‘Ik doe boek’

Interview met Françoise Kist (1947), gewoon een mevrouw en schrijfster van ‘Ik doe krant’


Kaft Kist“Hoe toevallig: vorige week dat interview met Annelies Maars, over hoe zij zich ontfermde over een vreemdeling die in de tuin van haar buren wilde gaan slapen. Ook uit mijn boek, ‘Ik doe krant’, blijkt dat die zogenaamde ‘migranten en uitgeprocedeerden’ heel gewone mensen zijn. Gewone mensen in ongewone omstandigheden, die aan de ziekmakende onderkant van de maatschappij worstelen met de bureaucratie. Ik vind dat we onze verantwoordelijkheid moeten nemen, met genegenheid en actie. De tijd is er rijp voor.

Mijn verhaal begint in 2006. Ik had het beheer over een fonds om kansarme jonge mensen te helpen bij hun studie. Op een dag kwam er een ama, een alleenstaande minderjarige asielzoeker, bij me langs. Ik had nog nooit een ama gezien; wel wist ik dat ama’s in Nederland tot hun 18e heel goed worden opgevangen, maar daarna moederziel alleen de maatschappij in moeten. Dus ik dacht: ja, die wil ik natuurlijk wel helpen bij zijn opleiding. Nou, hij wilde eigenlijk alleen maar dat ik zijn tandarts ging betalen, want zijn asielaanvraag was afgewezen en dan zit een tandarts er niet in. Ik besloot de goede fee te zijn: ik stuur mijn eigen kinderen toch ook naar de tandarts als dat moet?

Verboden te zwemmen

En toen kwamen er ook andere ama’s en ging er een wereld voor me open. Niet alleen over waar ze vandaan kwamen, maar ook wat ze hier deden en wat ze niet konden doen als ze te horen hadden gekregen dat ze het land uit moesten. Ik zei: laten we samen eens kijken wat er kan, niet wetend dat er helemaal niks kan. In ons prachtige Nederland is alles dichtgemetseld met wetten en regels, maar deze jongens zitten in de illegaliteit, die vallen buiten de regels. Maar als je in het water valt en je dreigt te verdrinken, dan kan het bordje ‘Verboden te zwemmen’ je gestolen worden. Het zijn gewoon jongens, aardige jongens. Wat is daar anders aan? Ik bemoei me niet met de politiek, ik denk op individueel niveau, van mens tot medemens.

Tweede moeder

In eerste instantie kwam ik veel wantrouwen tegen. Ik kreeg weinig antwoord op mijn vragen, want ze dachten dat ik het ging verklappen en dat ze dan opgepakt zouden worden. Terwijl ik geen enkel belang heb: ik ben niet van de overheid, ik ben niet van een dienst. Ik ben gewoon een mevrouw, ik heb zelf kinderen, ik heb gewerkt en weet hoe de maatschappij in elkaar zit. Ik ben niet bang voor ambtenaren en kan vechten als een leeuw. Dus toen ze mij hun vertrouwen gaven en mij als hun tweede moeder gingen zien, was dat een groot compliment.

Er wordt me soms gevraagd of ik niet bang ben dat er misbruik van me wordt gemaakt. Daar heb ik wel even over nagedacht. Maar als je bijna dood bent en ik geef je een stuk van mijn brood, maak je dan misbruik van mijn overvloedigheid? Dat vind ik geen misbruik. Ik wil dit zelf.

Krant doen

Het is een zwaar onderwerp, maar soms ook komisch, bijvoorbeeld als ik iets helemaal verkeerd deed. Ik heb dingen gezien die je als gewoon mens nooit ziet. Boubacar uit Guinee bijvoorbeeld ‘deed krant’: hij liep voor een andere jongen een krantenwijk, voor maar een deel van diens loon. Hij moest terug en ik heb hem geholpen in Guinee een internationale handel op te zetten, samen met een neef van me. We hadden gehoopt dat hij daar een goed leven kon opbouwen. Het werd een grote frustratie: hij was terug in een waardeloze maatschappij waar het ploeteren is. Dat is het verdriet van de wereld: de een heeft het goed en de ander slecht en dat heeft te maken met de plek waar je geboren bent. Ik vind dat ieder mens gezien en gehoord moet worden en ik wil laten zien in wat voor toestand deze mensen leven. Daarom ‘doe ik boek’.”


Françoise Kist, ‘Ik doe krant’. Belevenissen van een vrouw die op een dag besluit jonge vluchtelingen te gaan helpen. Balans, 191 blz.


EEN GEREDIGEERDE VERSIE VAN DIT INTERVIEW VERSCHEEN OP 21 SEPTEMBER 2019 IN

logo Trouw



EEN GEREDIGEERDE VERSIE VAN DIT INTERVIEW VERSCHEEN OP 21 SEPTEMBER 2019 IN

logo Trouw