Recensie van Catherine Nixey, Ketterij. Jezus Christus en de andere zonen van God. Uit het Engels vertaald door Johannes Jonkers. Hollands Diep, 429 blz.
Drie sterren
De schrijfster
De Britse journaliste Catherine Nixey (1980) komt uit een verlicht katholiek gezin (moeder ex-non, vader ex-monnik), studeerde klassieke talen en filosofie in Cambridge en viel tegen haar dertigste van haar geloof. Haar vorige boek (in 2017 vertaald als ‘Eeuwen van duisternis’) ging over hoe sinds de bekering van keizer Constantijn in de vierde eeuw ‘het christendom’ zich inspande om de zoveel tolerantere klassieke cultuur te vernietigen – met als resultaat de lange ‘donkere middeleeuwen’. Collega-recensent Sam Janse vond toen dat ze daarin doorsloeg.
De thematiek
Gelovig of niet: de meesten van ons zijn groot geworden met het idee dat Jezus een volstrekt unieke persoonlijkheid moet zijn geweest, dat er (oké, mede dankzij Paulus) zo’n machtige wereldgodsdienst uit zijn woorden en daden is voortgekomen. Nou, dan helpt Nixey ons graag uit die droom: volgens haar bronnen krioelde het in de klassieke oudheid van de langharige predikers, magiërs en wonderdoeners, over wie verteld werd dat ze goddelijke vader en een maagdelijke moeder hadden, de dood de baas waren en/of ten hemel opstegen. Die voorspelden dat het einde der tijden nabij was, behalve dan voor de eigen volgelingen.
Men neme bijvoorbeeld Apollonius van Tyana. Hij was indertijd mogelijk zelfs populairder dan zijn tijdgenoot Jezus, maar zou de (christelijke) geschiedenis ingaan als antichrist, die maar beter doodgezwegen kon worden. Dat het christendom in de vierde eeuw vanuit Rome alle concurrentie wist uit te schakelen, was volgens Nixey overigens meer te danken aan de geavanceerde infrastructuur en de politieke context, dan aan de vermeende zachtmoedigheid van Jezus’ leer. Over de mogelijke rol van een goddelijke voorzienigheid in dit proces zult u rationaliste Nixey vanzelfsprekend niet horen.
Opvallendste stelling
Nixeys vorige boek ging over hoe de klassieke, ‘heidense’ cultuur het verloor van het christelijke fanatisme. In ‘Ketterij’ beschrijft ze hoe de christenen al vroeg in hun geschiedenis ook elkaar onderling naar het aardse leven stonden. Daarbij zult u zich verbazen om welke nu onnozele ogende meningsverschillen men elkaar op de brandstapel of van de rotsen wierp.
Wist u trouwens dat het woord ‘heresie’ (ketterij) komt van ‘haeresis’ (Grieks voor keuze), dat van oorsprong een positieve betekenis had? Nu, met die veelstemmige keuzevrijheid was het vanaf 379 met de Romeinse Codex Theodosianus gedaan. Doodstraffen, boekverboden, beroepsverboden, doodzwijgen – van menig vroegchristelijke sekte heeft hoogstens de naam nog overleefd. Hoewel dat uitsterven in een enkel geval ook gelegen kan hebben aan dat Jezus het zijn volgelingen verboden had kinderen te maken, zo staat althans in de apocriefe ‘Handelingen van Thomas’, die pas in 1945 in het Egyptische Nag Hammadi zijn gevonden.
Centrale zin
Uitspraak van de niet-christelijke historicus Ammianus Marcellinus (± 330-400): ‘Wilde dieren zijn niet zulke gevaarlijke vijanden voor de mens als christenen voor elkaar’.
Redenen om dit boek niet te lezen
Dat lang niet alles in de geschiedenis van het christendom tot trots of jubel stemt, dat zult u zo langzaamaan wel weten. Maar Nixeys stokpaard van die onverlichte, donkere middeleeuwen, dat is blijkens recent historisch onderzoek inmiddels al flink in de rui.
Verder geloof ik graag dat er in de zesde eeuw nog topografen rondliepen die op Bijbelse gronden stug volhielden dat de aarde plat was. Ook Augustinus’ kennelijke afkeer van (wetenschappelijke) nieuwsgierigheid doet zijn intellectuele reputatie inderdaad geen goed. Maar om ‘het christendom’ als zodanig daarom zo triomfantelijk te blijven verketteren?
Redenen om dit boek wel te lezen
Nixey is anekdotisch heel begaafd en haar boek is een lekker leesbare aanvulling op de eerste hoofdstukken van Theun de Vries’ standaardwerk ‘Ketters’ uit 1982. Daarnaast is haar uit klassiek marmer gehouwen pleidooi voor meer wederzijdse (religieuze) tolerantie en diversiteit weer minstens zo actueel èn redelijk als al die eeuwen terug.