Recensie van Claudia Hammond, Rust. De psychologie van ontspannen en bijkomen in de moderne wereld. Uit het Engels vertaald door Hanneke Bos. Atlas Contact, 245 blz.
Niet echt het moment om een boek over rust uit te brengen, zou je zeggen. Hoezeer ik de afgelopen maanden ook heb genoten van de stilte die de wereld pardoes werd opgelegd: zo langzamerhand snak ik naar reuring. Naar zomaar uit dansen gaan, zingen, dat grote feest dat uitgesteld is tot ooit. Nee, ik zit nu even niet te wachten op alweer zo’n psychologisch verantwoord boek van voor corona, dat me vertelt waarom en hoe ik vaker moet lummelen en niet altijd aan moet willen staan. Nou, na zoveel verplichte vakantie van binnen blijven mag mijn uitknop wel weer op aan, wil mijn slinger weer richting spanning & avontuur. Lawaai. Leven. Want was te weinig stres trouwens niet net zo ongezond als te veel?
Nieuwsgierig dier
Dat laatste beaamt de Britse psychologe Claudia Hammond in ‘Rust’ grif. De mens is nu eenmaal een uitzonderlijk nieuwsgierig dier. Maar daardoor helaas ook vatbaar voor rusteloosheid, zeker nu sinds internet en smartphone alles en iedereen altijd en overal om aandacht bliept. Een beetje kantoorklerk moet zich elke dag door een nieuwe rijstebrijberg aan e-mails heenvreten, waarachter allang geen luilekkerland meer ligt, omdat de berg van gisteren nog niet was weggekauwd. Ook die aanbevolen scheiding van werk en privé is knap lastig als je thuis moet werken.
Hammond heeft best wat nuchtere adviezen voor wie dreigt te bezwijken onder de druk van de moderne wereld. Zoals de bekende frisse neus tussen de middag. Uw plaats achterin een lange rij verwelkomen als een adempauze. U heeft het ongetwijfeld al eens ergens gelezen of zelf bedacht. Echt interessant wordt haar boek daarom pas als ze beschrijft wat de mensheid uit zichzelf zoal graag doet om rust te vinden, in een verslag van een multidisciplinair onderzoek onder 18.000 mensen uit 135 landen naar hun favoriete manier om zich te ontspannen.
De top 10 daarvan legt ze in ‘Rust’ met allerhand wetenschappelijke, veelal empirische studies op de snijtafel. Waarom bijvoorbeeld komen veel mensen tot rust als ze naar muziek luisteren (nummer 4 van de top 10)? Wat gebeurt er dan precies in hun hersenen? Maakt het nog uit of het Mozart, Stockhausen of heavy metal is? Nou, nee dus. En hoe zit het met tv-kijken (nummer 9)? In je eentje? Samen? Maar (gewetensvraag) waardoor raak ik er dan toch zo gestrest van? Verder komen langs: mindfulness, dagdromen, badderen, helemaal niets doen (moeilijk!), alleen zijn en (uiteraard) wandelen en de natuur ingaan (behalve ’s nachts).
Leeslampje
Maar de internationaal onbetwiste rustgever nummer één, aangedragen door maar liefst 58% van al die 18.000 respondenten is, jazeker, natuurlijk: LEZEN. Al in 1928 werd bewezen dat u daar reuzerelaxt van wordt: als u zit te lezen en iemand tikt met zo’n hamertje onder uw knieschijf, dan zwiept uw been opvallend ver uit – teken van ontspanning. Terwijl lezen cognitief gezien toch behoorlijk inspannend is, ingewikkelder nog dan hoofdrekenen. Niet iets om gemakkelijk bij in slaap te vallen, dus? Maar waarom lezen zoveel mensen dan zo graag in bed? Kijk ik als ik een vakantiehuisje huur, altijd eerst naar de leeslampjes in de slaapkamer? En hoe komt het dat sommige mensen na twee bladzijden gegarandeerd vertrokken zijn, terwijl ze van tv-kijken en hun mobieltje nog uren liggen te malen?
Wist u overigens dat lezen minstens zo ontspannend is als yoga of tai chi? Ander verrassend weetje: het maakt nauwelijks uit of je opgaat in de krant, een flutromannetje of een raadselachtig literair werk, al blijkt dat laatste wel het beste te werken voor mensen die chronisch pijn lijden. Maar lezen is niet alleen afleiding en even je problemen vergeten: we zitten, zo blijkt uit hersenscans, juist bij moeilijker boeken regelmatig ongemerkt zomaar wat te mijmeren over gans andere zaken – misschien niet de bedoeling van de schrijver, maar wel heel ontspannend. Hoezo zit ik ledig te niksen? Je ziet toch dat ik lees?
Maar waarschijnlijk het allerbelangrijkste om tot rust te komen: wie leest, heeft de regie. U kunt uw eigen tempo bepalen en te gruwelijke of saaie stukken overslaan, zoals ik als kind inderdaad deed als de natuurbeschrijvingen in dikke grotemensenboeken me te lang duurden; dan huppelde ik onbekommerd door naar de volgende dialoog. U kunt terugbladeren, mooie of lastige passages herlezen zo vaak u wilt en achterin spieken als u alvast wilt weten hoe het afloopt. Erbij in slaap vallen, morgen weer verder gaan of het boek voorgoed wegleggen. Die vrijheid geeft ontspanning.
Nooit alleen
Lezen helpt bovendien tegen eenzaamheid: als je leest, ben je nooit alleen, zoals de titel van het boekenweekgeschenk van 1975 al zei. Hordes interessante personages vertrouwen u zomaar hun intiemste gedachten toe, alsof u hun beste kameraad bent. En als hun gezelschap en geklets u te veel worden, kunt u hen zonder uitleg of schuldgevoel van de ene tel op de andere de rug toekeren – echte mensen zult u dat niet gauw flikken.
Lezen, scharrelen, dagdromen, wandelen: het gaat in Hammonds top 10 opvallend vaak om dingen die u ook (vaak zelfs liefst) in uw eentje doet. We mogen dan sociale wezens zijn, we kunnen smachten naar feesten, seks en gezelligheid: wie tot rust wil komen, blijkt (hoe coronaveilig!) de medemens het liefst even op afstand te houden. Toch vraag ik me af hoe de top 10 er nu, na tien opgehokte maanden, uit zou zien. Zou ‘het gezelschap van vrienden en familie’ (bij Hammond in 2019 nog op nummer 12) vandaag opeens naar de top 5 zijn doorgestoten? En hoe lang is lezen nog nummer 1, met de oprukkende ontlezing? Wordt ‘tijd doorbrengen in de natuur’ dan de volgende topper? Breien? En hoe erg is dat dan?
Hoe dan ook: voorlopig blijk ik als recensent toch maar mooi het relaxtste baantje van de wereld te hebben. Ik kan de hele dag lui met een boek in bed liggen en zonder blozen beweren dat ik aan het werk ben. Enige minpuntje: ik vrees dat ‘het vervolgens op tijd inleveren van een artikel’ nooit in zelfs maar de top 2000 van rustgevende activiteiten terecht zal komen. Kwestie van kosmisch evenwicht, vermoed ik. Wat dan op zich weer een bijzonder geruststellende gedachte is.