Frédéric Lenoir zoekt het geluk

Interview met Frédéric Lenoir, filosoof en schrijver van het boek Over geluk.


Afgelopen weekend was filosoof Frédéric Lenoir een belangrijke publiekstrekker van het jaarlijkse Happinez-festival. Inderdaad een prima plek om te vertellen over zijn onlangs vertaalde boek ‘Over geluk’, waarin hij het begrip ‘geluk’ ontrafelt, in oost en west, van Boeddha tot Schopenhauer, bij Aristoteles, Tchouang-tse, Epicurus en Montaigne. En hij uiteindelijk terecht komt bij Spinoza.

Ieder mens is op zoek naar geluk; het is volgens de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring uit 1776 zelf een onvervreemdbaar burgerrecht. Toch heeft het woord ‘gelukzoeker’ op het moment in Europa een negatieve klank. Wat vindt u daarvan?

U bedoelt hoe we aankijken tegen vluchtelingen en immigranten? Ik zeg al heel lang: het is nodig om de deur te openen en die mensen te helpen. We hebben in Europa een hoge levensstandaard, maar we beseffen niet dat we ondanks onze economische problemen in een paradijs leven. Dankzij de globalisatie weet de hele wereld dat. En een paradijs vlak naast een plek waar mensen niets hebben, dat is onmogelijk. Het is alleen maar natuurlijk dat mensen hierheen trekken.

Uiteraard kan niet heel Afrika hier komen, maar we zullen moeten gaan delen, veel meer dan we nu doen. Dat zal in het begin moeilijk zijn, want we zijn er niet aan gewend. Maar ik weet zeker dat we daar heel veel voor terug krijgen. We zullen mensen ontmoeten met een andere manier van leven. Mensen die in oorlog hebben geleefd, houden van het leven en willen het beste. Als je die mensen leert kennen, helpt dat je anders en beter te denken.

Ik ken veel mensen in Frankrijk en andere landen die bereid zijn vluchtelingen te helpen en ze aandacht en vriendschap te geven. En dat zal ons leven veranderen, we zullen er opener van worden. Ik zie het als een kans is voor Europa. We zijn zo depressief en we denken dat onze problemen verschrikkelijk zijn. Maar als we mensen zien die niets hebben, is dat een les.

Die recente foto van dat jongetje op het strand is nu een hype in de media, maar het probleem is al veel ouder. De politiek heeft lang geprobeerd het te negeren, omdat men bang was voor de reactie van de bevolking. Maar nu begrijpen mensen opeens dat we moeten delen. Er is geen andere oplossing. Tenzij je zegt: we sluiten de poort en we sturen de mensen terug de zee op. Er is inderdaad een minderheid die dat wil, die zegt: het kan me niet schelen dat ze dood gaan. Maar daar kan de meerderheid niet mee instemmen. In IJsland bijvoorbeeld is 10% van de bevolking bereid mensen in hun huis opnemen. Ik denk dat veel mensen dat willen doen.

Ook Jezus daagt ons uit om al die mensen op te vangen. Hij zegt: er is meer vreugde in geven dan in ontvangen. Ik denk dat dat waar is. Als we dingen met elkaar delen, als we mensen helpen, dan ontdekken we die vreugde. Dat is ook de boodschap van de paus. Opeens moeten delen kan ons leven verrassend verrijken.

Toch zijn veel mensen bang voor nieuwkomers met een andere cultuur of religie.

Natuurlijk, dat geldt voor veel mensen. Maar er is een sterke minderheid die niet bang is. Vaak zijn dat christenen, gelovigen, maar niet per se. Mensen die zich betrokken voelen, lid zijn van een humanitaire organisatie. En anderen zullen na verloop van tijd merken dat die nieuwe buren niet eng zijn. Ze kunnen anders zijn, maar ze leren ons lessen, ze zijn vriendelijk, ze zijn open. Ze werken hard, ze willen een goede opleiding voor hun kinderen. In het begin zullen er problemen zijn, en ik hoop geen geweld, maar ik weet zeker dat de meeste mensen na een aantal jaren zien dat de immigranten hier niet alleen maar hier zijn om geld te halen en niets te doen.

