Van Babylon en de zee

Safiya Sinclair, Hoe je Babylon zegt. Een memoir. Uit het Engels vertaald door Lisette van Eijk en Fannah Palmer. Podium, 464 blz., € 24,99

Vier sterren


De schrijfster

Dichteres Safiya Sinclair werd in 1984 geboren in een Jamaicaans vissersdorpje, in een rastafa-familie. Ze studeerde poëzie en literatuur in de Verenigde Staten en won verschillende grote prijzen met haar bundel ‘Cannibal’ (2016), waarmee ze onder meer optrad bij Poetry International in Rotterdam. Momenteel is ze aan de universiteit van Arizona hoofddocent Creatief schrijven.

De thematiek

Rasta. Weet u nog? Een halve eeuw geleden hoorde je er regelmatig over. Het kwam van Jamaica en was iets met reggea, Bob Marley, dreadlocks en blowen. De spirituele kant ervan is me indertijd ontgaan, vooral omdat de muziek mij te sloom was. Lees verder

Waarom droeg Jackie K. een sluier?

Recensie van Mineke Schipper, ‘Weduwen. Een nooit vertelde geschiedenis’. Prometheus, 248 blz.


Misschien moet je het eerst zelf worden om het te beseffen, maar een flink deel van de wereldbevolking is weduwe. Vrouwen worden immers gemiddeld ouder dan mannen en ze trouwen bijna overal met een man die ietsje tot stukken ouder is. Benijd wordt hun lot zelden, zeker als ze veel van hun partner hielden, iets wat voor weduwnaars natuurlijk evengoed geldt.

Toch denk ik bij het woord weduwe niet alleen aan verdriet en medeleven, maar ook aan zelfstandige en kordate vrouwen als de Weduwe Van Nelle, Joustra en mijn eigen oma, die na de dood van hun man het familiebedrijfje in zware shag en koffie, berenburg respectievelijk thee pas echt deden opbloeien. Lees verder

Geschrapte Middeleeuwse heldinnen

Recensie van Janina Ramirez, ‘Femina. Een nieuwe geschiedenis van de Middeleeuwen, via de vrouwen die daaruit zijn geschrapt.’ Uit het Engels vertaald door Mario Molegraaf. Prometheus, 429 blz.


Niets zo veranderlijk als de geschiedenis. Altijd begrepen dat de plunderende Vikingen gehoornde helmen droegen, blijkt dat een verzinsel te zijn van de man die in 1878 de kostuums ontwierp voor Wagners Der Ring des Nibelungen: de Noormannen zouden wel gek zijn om met zulke gevaarlijke uitsteeksels op hun hersenpan uit vechten te gaan, zo blijkt uit alle grafvondsten uit hun tijd. Maar ja, zie zo’n vastgebakken beeld er maar eens uit te krijgen bij de striptekenaars en verkleedwinkels. Nu zal geen mens last hebben van deze historische pekelzonde. Maar de ontdekking die een weetgierige Zweedse archeologe een paar jaar terug deed in een grafkamer uit de tiende eeuw, zou het gangbare beeld van de Middeleeuwen toch op z’n kop moeten zetten, ook omdat dat zoveel onthult over de arrogantie van onze eigen tijd. Lees verder

En dan nu het verhaal van de Griekse vrouwen

Recensie van Natalie Haynes, De kruik van Pandora. Vrouwen in Griekse mythen. