De schepping was vrouwenwerk

Recensie van Bernard Silvestris, De kosmos geschreven. Een twaalfde-eeuws scheppingsverhaal. Uit het Latijn vertaald door Piet Gerbrandy. Damon, 159 blz.

Drie sterren


Bernard Silvestris, De kosmos geschrevenDe schrijvers

Veel is er niet bekend over Bernard Silvestris, behalve dan dat hij ergens in de twaalfde eeuw leefde en mogelijk als kanunnik aan de kathedraalschool in het Franse Tours werkte. Ook heeft hij zijn ‘Cosmographia’ rond 1147 voorgedragen aan paus Eugenius III, die er geen bezwaar tegen schijnt te hebben gehad.

Zijn vertaler en inleider, Piet Gerbrandy (1958), is naast classicus aan de Universiteit van Amsterdam ook poëziecriticus, (gelauwerd) dichter en vertaler van Boëthius’ Troost in filosofie’. Mede-inleidster Guusje van der Meij is docente Grieks en student-assistent aan de Universiteit Leiden. Lees verder

De koning van alle boekhandelaren

Recensie van ROSS KING, DE BOEKHANDELAAR VAN FLORENCE. OVER DE RENAISSANCE, DE BOEKDRUKKUNST EN DE VERANDERENDE KRACHT VAN IDEEËN. Uit het Engels vertaald door Toon Dohmen. De Bezige Bij, 528 blz.


Beoordeel een boek nooit op zijn kaft, zo leerde George Eliot de mensheid. Wel, met de voorkant van ‘De boekhandelaar van Florence’ is niks mis: die toont weliswaar niet Vespasiano da Bisticci, de hoofdpersoon van het verhaal, maar het portret van de renaissanceschilder Moroni van een geleerde met een boek dekt de lading goed.

Maar dan de achterflap. Word je lekker gemaakt met een Florentijns klooster vol nijvere nonnen die (nee maar!) met hun drukpers zowel Renaissance, Reformatie als Verlichting in gang zouden hebben gezet, moet je tot bladzijde 329 wachten voor ze in beeld komen. Lees verder

Geduldig instemmen met nutteloos lijden

Recensie van Simone Weil, Liefde is licht. Religieuze teksten. Vertaald door Laurent Bastiaens. KokBoekencentrum, 287 blz.

Drie sterren


Kaft WeilDe schrijfster en haar vertaler

Simone Weil (1909-1943) was een linkse, sociaal hoogst sensitieve Franse filosofe uit de intellectuele kringen rond Sartre en De Beauvoir; Albert Camus noemde haar ‘de enige grote geest van onze tijd’. Om zelf het moderne slavenbestaan van de arbeiders te ervaren ging ze in een autofabriek werken; ook vertrok ze in 1936 naar Spanje om in de burgeroorlog tegen Franco te vechten. In 1942 vond ze met haar Joodse familie een veilig onderkomen in New York, maar na een paar maanden besloot ze terug te gaan naar Europa om zich vanuit Engeland nuttig te maken voor het Franse verzet. Vanwege haar zwakke gezondheid kwam daar echter niets van. Lees verder

‘Ik denk in het Oudgrieks’

Interview met Andrea Marcolongo, schrijfster van ‘De geniale taal. Waarom we allemaal van het Grieks moeten houden’ (2018) en ‘De heldenmaat. De mythe van de Argonauten en de moed om lief te hebben’ (2019)


Kaft Geniale taalZe is met haar tweeëndertig jaar verrassend jong voor een gevierd classica. Blauwogig en blond, net als de meeste Griekse godinnen en heldinnen bij Homerus – toch een beetje vreemd als je bedenkt dat de Grieken zelf meestal donker haar hebben. Met op haar enkel een hippe tatoeage van het labyrint van Knossos, waar volgens de mythologie ooit een bloeddorstig monster opgesloten zat, totdat Theseus dat dankzij een verliefde Ariadne wist te verslaan.

De Italiaanse Andrea Marcolongo werd op het gymnasium ook verliefd, maar dan op het Oudgrieks, de taal van Homerus en Plato. Ze schreef er in 2016 een boek over, hoewel al haar vrienden haar voor gek verklaarden. Want wie, buiten misschien twee gespecialiseerde lezers, zou zich nou interesseren voor zo’n ouwe dooie taal? Marcolongo liet zich niet afschrikken en ‘De geniale taal’ werd een bestseller. De teller staat wereldwijd inmiddels op zo’n 500.000 exemplaren met vertalingen in zevenentwintig verschillende talen. Lees verder