Interview met Steven Stroeykens, schrijver van Het einde van de wereld. Een geschiedenis (2016)
Apocalyps | Journalist Steven Stroeykens verdiepte zich in theorieën over het einde der tijden. “We hebben het gevoel dat die ondergang een morele betekenis moet hebben.”
Het einde van de wereld is nog nooit zo dichtbij geweest als nu, stelt wetenschapsjournalist Steven Stroeykens. Maar dat is meteen het enige dat hij zeker weet. Wanneer en hoe het met de mensheid of de aarde gedaan zal zijn? Daarover kunnen we alleen maar speculeren. En valt er nog uitstel van executie te regelen? Komt er daarna toch nog een andere, betere wereld? Het zijn vragen waarbij religieuze hoop en wetenschappelijke berekeningen elkaar soms opeens tegenkomen.
Vanwaar uw belangstelling voor de apocalyps?
“Die is begonnen vlak voor het jaar 2000, toen ik voor De Standaard een reeks artikelen schreef over hoe de wereld ten onder zou kunnen gaan, gelet op de recentste wetenschappelijke kennis. Dat ging over uitdovende sterren, supernova’s of over de kans dat ebola net zo’n epidemie zou kunnen worden als ooit de Spaanse griep.
Dat project is nu uitgedijd tot een ambitieuzer boek, over ook praktische beleidsvragen, bijvoorbeeld over wat er te doen valt tegen klimaatverandering, grote vulkaanuitbarstingen of een mogelijke nieuwe ijstijd. En ik raakte geïnteresseerd in de geschiedenis van het doemdenken. Een belangrijk beginpunt daarvan is de Apocalyps van Johannes. Die visioenen schemeren nog altijd door, ook in wetenschappelijke teksten.”
Het jaar 2000 is al even achter de rug. Waarom struikelen we dan nog steeds over de apocalyptische boeken, films en sites?
“Heel veel mensen maken zich zorgen over de nieuwe spanning tussen het Westen en Rusland, de toestand in het Midden-Oosten, het terrorisme. En er is ook bijgeloof, zoals met de Maya-kalender in 2012. Dat loopt altijd door; op internet vind je ongetwijfeld een hele reeks voorspellingen dat de wereld nog dit jaar vergaat.”
En? Wanneer is het volgens u zover?
“In 2367? Nee, we weten het niet. Een ineenstorting van onze samenleving, die zou er op korte termijn kunnen komen, of misschien binnen een paar honderd jaar. Het einde van de mensheid of de planeet, dat is waarschijnlijk heel wat verder weg. Isaac Newton, toch lange tijd het toonbeeld van rationaliteit, heeft op basis van de Bijbel voorspeld dat de wereld rond 2060 zal vergaan. Bij wiskundigen zie je vaker dat ze zulke berekeningen maken, puur als intellectueel spel, als iets om eindeloos aan te puzzelen.
Hedendaagse astronomen zijn inmiddels zover dat ze met vertrouwen kunnen zeggen dat er geen gevaarlijke reuzeplanetoïde op komst is die ons de dinosaurussen achterna doet gaan.
Maar er blijft een piepklein kansje dat er iets met de snelheid van het licht op ons afkomt en dat het floep vanmiddag afgelopen is. Zo’n scenario past trouwens helemaal niet binnen onze ideeën over het einde van de wereld. Want we hebben het gevoel dat die ondergang een morele betekenis moet hebben, dat er een waarschuwing moet zijn en dat het een voorspel voor een betere wereld is. Dat is hier allemaal niet het geval. Ja, er komt in dit scenario wel een nieuwe wereld, maar of die beter is? Misschien wordt het alleen maar een oninteressante soep van elementaire deeltjes.”
Wat is het vreemdste scenario dat u kent?
“De natuurkundige Frank Tipler maakt een goede kans op de prijs voor het meeste bizarre scenario. Hij stelt zich een op termijn ineenstortend heelal voor, waarin alle energie, intelligentie en kennis uiteindelijk samenkomen in één alwetend, alomvattend en almachtig punt, waar de hele mensheid weer tot leven komt. En dat punt noemt hij God.
Het waanzinnigste vond ik het verhaal van de Japanse sekte Aum Shinrikyo. Die verwachtten een wereldoorlog tussen Japan en de Verenigde Staten en dachten dat ze die konden voorkomen als ze dertigduizend mensen zouden bekeren. En toen dat niet lukte, besloten ze in 1995 zelf het einde van de wereld teweeg te brengen met gifgasaanvallen in de metro van Tokyo.”
Dat idee dat de geschiedenis een terroristisch handje geholpen moet worden, kwam u dat vaker tegen?
