Rode bisschop gered van de vergetelheid

Recensie van Eduardo Hoornaert, Helder Camara. Als het leven gave wordt. Uit het Portugees vertaald door Erik Galle. Halewijn/Adveniat, 310 blz.

Drie sterren


De schrijver

De van oorsprong Vlaamse Eduardo Hoornaert (1930) is docent kerkgeschiedenis geweest in João Pessoa en later aan het Instituut voor Theologische en Pastorale Studies in Fortaleza, beide in het noordoosten van Brazilië. Van 1964 tot 1980 werkte hij als parochiepriester in Recife samen met Helder Camara, die daar toen aartsbisschop was.

De thematiek

Hij begon al in vergetelheid te raken, Dom Helder Camara (1909-1999). Maar dat is voorlopig gelukkig van de baan dankzij deze biografie van de Braziliaan Dom Helder Camara, die in de jaren ’70 bekend stond als ‘de rode bisschop’ om zijn inzet voor de mensenrechten van de allerarmsten en zijn kritiek op de militaire dictatuur in zijn land. Hij stierf uiteindelijk van ouderdom, al had dat heel anders kunnen lopen, want hij had meedogenloze politieke vijanden te over – in de jaren ’60 werden verschillende medewerkers van hem ontvoerd, gemarteld of zelfs vermoord teruggevonden.

Toch wees er in het begin van zijn kerkelijke bliksemcarrière niets op dat hij ooit de revolutie zou gaan preken: de armoede van de favela’s lag ver buiten het blikveld van zijn welgestelde familie. In de jaren ’30 was hij zelfs actief lid van de oerconservatieve ‘Integralisten’ en had hij grote bewondering voor hoe het Europese fascisme het communisme, het spiritisme en de verloedering van de huwelijksmoraal bestreed. Maar dat veranderde in één klap toen hij in 1955 benoemd werd tot bisschop van Recife, met als opdracht om zijn organisatorische talenten voortaan in te zetten voor de armen.

Opvallendste stelling

Hoornaert reconstrueert Camara’s levensloop aan de hand van de ruim tweeduizend, deels nog nooit gepubliceerde ‘omzendbrieven’ die de bisschop tussen 1962 en 1980 naar zijn hooggewaardeerde staf van voornamelijk vrouwelijke vrijwilligers stuurde.

Daarin deed hij niet alleen verslag van bijvoorbeeld zijn ervaringen met het Tweede Vaticaanse Concilie, maar schreef hij ook vrijuit over zijn twijfels en soms opmerkelijk onorthodoxe meningen en visioenen, zoals over hoe de Paus de Sint-Pieter in brand stak en al het geld van de Vaticaanse bank aan de armen uitdeelde. Of, ook apart, hoe hij ’s nachts praatte met Clarinha, een kiezelsteen uit zijn Braziliaanse tuintje. En ja, hij predikte revolutie, maar dan uitdrukkelijk zonder geweld, in de geest van Gandhi en Martin Luther King.

Mooiste zin

Helder Camara schreef ook zo’n 7.500 gedichten met daarin menig mooie zin. Zoals deze, over zijn keerpunt in 1955: ‘Ik keek zo lang ik kon / naar de gezichten van de armen, / getekend door de honger, / verpletterd door vernederingen. / En in hen ontdekte ik uw gelaat, / verrezen Christus.’ Hoewel zijn beroemdste uitspraak er ook nog altijd indruk maakt: ‘Als ik een arme een brood geef, dan noemen ze me een heilige. Als ik vraag waarom hij arm is, noemen ze me een communist.’

Redenen om dit boek niet te lezen

Docent kerkgeschiedenis Hoornaert onderbreekt Camara’s levensverhaal geregeld met eigen historisch-theologische uiteenzettingen over bijvoorbeeld de filosofie van Thomas van Aquino, het consensusbeginsel en Spinoza. Die zijn soms verhelderend, maar zelden genuanceerd: vooral de kerk als bureaucratisch en collaborerend machtsinstituut krijgt ervan langs, ten gunste van de kennelijk altijd oprechte katholieke volksmystiek die Camara van zijn moeder had meegekregen. Maar de Franse Revolutie geweldloos noemen? Dat zou ik toch even navragen bij de slachtoffers van Robbespierres Terreur. En had Hoornaerts uitgever ook een maximum kunnen stellen hoe vaak per pagina hij het woord ‘revolutie’ mocht laten vallen?

Redenen om dit boek wel te lezen

Camara moet zeker in de tweede helft van zijn leven een uitzonderlijk sociaal bewogen, geïnspireerd en dapper mens zijn geweest, aan wie de mensheid zich ook nu kan spiegelen, zeker nu de kloof tussen arm en rijk en tussen noord en zuid alleen nog maar bredere en dieper is geworden. En tot slot een volstrekt onbelangrijke anekdote, maar toch leuk om te melden: wist u hoe Helder Camara aan zijn voornaam kwam? Nou, die had zijn vader in een atlas zien staan. Inderdaad, van die havenplaats in Noord-Holland.


EEN GEREDIGEERDE VERSIE VAN DEZE RECENSIE VERSCHEEN OP 1 MEI 2024 IN
logo Trouw