Waarom droeg Jackie K. een sluier?

Recensie van Mineke Schipper, ‘Weduwen. Een nooit vertelde geschiedenis’. Prometheus, 248 blz.


Misschien moet je het eerst zelf worden om het te beseffen, maar een flink deel van de wereldbevolking is weduwe. Vrouwen worden immers gemiddeld ouder dan mannen en ze trouwen bijna overal met een man die ietsje tot stukken ouder is. Benijd wordt hun lot zelden, zeker als ze veel van hun partner hielden, iets wat voor weduwnaars natuurlijk evengoed geldt.

Toch denk ik bij het woord weduwe niet alleen aan verdriet en medeleven, maar ook aan zelfstandige en kordate vrouwen als de Weduwe Van Nelle, Joustra en mijn eigen oma, die na de dood van hun man het familiebedrijfje in zware shag en koffie, berenburg respectievelijk thee pas echt deden opbloeien. En wat er ook mag mankeren aan Nederland: we hebben het in het erfrecht en de Algemene nabestaandenwet fatsoenlijk geregeld voor weduwen, waardoor ze niet uit bedelen hoeven. Dat is in grote delen van de rest van de wereld wel anders, zo blijkt uit Mineke Schippers nieuwste boek ‘Weduwen’.

U kent Schipper (1938) wellicht nog van ‘Trouw nooit een vrouw met grote voeten’, een indrukwekkende verzameling van soms hilarische, maar vaak ook vijandige spreekwoorden over het vermeende karakter van met name echtgenotes en (schoon)moeders. Ook over weduwen worden overal ter wereld traditionele ‘waarheden’ gedebiteerd en die zijn zelden aardig bedoeld.

Maar het blijft in ‘Weduwen’ niet bij een aantal veelal verbijsterend domme wijsheden, Schipper heeft zich ook wereldwijd verdiept in allerlei lokale, vaak ongeschreven regels over hoe een weduwe zich hoort te gedragen. Hoe luidruchtig mag (of moet) haar rouwbeklag zijn? Hoe lang moet ze in stemmig zwart of wit gekleed gaan?

Waarom droeg Jacqueline Kennedy bij de begrafenis eigenlijk een gezichtsluier? Was die inderdaad bedoeld om haar tranen te verbergen? Of gaat dat gebruik, zoals Schipper stelt, terug op het magische geloof dat een weduwe zich zo onaantrekkelijk en zo onzichtbaar mogelijk moet maken om haar dode man niet in de verleiding te brengen ’s nachts gevaarlijk te komen spoken?

Minder geinig worden de weetjes als Schipper vertelt over oorden en tijden waar een weduwe naar een eenzaam hutje in het bos wordt verbannen, zich niet mag wassen en met niemand mag praten, tot wel een jaar lang. Nooit meer mag hertrouwen of seks mag hebben, regels die voor weduwnaars bijna overal aanmerkelijk minder streng zijn.

Of juist, zoals de Bijbelse Tamar, overgedaan wordt aan een broer van haar man. Ook nu nog pardoes zonder cent en kinderen het huis uitgezet kan worden door een hebzuchtige schoonfamilie die beweert dat ze haar man vermoord heeft – bewijs maar eens van niet, zonder opleiding en weet van je rechten.

En al eens stilgestaan bij het aantal weduwen onder de slachtoffers van de Europese heksenvervolging? Bij het weerzinwekkende gebruik dat toegewijde echtgenotes geacht werden zich in het crematievuur van hun man te storten? Die gruwel lijkt inmiddels uitgebannen, maar duidelijk is wel: het is in een groot deel van de wereld nog altijd dieptriest gesteld met de rechten en het welzijn van weduwen.

Nee, een hilarisch boek is het dit keer niet geworden; het is het eerder een goed gedocumenteerd pamflet, een vlammende oproep om ook vanuit ons bijna paradijselijke Nederland (toekomstige) weduwen te steunen in hun gevecht tegen extreme armoede. Met onderwijs, microkredieten en structurele aandacht, bijvoorbeeld op de jaarlijkse internationale dag van de weduwe, op 23 juni. Die staat alvast in mijn agenda.


EEN GEREDIGEERDE VERSIE VAN DEZE RECENSIE VERSCHEEN OP 18 FEBRUARI 2023 IN

logo Trouw


Lees ook mijn recensie van Schippers boek uit uit 2019 over Afrikaanse letterkunde