Haten om het geloof

Bespreking van Paul Hedges, Religious Hatred. Prejudice, Islamophobia, and Antisemitism in Global Context. Bloomsbury, 297 blz.


Geen geloof dat de vrede niet zegt te dienen. Toch wordt er heel wat afgehaat als het om religie gaat: wie niet de juiste, dominante leer aanhangt, loopt het risico te worden bespot, geminacht, achtergesteld, buitengesloten of verjaagd. Prooi te worden van ‘heropvoeding’, pogroms en genocide – zelfs na de Holocaust lijkt de mensheid nog niet veel wijzer te zijn geworden.

De Britse religiewetenschapper Paul Hedges analyseert in ‘Religious Hatred’ hoe en waardoor het soms zo gruwelijk uit de hand loopt, zoals toen met Auschwitz. En hoe staat de wereld er nu bij? Neemt de religieuze haat weer toe? Zijn de moslims de nieuwe Joden? Vijf vragen.

1. Hoe ontstaat religieuze haat?

Goede vraag. Maar voor een antwoord daarop moeten we eerst uitzoomen naar de algemenere vraag waardoor mensen zo’n hekel aan een groep anderen kunnen krijgen, dat die anderen weg of zelfs dood moeten. Vooropgesteld: op zich is het heel natuurlijk om vreemdelingen in eerste instantie te wantrouwen: je weet immers niet meteen hoe die het met je voor hebben. En om dat snel in te schatten grijpt de mens van oudsher terug op vooroordelen en generalisaties over (ik noem maar wat) mensen met zweren, blauwe of zwarte ogen of veel of geen haren op hun kin.

Destructief wordt het pas als we vervolgens stug weigeren op zo’n eerste oordeel terug te komen, hele bevolkingsgroepen stigmatiseren en in ‘wij’ en ‘zij’ gaan denken. Waarbij ‘wij’ vanzelfsprekend normale en in principe eerlijke, dappere, beschaafde, redelijke, fatsoenlijke, eigentijdse, sociale, gezellige en schone, kortweg ‘menselijke’ individuen zijn, terwijl ‘zij’ stereotiepe elementen zijn van een vreemd, achterbaks, immoreel, barbaars, agressief, wreed, achterlijk, dom, laf en onrein collectief.

En als ‘wij’ ons dan door ‘hen’ ook nog eens geprovoceerd of bedreigd voelen in de heilige essentie van onze identiteit en onze ideeën over hoe de wereld bedoeld is, dan ligt de weg open voor de kosmische strijd tussen goed en kwaad, tegen Satan en het ‘ongedierte’ – want van (mede)menselijkheid is dan al gauw geen sprake meer.

2. Is antisemitisme religieuze haat?

Strikt genomen was de Holocaust geen geval van religieuze haat: het nazisme was immers geen godsdienst in de gebruikelijke zin van het woord en de Joden (en Roma) werden niet bijna uitgeroeid om hun geloof, maar om hun ‘ras’ en ‘bloed’.

Toch kan niet ontkend worden dat de anti-joodse christelijke leer door de eeuwen heen een stevige basis hiervoor heeft gelegd, met Bijbelteksten dat ‘de Joden’ Christus hebben vermoord, scheldpreken van kerkvader Chrysostomos en fabels over rituele kindermoorden. Met pogroms tijdens de kruistochten en Luthers oproep om ter ere van God synagogen in brand te steken – de Europese kerkgeschiedenis telt heel wat bloedrode bladzijden, hoewel er ook steeds weer christenen waren die het juist vanuit hun geloof wel op durfden te nemen voor hun Joodse medemensen.

Een andere giftige bodem voor het moderne antisemitisme waren in de negentiende eeuw de rassentheorie en de politieke dynamiek van de natiestaat, die uitgaat van het idee dat land en volk een homogeen ‘wij’ vormen, met een eigen en onvervreemdbare culturele identiteit en moraal. Rampspoed moest binnen dat verhaal wel van buiten komen en een ‘internationale’, lokaal weerloze minderheid als de Joden in de diaspora was dus een ideale zondebok.

Maar hoe zit het dan met het huidige, ‘nieuwe’ antisemitisme? Gaan ook bijvoorbeeld de haat en gewelddadige acties tegen Israël en Joodse burgers terug op oude, diepgaande theologische geschillen tussen islam en jodendom? Nauwelijks, concludeert Hedges. Weliswaar hangen de joden (en christenen) in islamitische ogen een achterhaalde leer aan omdat ze Mohammed niet als profeet erkennen, maar de geschiedenis van joodse minderheden als ‘mensen van het boek’ in islamitische landen schijnt tot voor kort toch aanmerkelijk minder bloedig te zijn geweest dan die in het christelijke Europa, ook al bleven ze (met de christenen) als ‘dhimmi’ slechts tweederangsburgers.

