Recensie van CEES DEKKER (RED.), ALLE VERSTAND TE BOVEN. 22 WETENSCHAPPERS OVER HUN LEVEN, WERK EN GOD. Ark Media, 326 blz.
Drie sterren
De schrijvers
Cees Dekker (1959) doet als hoogleraar aan de Technische Universiteit in Delft internationaal geprezen onderzoek op het grensgebied van nanotechnologie, biologie en natuurkunde en is daarnaast aanbiddingsleider bij een evangeliegemeente. Hij schreef mee aan de roman ‘Oer’ (2020), een speelse mix van het bijbelse scheppingsverhaal, de orthodox-protestante heilsleer en de evolutietheorie.
Ook de andere eenentwintig auteurs in deze bundel combineren een succesvolle universitaire loopbaan als alfa (zoals taalkundige, historicus), keiharde bèta (natuur- en wiskundige, chemicus, bioloog) of gamma (jurist, antropoloog) met een actief christelijk leven, in bijvoorbeeld een pinkstergemeente of de gereformeerde, katholieke of Russisch-orthodoxe kerk.
De thematiek
Wetenschap en geloof: ze heten elkaar uit te sluiten. Bewijs maar eens dat God bestaat en Jezus’ verrijzenis is empirisch natuurlijk godsonmogelijk. En dan dat verhaal dat de wereld nog maar zesduizend jaar geleden in zes dagen geschapen zou zijn – we weten dankzij Darwin inmiddels wel beter. Nee, de ware wetenschapper vertrouwt alleen op de ratio en is veel beter bij de tijd dan wie uit onwetendheid of koppigheid de bijbel ‘nog’ voor waar houdt. Toch?
Nou nee. Want uit ‘Alle verstand te boven’ blijkt dat er aan de Nederlandse universiteiten heel wat gelauwerde en veelbelovende wetenschappers werken, aan wier intelligentie, nieuwsgierigheid en onderzoekvaardigheden niks mankeert en die tegelijk overtuigd christen zijn. En in deze bundel vertellen ze over wat hun geloof voor hen betekent en hoe ze ertoe gekomen zijn. Omdat ze het meekregen vanuit een geborgen jeugd of lid werden van een christelijke studentenvereniging. Naar Taizé gingen en boeken van C.S. Lewis lazen. Te maken kregen met een ingrijpende gebeurtenis rond lijden en dood of een mystieke ervaring hadden. Of zich gewoon gedragen voelden.
Bij alle verschillen is iedereen het erover eens dat wetenschap en geloof elkaar niet uit hoeven te sluiten. Ja, in de wetenschap is de ratio de baas en de evolutietheorie heeft, toegegeven, inderdaad betere papieren dan het letterlijke scheppingsverhaal, hoewel dat voor menigeen van orthodoxe komaf wel even worstelen was. Maar dat wil niet zeggen dat geloven in iets dat niet bewezen kan worden, dus onzinnig is: in het geloof gaat het namelijk om zingeving, ervaring en de persoonlijke relatie met anderen, Jezus en God. En dat gaat (treffende boektitel) nu eenmaal alle verstand te boven.
Interessantste passages
Het zal mijn praktische inslag zijn, maar het boeiendst vond ik uiteindelijk de passages over hoe wetenschappers hun werk op een christelijke manier proberen te doen. Bijvoorbeeld door zich niet te laten meeslepen door de universitaire cultuur van competitie en persoonlijke eerzucht, maar vanuit het besef dat we in een ‘gebroken wereld’ leven, te kiezen voor dienstbaarheid.
Mooiste zin
Psychobiologe en neurowetenschapster Susanne J. van Veluw: ‘De doordenking van het christelijk geloof heeft mij denk ik juist een betere wetenschapper gemaakt, en vice versa heeft de wetenschappelijke methode van observeren en theorievorming mij geholpen om als christen vooral eerlijker en wat meer bescheiden te worden.’
Redenen om dit boek niet te lezen
Of dit boek geharnaste atheïsten als Richard Dawkins en Herman Philipse zal overtuigen van de meerwaarde van het geloof: ik betwijfel het. En wie toch al niet geneigd was om het bijbelse scheppingsverhaal letterlijk te nemen of een bedoeling achter de oerknal te vermoeden, kan veel bladzijden overslaan.
Redenen om dit boek wel te lezen
Heel 2021 is dat ‘Alle verstand te boven’ de diversiteit van de samenleving eer aan probeert te doen, met aansprekende verhalen zoals van de Nigeriaanse chemicus Peter Ngene en de Vlaamse wiskundige Sabine van Huffel. De grote kracht van deze bundel zit vooral in de aandacht voor de concrete persoonlijke ervaring: die is immers altijd waar. Waarmee de stelling dat geloof en wetenschap niet samengaan, inderdaad niet meer dan een mythe blijkt te zijn. Quod erat demonstrandum.