Recensie van Karen Armstrong, De verloren kunst van de heilige geschriften. Uit het Engels vertaald door Bep Fontijn, Carola Kloos en Albert Witteveen. Bezige Bij, 496 blz.
Drie sterren
De schrijver
De Engelse Karen Armstrong (1944) is een vermaard schrijfster van degelijke, tot dusver toegankelijke boeken op breed interreligieus en spiritueel gebied. Ze was ooit non, trad in 1969 uit en schreef succestitels als Een geschiedenis van God (2003), Compassie (2011) en In naam van God (2015), waarin ze de wereldgeschiedenis onderzocht op het verband tussen religie en geweld. Wellicht heeft u afgelopen maandag nog het interview met haar in Trouw gelezen.
De thematiek
In haar eerdere boeken kwam het thema al eens voorbij, maar in De verloren kunst van de heilige geschriften is Armstrong er even goed voor gaan zitten om het over mystiek te hebben. En dan moet u niet alleen denken aan hemelse visoenen of extatische ontmoetingen met God, maar vooral aan de algemene, diepmenselijke behoefte aan transformatie, eenwording en verbondenheid met God, medemens, natuur, leven, kosmos of hoe u het maar noemt.
Armstrongs verhaal begint met een 40.000 jaar oud beeldje van een mens met een leeuwenhoofd, dat schijnt te bewijzen dat de mensheid altijd al instinctief heeft verlangd naar een hogere staat. Vervolgens peddelt ze in 500 dik bedrukte bladzijden door de voornamelijk Aziatische en Europese geschiedenis van dit ‘goddelijke potentieel’. De reis gaat van Mesopotamië naar de Hebreeuwse Bijbel, langs de Indiase Rig Veda, via mantra’s en geestverruimende middelen naar de I Tjing en Confucius en collega’s.
U krijgt inleidingen in jaïnisme, boeddhisme, taoïsme en sikhisme, in de Griekse tragedie, de Mahabharata en de Bhagavad Gita. Ook rabbijnendom en kabbala worden doorgeakkerd, evenals – uiteraard – Jezus en Paulus, het mysterie van de Drie-eenheid en Augustinus’ ‘rampzalige leerstelling van de erfzonde’. De islam (inclusief soefisme) komt eveneens glorieus aan bod.
Plus natuurlijk hervormers als Luther, die volgens Armstrong ‘gevangen zaten in het ego’ – foute boel dus. Filosofen en schrijvers als Descartes (hij krijgt nog net niet de diagnose ‘schizofreen’ opgeplakt), Spinoza, Nietzsche, Darwin, Thomas Mann, Amerikaanse en islamitische fundamentalisten: Armstrong haalt ze allemaal uit de kast.
Opvallendste stelling
De titel van dit boek is nogal misleidend: Armstrong schrijft vooral over de waarde van religieuze teksten die nog niet op schrift staan – ware wijzen geven hun gedachtegoed namelijk liefst alleen mondeling door, ter recitatie, meditatie en voortdurende herinterpretatie. En omdat fixatie op een vastgelegde inhoud maar al te vaak tot geweld leidt, verzet Armstrong zich heftig tegen de moderne, rationalistische en/of fundamentalistische opvatting dat je heilige teksten letterlijk zou moeten nemen. Haar les uit de religieuze wereldgeschiedenis: werkelijke transformatie bereik je niet zonder fysieke rituelen en gedisciplineerde geestelijke oefeningen, onder leiding van een voorbeeldig leermeester, die naar ik mag hopen dan wel altijd zijn fatsoen weet te houden.
Belangrijkste zin
“De heilige schrift is een vorm van kunst die is bedoeld om op te wekken tot een morele en spirituele verandering in het individu en blijft incompleet als die niet leidt tot ethisch verantwoord of altruïstisch gedrag.”
Redenen om dit boek niet te lezen
Er gaat niets boven een dik boek en er zitten heel wat lekkere krenten in de pap, maar dit keer overdrijft Armstrong toch echt in haar oceanische streven zo breed en compleet mogelijk te zijn – de volgende keer graag wat meer compassie met uw lezers, Karen! En waarom toch dat overbodige gezwatel over egocentrische linker- en ‘diepere’, ‘holistische’ en onzelfzuchtige rechterhersenhelften? Stel u ook in op een stevige weerzin tegen het westerse christendom, met name tegen het protestante ‘sola scriptura’.
Redenen om dit boek wel te lezen
Als u de tijd, de interesse en de discipline hebt om u door de rijstebrijberg van De verloren kunst heen te eten, zult u onder de indruk raken van Armstrongs duizelingwekkende belezenheid en vermogen vreedzame verbanden te leggen, over eeuwen, continenten en geloofsovertuigingen heen. En mocht u dit boek na aankoop niet meteen uitlezen, dan heeft u in elk geval een leerzaam naslagwerk in huis van een bevlogen vrouw die voorlopig nog lang niet uitverteld lijkt te zijn.