3. Is islamofobie het nieuwe antisemitisme?

Ja en nee. Ja, omdat veel van de kwalijke eigenschappen die ‘wij’ tot diep in de vorige eeuw aan ‘de Joden’ toeschreven, nu ook op ‘de moslims’ geplakt worden, waarbij de kritiek op hun religieuze dwalingen niet zelden wordt aangelengd met een flinke scheut racisme.

En net als met bijvoorbeeld de beruchte Dreyfus-affaire wordt nogal eens getwijfeld aan hun betrouwbaarheid als staatsburger, met hun vaak dubbele paspoorten en loyaliteit aan de ‘oemma’, de wereldwijde islamitische gemeenschap. Ook nemen ze, net als de orthodoxe joden, in christelijke en seculiere ogen hun religieuze wetten veel te letterlijk, waardoor ze zijn blijven steken in ‘barbaarse’ tradities als jongensbesnijdenis en rituele slacht.

Maar nee, het is bepaald niet zo dat de islamofobie het antisemitisme heeft afgelost: de Joden worden nog altijd zwaar beschimpt en de complottheorieën over hun vermeende streven naar de wereldmacht zijn nog steeds akelig populair in zowel sommige islamitische als in rechtsradicale kringen, waarin de haat tegen Joden trouwens vaak moeiteloos samengaat met die tegen moslims en andere vreemdelingen.

Het begrip ‘islamofobie’ is overigens omstreden, omdat ‘fobie’ suggereert dat het altijd een irrationele en overtrokken angst zou betreffen. Maar misschien zegt het vooral iets over het succes waarmee het inderdaad angstaanjagend bedoelde terrorisme van Bin Laden en IS zich in de taal heeft ingevreten, waarbij dan even geen rekening wordt gehouden met het feit dat de islamitische bevolking van landen als Irak, Syrië en Afghanistan zelf nog het meeste van die terreur te vrezen hebben.

4. Is religieuze haat een typisch Europees of monotheïstisch verschijnsel?

Nee. Europa heeft op het gebied van de geloofsvervolging weliswaar een zwaar belast verleden, maar vrijwel elke verovering en oorlog uit de wereldgeschiedenis beroept zich wel op een hogere, ‘heilige’ aanleiding of reden, ook als er welbeschouwd vooral economische of politieke belangen spelen.

En dat kan eeuwen later nog tot rancune en nieuw geweld leiden. Zoals in India, waar hindoenationalisten moslims nog steeds de tirannie van sommige Moghul-heersers uit de zestiende eeuw aanwrijven. Zelfs het boeddhisme maakt zijn vredelievende reputatie lang niet altijd waar, zoals in de jaren ’90 op Sri Lanka in de strijd tegen de overwegend hindoestaanse Tamils of in het huidige etnisch-religieuze geweld tegen de Rohingya in Myanmar.

Voor een verklaring daarvan trekt Hedges de kolonialismekaart. Met name de Britten zouden met de export van de Europese natiestaat naar het gigantisch grote en cultureel diverse India de religieuze tegenstellingen daar flink hebben aangewakkerd. Dat zou uiteindelijk ten koste gaan van de ‘uitheemse’ islamitische en ook christelijke minderheid, aan wier vervolging Hedges in ook landen als Noord-Korea, Afghanistan en Iran helaas geen aandacht besteedt.

Maar de conclusie is helder: Joden, christenen, Oeigoeren, hindoes, boeddhisten, animisten, atheïsten enz. enz. – iedereen blijkt overal slachtoffer (en dader) te kunnen worden van religieuze haat.

5. Wat valt er tegen religieuze haat te doen?

Gezien de lange geschiedenis van het verschijnsel en de huidige vluchtelingstromen en polarisatie, zou je verzuchten dat er maar weinig te doen valt tegen religieuze haat. Toch waren en zijn er gelukkig ook steeds weer tijden en plaatsen waar ook minderheden veilig over straat kunnen en overheden en/of medeburgers hun rechten beschermen en respecteren.

Daarnaast is er sinds 1945 al menig juridisch doordacht internationaal document opgesteld om dit te garanderen, al is de erkenning en naleving daarvan vaak weer een ander verhaal. Tip van Hedges: neem een voorbeeld aan hoe resoluut het multireligieuze Singapore haatpredikers aanpakt. En lees wat denkers als Emmanuel Levinas te vertellen hebben over hoe we elkaar kunnen ontmoeten en onbevooroordeeld het gezicht van de Ander kunnen zien.

En laat u vooral niet ophitsen door wij-zij-denken. Nee, daarmee is niet elke maatschappelijke controverse beslecht over de rechten van vrouwen, seksualiteit en of en hoe je een dier mag slachten. Maar het is wel een hoognodig begin.


EEN GEREDIGEERDE VERSIE VAN DIT ARTIKEL VERSCHEEN OP 14 MAART 2023 IN

logo Trouw