Twee geloven op één kussen in India

ENGLISH

Mumbai – 25 januari 2018
Reportage van een interreligieuze trouwerij (zij hindoe, hij sikh) in India


Hij ziet er vervaarlijk uit, met z’n tulband, baard en fonkelende zwarte ogen. En dan dat zwaard dat hij draagt. De link met een Deens cartoon is gauw gelegd. Toch heeft hij geen spatje kwaad in het zin, zeker vandaag niet, op zijn huwelijksdag – vandaar natuurlijk die fonkelende blik. Jaidev Singh Anand (28) staat op het punt om trouwen met Anuradha Suvarna (28). Hij is sikh en zij is hindoe. En hoewel we in India zijn: er is niks gearrangeerds aan dit huwelijk – ze kennen elkaar vanaf de schoolbankjes en zijn al jaren een stel. En vandaag laten ze hun liefde bekrachtigen in een ‘vreugdevolle ceremonie’ in een sikhtempel in Mumbai.

Internationale idealen

Een gemengd huwelijk dus. Het is voor dit bruidspaar en hun familie geen probleem: Anuradha’s ouders trouwden al buiten hun kaste en sikhs (in de praktijk althans de jongens) mochten altijd al met andersgelovigen trouwen. Bovendien: we zijn hier in wereldstad Mumbai, waar de goed opgeleide middenklasse anno 2018 bruist van internationale ambities en idealen. Zo heeft Anuradha in Londen psychologie gestudeerd en geeft ze nu leiding aan een project voor beter meisjesonderwijs, in de strijd tegen het kindhuwelijk. Jaidev doet bij een ngo onderzoek naar de volksgezondheid en heeft eerder gewerkt in Duitsland, Hongarije en Bangladesh.

Ook politiek ligt hun relatie niet gevoelig. De herinnering aan de pogroms op sikhs nadat Indira Gandhi in 1984 door haar sikhlijfwachten was vermoord, staat de liefde niet in de weg. Het huidige hindoenationalisme richt zich voorlopig vooral tegen ‘uitheemse’ geloven als islam en christendom; zo vindt zeventig jaar na de moord op Mahatma Gandhi menig Indiër dat het een beste man was, maar dat hij er beter aan had gedaan in 1947 alle moslims de grens over te kieperen. Maar tegen de rol van spiritueel thuisland voor ook sikhs heeft India geen bezwaar: Afghaanse sikhs die op de vlucht slaan voor de tegen hen gerichte aanslagen van IS, mogen in India rekenen op een permanente verblijfsvergunning.

En twee geloven op één kussen? Anuradha en Jaidev liggen er niet van wakker. Ze zijn dan wel hindoe en sikh, maar praktiserend? Nee. Ook de Indiase middenklasse seculariseert. Toch zal Jaidev nooit zonder tulband of muts de deur uitgaan, uit respect voor zijn voorouders en hun roemrijke geschiedenis van verzet tegen de islamitische Mogol-tirannie. Maar zijn eigen levensbeschouwelijke interesse gaat uit naar het soefisme, waaraan het sikhisme overigens veel ontleend heeft.

Waarom dan toch gekozen voor een huwelijksritueel op z’n sikhs? ‘Vooral voor mijn moeder,’ vertelt Jaidev. ‘Zij is heel religieus en voor haar betekent het veel. Bovendien is mijn vader vier maanden geleden compleet onverwacht overleden.’ Dus besloot het stel iets onvergetelijks voor haar te doen.

Gurdwara

Op de ochtend van de grote dag verzamelen Anuradha’s familie en vrienden zich in de gurdwara, de sikhtempel. De ontvangsthal hangt vol gele en oranje bloemenslingers en er lopen heel wat jongens rond die alle nog blootharige mannen een tulband ombinden: van een meterslange goudgele lap toveren ze fluks een feestelijk hoofdbedekking met een kek toefje, want met onbedekt hoofd mag je straks de gebedsruimte niet in.

Dan arriveert met roffelende trommels de optocht van de bruidegom, grootmoeder voorop. In zijn handen een antiek ogend zwaard, dat straks in de ceremonie nog een rol zal spelen. Een familiestuk zeker? ‘Nee hoor,’ grinnikt hij, ‘gewoon van de buurman geleend.’

Verrassend detail: anders dan in Europa verbergt hier de man zijn gezicht achter een gordijntje. Het blijkt een gebruik uit de tijd dat een krijger-bruidegom soms nog vlak voor de trouwerij elders uit vechten was en zich bij de laatste verlovingsrituelen dan liet vervangen door een (gesluierde) broer of vriend, ongeveer zoals je in Europa met de handschoen kon trouwen. Binnen zal zijn sluier afgaan, maar eerst moet hij aan de poort nog voor Anuradha’s naaste familie verschijnen. Zijn aanstaande zwager (overigens een goede vriend van hem) kijkt er bijzonder ernstig bij, want voor hem is het een religieuze uitwedstrijd en het gaat wel om de toekomst van zijn enige zus. Maar gelukkig, Jaidev wordt goedgekeurd en mag naar binnen, waar Anuradha hem opwacht.

Het hele gezelschap van bijna vijfhonderd gasten wordt vervolgens naar de gebedsruimte boven geloodst; wel uw schoenen en sokken uit, en ook graag eerst uw handen en voeten wassen. Boven moeten nu ook de vrouwen hun haar bedekken, desnoods met een zakdoek.

