ReisReportage over sevdah, de muziek van Bosnië en Herzegovina
Ja, de schaduw van de oorlog hangt nog over Bosnië en Herzegovina. Maar nu, bijna dertig jaar later, is het gelukkig ook weer een land geworden om als gast van te genieten: prachtige natuur, (herbouwde) historische steden en een opvallend muziekminnende bevolking.
SARAJEVO – Het huis van de sevdah
Mississippi heeft de blues, Portugal de fado en sevdah is Bosniës trots: melancholieke volksliedjes van verlangen over bergen, rivieren en onmogelijke liefdes. In een oosterse makamtoonladder, niet zelden in een zeven- of negenachtste maat en jong en oud zingt ze mee als iemand een accordeon, gitaar of saz te voorschijn haalt.
Sarajevo heeft voor dit culturele erfgoed sinds 2008 een officieel huis (Art Kuća Sevdaha, Halači 5, hartje oude centrum), met een serene theetuin en museum annex muziekwinkeltje. De obers van het alcoholvrije café maken het graag voor u open, als ze tenminste niet te druk zijn met het rondbrengen van koperen kannetjes Bosnische koffie. Op vrijdagavond is er bijna altijd wel een optreden met liedjes die hart en ziel beroeren, ook als je geen woord Bosnisch kent. Maar dat leert snel: ‘ruža’ is roos, ‘draga’ lieve, ‘majka’ moeder en ‘bulbul’ nachtegaal.
DE BRON VAN DE BOSNA – Zingen bij de zwanen
Bosnië heeft zijn naam te danken aan de rivier de Bosna, die in Ilidža, pal ten zuidwesten van Sarajevo, ontspringt aan de voet van de berg Igman, bekend van de ski-onderdelen van de Olympische winterspelen in 1984. Ons was het deze zomer net even te heet voor een sportieve wandelroute bovenop de Igman, dus gingen we beneden aan de berg lekker tussen de Bosniërs slenteren en naar de zwanen kijken in het schaduwrijke park bij de bron van de Bosna (Vrelo Bosne, ruim 600 hectare, entree 1 euro).
Uiteraard zijn er verschillende liederen aan deze rivier gewijd, zoals ‘Sa Igmana’ (Vanaf de Igman). Dat bezingt hoe mooi de Bosna is als het mist, hoe zij zich door het groen slingert en dat je er overal liedjes kunt horen. En inderdaad, toen wij in het park waren, klonk vanaf het gras opeens een meerstemmig sevdahlied, waarbij menig wandelaar inviel.
DE TUNNEL – Om stil van te worden
Bijna vier jaar duurde de belegering van Sarajevo, de hoofdstad van het in 1992 uitgeroepen, onafhankelijke Bosnië en Herzegovina. Bosnische Serviërs bestookten vanaf de omringende heuvels de stad met scherpschutters en honderden bommen per dag. Er vielen bijna 14.000 doden, onder wie meer dan 5.000 burgers, waarvan 1.500 kinderen.
Sarajevo overleefde dankzij de wapens en hulpgoederen die via een geheime 760 meter lange tunnel onder het vliegveld door de stad in werden gesmokkeld. Deze ‘tunnel van de hoop’ begon in het huis van de familie Kolar, dat nu een museum is. Muziek klinkt daar niet en ik werd er heel stil van het verhaal een medebezoeker uit de buurt van Tuzla, over waarom en hoe hij in 1992 met vrouw en baby, in een vrachtwagen verstopt onder de aardappelen het land ontvluchtte, in Nederland terechtkwam. Het gezin kon vier jaar geleden gelukkig weer in Bosnië gaan wonen.
TUZLA – Helende muziek
Er valt in Tuzla makkelijk heen te kijken over de oorlog (of, zoals de Bosniërs zeggen: ‘de agressie’) die hier drie decennia terug woedde. De zon schijnt, de terrassen en ijssalons zijn open, mensen maken een praatje voor de moskee en de deuren van de orthodoxe kerk staat uitnodigend open.
Maar ook hier zitten veel gevels nog vol kogelgaten en bij de Poort herinnert een grote marmeren muurplaat aan de 71 vooral jongeren die hier op 25 mei 1995 omkwamen door een mortiergranaat. Ze liggen begraven op noordelijke helling van de stad.