“Ja, en soms wordt het inderdaad heel eng, bijvoorbeeld als mensen met een apocalyptische ideologie over de oliebronnen in Irak beschikken of, zoals IS, via internet veel aanhang vinden. Ook in de Verenigde Staten en Israël heb je mensen die op christelijk- of joods-apocalyptische gronden een oorlog willen uitlokken. Je mag er niet aan denken dat er iemand met dergelijke opvattingen president van Amerika of premier van Israël wordt.
Maar zelfs als het niet gewelddadig wordt, vind ik dat soort opvattingen verontrustend. Want als je gelooft dat de wereld toch binnen twintig jaar vergaat, waarom zou je je dan nog zorgen maken over het klimaat en het milieu?”
Terwijl volgens u juist op dat gebied groot onheil verwacht, veel meer dan van op hol geslagen computers, kwaadaardige aliens of botsende sterrenstelsels.
“Ja, vooral over het klimaat moeten we ons grote zorgen maken. Als we nu voor vier jaar de verkeerde kant op gaan, dan zullen we daarna heel pijnlijke maatregelen moeten nemen. Er is geen maatschappelijk mechanisme waarmee we op een elegante, vreedzame en pragmatische manier terug kunnen naar ons consumptieniveau uit 1960. Zo’n stap achteruit verloopt via faillissementen, werkloosheid, armoede, sociale onrust, oorlog. Met de verkiezing van Trump is het einde van de wereld zoals we die kennen, inderdaad opeens een stuk dichterbij gekomen.”
U bespreekt in uw boek ook een aantal nieuwe technologieën, zoals Kunstmatige Intelligentie en nanotechnologie, die heel heilzaam beloven te zijn, maar ook onze ondergang zouden kunnen inluiden. Hoe realistisch zijn die scenario’s?
“Sommige mensen projecteren hun oude, religieuze ideeën op nieuwe technologieën; ze verwachten er verlossing, gerechtigheid en het paradijs van. Anderen denken dat de wereld er een hel van wordt. Maar het is allebei fantasie. In werkelijkheid wordt het geen van beide, maar gewoon weer een technologie als alle andere, met een hoop goede dingen en een hoop nieuwe problemen. Verder modderen we weer aan, zoals altijd, totdat de zon over zes of zeven miljard jaar aan haar einde komt. Dat is denk ik nog het waarschijnlijkste scenario.”
U noemt de homo sapiens een voorbeeld van een plaag die wereldwijd ecosystemen verwoest. Is de wereld beter af zonder ons?
“Er bestaat zelfs een beweging voor, de Voluntary Human Extinction Movement, de VHEMT. Die pleit ervoor dat we stoppen met ons voort te planten en vrijwillig uitsterven. Het is een grappig idee, maar het heeft natuurlijk geen enkele praktische betekenis.
Ikzelf vind dat wij mensen ook bij de wereld horen en dat onze rechten ook mogen meetellen. Het is waar dat de menselijke soort op dit moment een groot probleem is, maar we moeten er geen morele kwestie van maken. Vooral het klimaatprobleem is te urgent om te wachten tot we allemaal betere mensen zijn geworden en ze ook in China besluiten soberder te gaan leven. We kunnen beter op zoek naar een pragmatische oplossing.
De mensheid is creatief genoeg om oplossingen te bedenken, maar de vraag is of we als samenleving ook kunnen uitvoeren. Zoals het idee van de filosoof Matthew Liao, die voorstelt om via genetische manipulatie volgende generaties kleiner te maken: kleine mensen consumeren immers minder en zijn daardoor minder belastend voor het milieu. Een mooi idee, maar de mensen zullen het niet accepteren.
Een andere speculatie over een mogelijk uitstel het einde: misschien kunnen we ooit zelf een nieuw heelal maken. Maar als dat kan, dan is ons heelal misschien wel gemaakt door iemand anders. Een oude gedachte, zegt u? Inderdaad, als het over het einde van de wereld gaat, kom je kennelijk nooit helemaal los van de oude openbaringsideeën.”
Wie is Steven Stroeykens?
Steven Stroeykens (1967) is schrijver en wetenschapsjournalist. Hij studeerde natuurkunde aan de KU Leuven. Van 1994 tot 2014 was hij bij dagblad ‘De Standaard’ lid van de wetenschapsredactie. In 2013 verscheen zijn boek ‘Gevonden! Hoe het Higgsdeeltje onze wereld veranderde.’ Op dit moment doceert hij wetenschapsjournalistiek aan de KU Leuven. In ‘Het einde van de wereld’ bespreekt hij zo’n dertig meer of minder waarschijnlijke theorieën over hoe en waardoor onze wereld ooit zal vergaan, van goddelijk ingrijpen tot milieurampen en zwarte gaten.
Steven Stroeykens, Het einde van de wereld. Een geschiedenis. Kalmthout, uitgeverij Polis, 345 blz.
EEN GEREDIGEERDE VERSIE VAN DIT INTERVIEW VERSCHEEN OP 21 NOVEMBER 2016 IN