over mannelijkheid gaat Smit soms diep door z’n hurken; ook kijkt hij niet op een verrassende speculatie of twee. En dan een zin als: ‘Marcus zou zich vermoedelijk serieus afvragen of een mannelijke leider nog wel geloofwaardig is wanneer hij enorme bonussen voor zichzelf verlangt en tegelijkertijd flexwerkers de laan uitstuurt’. Zijn vrouwelijke leiders (ja, ze bestaan!) in dat opzicht dan wel zonder zonden?
Redenen om dit boek wel te lezen
Maar wees gerust: Smit is niet van de zweverigheden over het eeuwig mannelijke of vrouwelijke. Wel levert hij een welkom en vlot leesbaar vervolg op de feministische theologie die in de jaren ’60 zo dapper van start is gegaan. En daarbij vallen er allicht weer wat versteende schellen van ogen.