Ik vind het wel belangrijk dat immigranten instemmen met de cultuur waarin ze komen. Ze moeten zich willen aanpassen. In Frankrijk is het bijvoorbeeld verboden dat vrouwen volledig gesluierd gaan. Ze moeten de wet respecteren, ze moeten de taal spreken, de kinderen moeten naar school. En als ze dat niet willen, dan moeten ze terug.

U stelt in uw boek dat uiterlijke omstandigheden zoals woonplaats en materiële welstand maar voor 10% je geluk bepalen; geluk is volgens u vooral een kwestie van mentaliteit en houding. Als dat zo is, wat is dan de zin van emigratie?

Als mensen denken dat Europa het paradijs is, dan zullen ze niet gelukkig worden. Het belangrijkste is namelijk dat je in jezelf gelukkig bent. Maar daarvoor heb je wel een dak en voedsel en geen oorlog nodig; dat is het minimum. En dat is het verschil tussen oorlogsvluchtelingen en mensen die uit een arm Afrikaans land komen waar ze onderdak en elke dag te eten hebben, ook al zijn ze niet rijk. Maar als ze hier komen om veel meer geld te vinden, zullen ze teleurgesteld worden.

De VN stelt jaarlijks een lijst op van waar de mensen het gelukkigst zijn. Met altijd bovenaan landen als Denemarken en Zwitserland. Ik ben het daar niet mee eens, omdat die lijst alleen maar rekening houdt met uiterlijke, economische criteria, zoals het Bruto Nationaal Product. Dat werkt maar half. Want de helft van het geluk zit van binnen, in jezelf.

Je kunt in een rijk land wonen en ongelukkig zijn. Frankrijk is een democratisch en vrij land, maar toch gebruikt bijna 30% van de mensen drugs en antidepressiva, omdat ze ongelukkig zijn. Terwijl ik India arme mensen ben tegengekomen, die net genoeg geld hebben om van te leven en die toch gelukkig zijn. Ze leven buiten, in de natuur, ze hebben hun bezigheden en ze willen niet weg. Die mensen zijn veel gelukkiger dan de meeste de Europeanen die ik ken.

Het boek Over geluk heb ik geschreven omdat zo veel mensen op zoek zijn naar geluk, terwijl ze niet weten wat het is. Het probleem is dat ze geluk vaak verwarren met genot. Ze zeggen: ik ben heel gelukkig, omdat ze een emotie hebben. Maar dat is geen geluk. Geluk is een innerlijke gesteldheid, een manier van zijn, waar je hard voor moet werken. Het is een leerproces van oefenen, je leven veranderen, besluiten nemen, keuzes maken, je betrokken voelen en je leven zin geven. Mijn definitie van geluk? Geluk is het bewustzijn van een algemene, blijvende tevredenheid in een betekenisvol bestaan dat gebaseerd is op de waarheid. Met alleen maar leuk leven heeft dat maar weinig te maken, lees Spinoza er maar op na.


Wie is Frédéric Lenoir?

Fransman Frédéric Lenoir (1962) is filosoof en godsdienstwetenschapper. Hij werd op zijn dertiende gegrepen door Plato, vertrok op zijn twintigste naar India, waar hij verbleef in de ashram van de hindoeïstische wijze vrouw Ma Anandamay en werkte in leprahuizen en hospices van moeder Teresa. Ook bracht hij drie jaar door in een katholiek klooster. Hij promoveerde vervolgens aan de École des hautes études en sciences sociales op een proefschrift over het boeddhisme in het westen. Bekend bij een breder publiek zijn zijn bestsellers Handleiding voor een evenwichtige geest en een kalm gemoed, God en de roman De wereldziel. Onlangs verschenen bij Ten Have Over geluk. Een filosofische ontdekkingsreis en Hart van kristal. Een sprookje voor jong en oud.


EEN GEREDIGEERDE VERSIE VAN DIT INTERVIEW VERSCHEEN OP 14 SEPTEMBER 2015 IN

logo Trouw