Goed en kwaad in de christelijke geschiedenis

Recensie van John Dickson, Schurken en heiligen. Een onverbloemde kijk op goed en kwaad in de geschiedenis van het christendom. Uit het Engels vertaald door Margriet Visser-Slofstra. KokBoekencentrum, 335 blz.

Vier sterren


De schrijver

John Dickson (1967) is een Australische historicus en anglicaans theoloog, die zichzelf beschrijft als ‘openbaar advocaat van het christelijke geloof’. Naast boeken en documentaires {‘voor gelovigen en sceptici’) maakt hij podcasts; ook reist hij de wereld af met leerzame en vermakelijke lezingen over de grote (ethische) vragen van het leven.

De thematiek

Als ‘publiek christen’ raakt Dickson nogal eens verzeild in een debat over de vraag of de mensheid niet beter af zou zijn zonder religie, een stelling waar steeds meer mensen mee instemmen. En inderdaad, de geschiedenis van bijvoorbeeld het christendom kent heel wat huiveringwekkende dieptepunten, waaruit je zou kunnen opmaken dat religie puur gif is. Want som de bloederige feiten maar op: kruistochten, antisemitisme, de vergoelijking van de zwarte slavernij. De moord op de Alexandrijnse filosofe Hypathia in 415, hoe Karel de Grote de heidense Saksen tot ‘bekering’ dwong en de Spaanse inquisitie. Ketter- en heksenvervolging, het proces tegen Galileo en de Dertigjarige Oorlog. Plus de ‘Troubles’ tussen protestanten en katholieken in Noord-Ierland en natuurlijk het schandelijke kindermisbruik binnen met name de katholieke kerk (maar niet alleen daar), dat nog maar pas aan het licht is gekomen.

Ja, er zijn heel wat christelijke schurken die namens God en Jezus de verschrikkelijkste misdaden hebben gepleegd en daar nog prat op gingen ook. Dus is het begrijpelijk dat een modern weldenkend mens niets meer van religie en kerk wil weten. Toch?

Opvallendste stelling

Begrijpelijk, ja. Maar terecht? In een aantal gevallen niet, betoogt Dickson. De gevreesde Spaanse inquisitie bijvoorbeeld heeft inderdaad verspreid over 350 jaar zo’n vijf- tot zesduizend slachtoffers gemaakt en dat zijn er natuurlijk vijf- tot zesduizend te veel. Maar dat is bijna niets in vergelijking met het aantal doden dat in diezelfde periode viel onder het nog veel wredere wereldlijke gezag, of het aantal slachtoffers van atheïstische regimes als dat van Robbespierre (17.000 in nog geen negen maanden), Stalin (15 tot 20 miljoen) of Mao (tussen de 10 en 50 miljoen) en Pol Pot (een kwart van de bevolking).

En waarom denken we nog steeds dat de Dertigjarige Oorlog om religieuze geschillen ging, terwijl de Roomse en Lutherse partijen als het zo uitkwam zij aan zij hun eigen geloofsgenoten de kop insloegen? Waarom zien we over het hoofd dat de beweging ter afschaffing van slavernij zich vooral beriep op het theologische argument dat echt ieder mens naar Gods beeld geschapen is?

Ook wijst Dickson er maar weer eens op dat de Middeleeuwen lang niet zo donker waren als Reformatie en Verlichting ons hebben wijsgemaakt. Sterker nog: vrijwel alle huidige instellingen voor een rechtvaardige, barmhartige en humane samenleving zijn toen bedacht en op poten gezet door christenen die wilden leven naar Jezus’ leer. Zieken- en armenzorg, een fatsoenlijke begrafenis, ook voor vreemdelingen en andersgelovigen, scholen, bibliotheken: de lijst van ‘heiligen’ die zich daar de afgelopen tweeduizend jaar voor in hebben gezet, is zeker zo lang als die van bovengenoemde ‘schurken’.

Mooiste zin

‘Heel wat mensen gaven een prachtige vertolking van de oorspronkelijke melodie van Christus. Heel wat anderen zongen verschrikkelijk vals. Soms ging het om dezelfde mensen die beide deden.’

Redenen om dit boek niet te lezen

Dicksons al lang achterhaalde bewering dat Bonifatius door plaatselijke rovers zou zijn vermoord, doet vrezen voor het wetenschappelijke gehalte van zijn boek. Ook waren niet alle naar ik aanneem grappig bedoelde anekdotes in de overigens zeer vlot geschreven tekst aan mij besteed.

Redenen om dit boek wel te lezen

Dickson verdoezelt niet dat er in de geschiedenis van de kerk veel is gebeurd om je voor te schamen. Maar ook eist hij overtuigend erkenning voor het vaak vergeten feit dat het christendom heel concreet de basis heeft gelegd voor een groot aantal van onze huidige, inmiddels seculiere opvattingen over sociale gerechtigheid. Want op dat deel van de complexe erfenis mag een christen (uiteraard in alle aanbevolen bescheiden- en nederigheid) best wel een beetje trots zijn.


EEN GEREDIGEERDE VERSIE VAN DEZE RECENSIE VERSCHEEN OP 19 APRIL 2023 INlogo Trouw