De diepgang van een lul

Recensie van EMILY WITT, ‘FUTURE SEX. LIEFDE IN TIJDEN VAN DIGITALISERING’. Met een voorwoord van Simone van Saarloos. Uit het Amerikaans vertaald door Hien Montijn. Amsterdam University Press. 215 blz.


kaft Witt Future sexDe Amerikaanse journaliste Emily Witt (1981) is drieëndertig als ze zorgelijk beseft dat de rijtjes verliefd-verloofd-getrouwd en huisje-boompje-beestje er voor haar hoogstwaarschijnlijk niet in zitten. Niet dat ze geen mannen trekt: ze heeft al eens vaste verkering gehad en ook als alleenstaande scharrelt ze regelmatig met vriendjes met wie ze ‘niets’ heeft, behalve lekkere seks. Maar gelukkig is ze niet. Ligt het aan haar? Stelt ze te hoge eisen? Valt ze op de foute mannen, fladderaars met bindingsangst? Of is er iets structureels mis met het monogame huwelijk als levensbestemming? Is het ideaal van trouw tot in de dood nog wel van deze tijd? En hoe staat het in deze digitale dagen eigenlijk met de indertijd beloofde vrije liefde, ook voor vrouwen? Bepaalt sletvrees nog steeds ons seksleven? In ‘Future sex’ zoekt Witt het allemaal schaamhaarfijn en aan den lijve voor ons uit.

Een groot deel van haar reportages speelt zich af in Californië, waar de hippies een halve eeuw geleden de vrije liefde (opnieuw) uitvonden en tegenwoordig bijna iedereen bij Google of Facebook werkt. Witt ontdekt er dat datingssites voor vrijblijvende instantseks allang niet meer alleen geliefd zijn onder homoseksuele mannen; ook heterovrouwen blijken er gretig gebruik van te maken, mits zo’n site een ‘schone en goedverlichte’ indruk maakt en plaatjes van ‘fysieke attributen’ weert.

Orgastische meditatie

Verder raakt ze in San Francisco verzeild bij een sekte die workshops ‘orgastische meditatie’ biedt, waarin je als vrouw je geslachtsdelen leert aanvaarden in een oefening van exact vijftien minuten met iemand die je niet per se aardig hoeft te vinden en die geen wederdiensten van je verlangt. Ook wijdt ze een flink hoofdstuk aan internetporno en de lol die vrouwen kunnen beleven aan dit even omstreden als onuitroeibare verschijnsel. Als actrice, regisseuse of kunstenares (zoals Annie Sprinkle). Of zelf, als consumente of toeschouwster-figurante, wanneer Witt op veilige afstand een kijkje neemt op de set van een behoorlijk heftige video-opname.

Voorts duikt ze in de wondere wereld van de webcams, waar uiterst alledaagse mensen (onder wie opvallend veel mantelzorgers) soms bijzonder lucratief bijbeunen met bloot op bed liggen of zich uitleven in bizarre toneelstukjes met hobbelpaarden en ‘teledildonica’, zonder enig risico op zwangerschap of enge ziektes. Het is duidelijk: internet heeft heel wat bevrijd en losgemaakt, ook in de vrouwelijke seksualiteit.

Polyamorie

Emotioneel iets ingewikkelder ligt het met het verschijnsel ‘polyamorie’, beter bekend als ‘open relatie’. Ook op dit gebied staan Amerikaanse vrouwen vandaag de dag hun mannetje, zoals blijkt uit het breed uitgemeten verhaal van Elizabeth, Wes en Chris. Maar of iedereen daar nu ontspannen en gelukkiger van wordt? Elizabeth timmert de vrije liefde en haar seksfeestjes dicht met gedragsregels en aansprakelijkheidsverzekeringen en mij lijkt het toch een trieste bedoening als je ‘secondaire’ partner het met jou doet omdat hij onbeantwoord verliefd is op je ‘primaire’ partner.

Het ‘verantwoorde hedonisme’ uit de dappere nieuwe wereld van ‘Future sex’ maakt op mij per saldo een kille en troosteloze indruk – de emoties moeten liefst niet dieper gaan dan de lengte van een lul. Zelfs op het Burning Man-festival (een massaal jaarlijks vrijheidsexperiment in de woestijn van Nevada) zwerft Witt eenzaam rond: haar (vage) vrienden laten op zich wachten, ze heeft geen extasy bij de hand en ook in de orgiekoepel valt nauwelijks een fuck te beleven. Ik geef toe, ik ben niet van Emily’s generatie, maar goeiedag: ben je dik dertig en maak je je nog de sappel over wat ‘iedereen’ ergens van denkt en of je wel anti-traditioneel genoeg bent. En waarom zo verongelijkt doen omdat er nog geen term bestaat voor de seksuele identiteit van vrijblijvende vrijers? Als die zo belangrijk voor je is, dan verzin je toch gewoon wat? Wat dacht je van een Nederlands leenwoord als ‘scharrel’?

Laat Witts ‘Future sex’ inderdaad zien hoe onze (klein)dochters straks of zelfs nu al hun seksualiteit beleven? Ik mag hopen van niet, maar ik heb geen idee. Voor waarzeggerij moet u niet bij mij zijn: ik geloofde in 2001 ook al niks van een morsige Amerikaanse ICT-professor die voorspelde dat internet ons aller leven binnenste buiten zou keren. Maar dat internet binnenkort een eind zal maken aan de romantische liefde en pijn die daarbij onvermijdelijk komt kijken? Het wil er bij mij niet is.


Zie ook Jann Ruyters, ‘Polyamorie in tijden van Tinder‘ (Trouw, 22 juli 2017) en Arnon Grunberg, ‘Hoe meer onze behoeften vervuld zijn, hoe meer onze verlangens opspelen‘ (Volkskrant, 29 juli 2017)


EEN GEREDIGEERDE VERSIE VAN DEZE RECENSIE VERSCHEEN OP 8 JULI 2017 IN

logo Trouw