De zaal is sober: geen beeld te zien, zodat alle aandacht uit kan gaan naar de ‘Goeroe Granth Sahib’, het heilige boek van de sikhs, dat voorin de zaal onder een goudkleurig afdak op een troon ligt. Ernaast zingen en spelen muzikanten op kleine trommels en harmoniums. Iedereen zit op de grond: vrouwen links, mannen rechts, bruid en bruidegom helemaal vooraan.

In ‘de vreugdevolle ceremonie’ gebeurt veel om je ogen op uit te kijken. Zo lopen bruidegom en bruid vier keer onder hymnegezang rond het altaar, waarbij Anuradha de rode sjerp vasthoudt die om Jaidevs zwaard gewonden zit. Na elke schriftlezing wikkelt de voorganger het heilige boek weer voorzichtig in de rijk versierde doeken; ook wuift hij de schrijn meermaals eerbiedig toe met een harige waaier. Aan het einde krijgt iedereen een bolletje zoete pudding, die zojuist naast het altaar is klaargemaakt. En dan zijn Anuradha en Jaidev officieel, voor de Indiase wet en vooral voor elkaar, samengesmeed tot ‘een enkele ziel in twee lichamen’.


Sikhisme

Het sikhisme is rond 1500 in Punjab, in het noorden van India, ontstaan. Het streeft naar de spirituele samensmelting van de mens met de ene almachtige God, die leeft in iedereen, ongeacht religie, ras, kaste of sekse. Anders dan het hindoeïsme is het sikhisme strikt monotheïstisch en beeldloos; het erkent geen kasten en verwerpt veel hindoerituelen als bijgeloof. Ook onderscheidt het zich duidelijk van de islam: mannen en vrouwen hebben er dezelfde rechten in het huwelijk en de eredienst, waarin dus ook vrouwen kunnen voorgaan, al komt dat in de praktijk weinig voor.

Een goede sikh verdient de kost met eerlijk en hard werk, sticht een gezin, probeert niemand te bekeren en stelt zich dienstbaar op. Dat laatste blijkt bijvoorbeeld uit het gebruik dat iedereen (ook niet-sikh) altijd welkom is voor een gratis (vegetarische) maaltijd in de gurdwara, die daarom altijd een enorme keuken en eetzaal heeft.

Sikhmannen herkent u vooral aan hun baard en tulband, waaronder zij hun lange haren verbergen; sikhvrouwen dragen hun haar in het openbaar vaak juist los. De meeste sikhs weigeren zich te scheren of hun haar af te knippen, daar God de mens met haargroei geschapen heeft (nagels knippen mag overigens wel). Maar er zijn ook steeds meer sikhmannen die hun hoofd kaal scheren of – zoals Jaidev – hun baard regelmatig trimmen, al werd hij geacht dat in de laatste weken voor de huwelijksceremonie in de gurdwara achterwege te laten.

Gezichtsluiers voor vrouwen zijn uitdrukkelijk verboden. Wel zijn er buiten India steeds meer jonge vrouwen die besluiten ook een tulband te dragen, hoewel die voor hen niet verplicht is. Sikhvrouwen krijgen bij hun doop de naam ‘Kaur’ (prinses) erbij, de mannen worden dan ‘Singh’ (leeuw), als dat al niet in hun familienaam zat.

Opvallende ontwikkeling: waar in India niemand opkijkt van een interreligieuze huwelijksvoltrekking in een gurdwara, vindt in met name de Britse diaspora een aantal orthodoxe jonge sikhs dat je de viervoudige gang rond het heilige boek alleen mag maken als je allebei sikh bent; gemengd trouwen mag weliswaar, maar niet middels de ‘vreugdevolle ceremonie’ in een gurdwara.

Een vrome sikh bidt en mediteert meermalen per dag, is vegetarisch, rookt niet en drinkt geen alcohol. De leefregels voor gedoopte sikhs zijn streng, wat wellicht verklaart waarom sikhs zich vaak pas op latere leeftijd, na hun pensioen, laten dopen. Op het uitbundige trouwfeest dat Jaidevs familie ’s avonds gaf, werd overigens niet beknibbeld op vlees en drank.

Een verplicht attribuut voor gedoopte sikhs is de ‘kirpan’, een krom dolk dat symbool staat voor de bereidheid om tegen onrecht te vechten. Sikhs zijn vermaarde krijgers; de Britten hadden ze graag in hun legers. In de Tweede Wereldoorlog vochten ze mee in Maastricht en Eindhoven; in Indonesië hebben ze een aantal jappenkampen bevrijd en tijdens de roerige ‘bersiap’-tijd beschermden ze de Nederlandse burgerbevolking tegen woedende Indonesiërs.


Sikhs in Nederland

In Nederland wonen zo’n 15.000 sikhs, die hier sinds de jaren ‘60 vanuit Afghanistan, Pakistan en India kwamen op zoek naar werk of op de vlucht voor de Sovjets, de taliban of de wraakzuchtige aanhangers van Indira Gandhi. Sikhs werken veelal in de textiel- en juwelenhandel of als IT’ers bij multinationals. De Randstad telt inmiddels acht gurdwara’s.

De laatste tijd trekken vrome sikhs vanuit Nederland ook verder naar Groot-Brittannië en Canada, omdat ze daar in overheidsdienst wel een tulband mogen dragen, er minder vaak voor moslim worden aangezien en hopen dat hun kinderen daar minder gepest worden.