Even hogerop staat het ‘kuća plamena mira’, het huis van de (olympische) vredesvlam, naar een ontwerp van de Nederlandse antroposofische architect Ton Alberts. Het werd in 2003 geopend als een veilige plek waar kinderen met onder meer muziektherapie hun oorlogstrauma’s konden verwerken. Inmiddels is het een algemener cultureel inloopcentrum, waar een bevlogen muziekleraar ons in een mum een wervelend volksliedje leert over hoe je peper zaait. Ook het mozaïek in de gangvloer is het klimmetje waard.
MOSTAR – Emina
De grootste stad van Herzegovina, Mostar, is vooral beroemd om de dus immens drukke zestiende-eeuwse brug, die sinds 2004 in herrezen glorie de nog altijd broze eenheid van de federatieve republiek Bosnië en Herzegovina probeert te symboliseren. Het is ook de stad van de dichter Aleksa Šantić (1868-1924), die flink in de war raakte van buurmeisje Emina Sefić, toen ze in haar tuin de rozen water gaf. Helaas, hij kreeg slechts haar fronsende blik.
Šantić’ gedicht hierover werd een geliefd sevdahlied, dat nog altijd overal op de Balkan gezongen en gecoverd wordt, in alle denkbare stijlen, zoals door Himzo Polovina, de Mostar Sevdah Reunion en Amira Medunjanin. Er is wel eens gekscherend geopperd om van ‘Emina’ het nationale volkslied te maken, nu er van het officiële, woorden- en naamloze volkslied nog steeds geen tekst bestaat waarover alle etnische groepen het eens kunnen worden.
In een parkje aan de Maršala Tito heeft Šantić zijn standbeeld, even verderop, op de hoek van de Stari Pazar, verscholen naast een tattoo-shop, staat een bronzen verbeelding van de struise Emina.
PRAKTISCH
Hoe komt u er?
Er rijden voorlopig nog geen internationale treinen naar Bosnïë en Herzegovina. De lijnbus doet zo’n dertig uur over de ruim 1.700 km tussen Amsterdam en Sarajevo. Wie toch voor de snelste weg gaat: vanaf Eindhoven vertrekt dagelijks een rechtstreekse vlucht naar Tuzla. Binnen Bosnië rijden wel treinen, zoals op het prachtige bergtraject tussen Sarajevo en Mostar. Verder kunt u bijna overal met de bus komen.
Muziekfestivals
Op cultureel gebied valt er in Bosnië het een en ander te beleven, zoals laatst nog in augustus, met het 29ste filmfestival van Sarajevo. Daar vindt van 8 tot 11 november ook weer het jaarlijkse internationale jazzfestival plaats, met altijd ook namen met wortels in de Bosnische muziek. In de kleinere steden zijn het hele jaar door folklore- en sevdahfestivals, zoals van 29 op 30 november in Tuzla, met bands en koren uit de hele Balkan en zelfs Nederland.
Voor wie zelf ter plekke een week sevdahliedjes wil (leren) zingen: de Bosnische dirigent Sead Siocić en zijn Nederlandse collega Ivo Boswijk organiseren jaarlijks een muzikale rondreis door Bosnië en Herzegovina. Voor meer informatie: .
Natuurpracht
Ruig beboste bergen, paradijselijk watervallen, woeste kloven: ook de natuur in dit Balkanland is de reis waard. Wij liepen ’s avonds laat in een sprookjesachtige zwerm vuurvliegjes in de bossen bij het ontroerende mini-openluchtmuseum Etno Avlija Mackovac, iets ten zuiden van Tuzla. In de buurt van Mostar zwommen we (badgoed mee dus!) in het meer onderaan de schitterende waterval van Kravica. Maar hoewel toptennisser Novak Djokovic erbij zweert, ik liet me geen negatief-ionisch water à € 5,00 per flesje aansmeren in het new-age-attractiepark in de fraaie, maar echt gewoon van nature piramidevormige heuvels van Visoko.
Nog meer sevdahliedjes (werelds en geestelijk)
- Bulbul pjeva okolo Mostara
- Da sam nešto prelijena Čamka
- Haj mene majka jednu ima
- I nebo i zveijedze
- Ne klepeći nanulama
- Pjevat ćemo šta nam srce zna
- Tebi, majko, misli lete
- Zapjevala sojka ptica
- Nek’mirišu avlije
- Jutros mi je ruža procvjetala
- Tesko meni u saraj’vu samoj