De niet zo korte geschiedenis van het antisemitisme

Recensie van Peter Schäfer, ‘Een korte geschiedenis van het antisemitisme.’ Uit het Duits vertaald door Carolijn Visschers. Prometheus, 336 blz.

4 sterren


De schrijver

Peter Schäfer (1943) is emeritus hoogleraar judaïca aan de Freie Universität in Berlijn en de universiteit in Princeton; de Universiteit Utrecht verleende hem in 1993 een eredoctoraat. In 2014 werd hij directeur van het Joodse Museum in Berlijn; vijf jaar later trad hij terug vanwege zijn kritiek op de verklaring van het Duitse parlement dat de internationale BDS (Boycott, Divestment and Sanctions) tegen Israël antisemitisch zou zijn.

De thematiek

Een korte geschiedenis van het antisemitisme? Bestond die maar. Want Schäfer laat zien dat de diepe haat jegens Joden al zo oud is als de diaspora, waarin ze hun eigen religieuze en culturele gewoonten en rechten naleefden. Dat begon trouwens al ver voor de opkomst van het christendom: het Bijbelboek Ester vertelt immers al over de poging om het Joodse volk uit te roeien. Ook het hellenisme stond over het algemeen zeer vijandig tegenover die buitenissige Joden, met hun vreemde, naamloze en onzichtbare god, de besnijdenis, de sabbat, het verbod op varkensvlees en hun verachting voor de traditionele goden. Dat waren toch geen (beschaafde) mensen? En die horrorverhalen over kannibalistische rituelen moesten toch ergens vandaan komen?

Onder het christendom zou het van kwaad naar nog veel erger gaan en het zaad daarvoor werd gezaaid in het evangeliën van Matteüs, waarin het Joodse volk, inclusief nageslacht, luid en duidelijk de verantwoordelijkheid voor Jezus’ dood op zich zou hebben genomen. Of neem het Johannesevangelie, waarin de duivelse Joden staan voor de duisternis en het vlees tegenover het licht en de geest van de goddelijke Jezus – leest u maar even mee met Schäfer.

En zo loopt de auteur de eeuwen door: van hoe het dogma van de Heilige Drie-eenheid de strikt monotheïstische Joden nog verder de verdomhoek indreef, tot de haatpreken van de ‘goudgebekte’ kerkvader Chrysostomos en (ruim een millennium verder) de geschriften van Maarten Luther. De moordpartijen van de kruisvaarders onderweg naar het Heilige Land, totdat Bernard van Clairvaux die verbood. Dat het vrouwen op straffe des doods verboden werd om zich tot het jodendom te bekeren. Talmoedverbrandingen. Doopdwang. De Spaanse Inquisitie. En al genoten de Joden soms de bescherming van paus of vorst (wiens bezit zij waren): de stemming kon maar zo omslaan als dat de schatkist beter uitkwam of er een zondebok gezocht werd.

Pas met de Verlichting en de Franse Revolutie leek het tij te keren, totdat in de negentiende eeuw de rassenleer werd uitgevonden en het aloude arsenaal aan antisemitische angsten en gruwelsprookjes alleen nog maar verder uitdijde – ik krijg de voorbeelden even niet uit mijn toetsenbord, maar we weten allemaal waar dat in de twintigste eeuw op uit zou draaien.

Opvallendste stelling

En zijn we nu dan eindelijk wijs geworden? Nauwelijks. Het antisemitisme is de wereld nog lang niet uit, gelet op het recente geweld tegen Joodse instellingen en medeburgers, door rechtsextremisten en ook jonge moslims. Schäfer benadrukt daarbij wel dat de islam van huis uit niet anti-Joods is; pas waar de (islamitische) kritiek het bestaansrecht van Israël ontkent, wil hij van antisemitisme spreken.

Centrale zin

‘De joden waren de eeuwige doorn in het vlees van het christendom.’

Redenen om dit boek niet te lezen

Nee, dit is geen gezellig en geruststellend boek. Schäfer wint er geen lapjes om en confronteert zijn lezers in soms nogal straffe zinnen met een geschiedenis om veel van te leren. Wat natuurlijk eigenlijk een aanbeveling is.

Redenen om dit boek wel te lezen

Ik neem aan (hoop) dat de meesten van u de grote lijnen van Schäfers geschiedenis al zullen kennen. Extra interessant wordt het waar hij minder bekende documenten bespreekt, zoals het polemische ‘Toledot Yeshu’, een zelfbewuste, joodse versie uit de late Oudheid van het levensverhaal van Jezus. Of over wat er steekt achter het beeldmotief van de ‘jodenzeug’, waarmee menig Middeleeuwse kerk en onlangs zelfs de Kunstexpo Documenta in Kassel werd opgesierd. Dat zou zelfs Thierry Baudet toch aan het denken moeten zetten.


EEN GEREDIGEERDE VERSIE VAN DEZE RECENSIE VERSCHEEN OP 24 AUGUSTUS 2022 INlogo Trouw


Lees bijvoorbeeld ook dit bericht over een omstreden kunstwerk op de Documenta in Kassel.

Of mijn recensies van Ludo Abichts ‘De eeuwige kop van jood’ (4 september 2019), Bart Wallets ‘Christendom en antisemitisme’ (4 oktober 2017) en mijn interview met Ewoud Sanders over jodenbekering in kinderboeken (8 maart 2017).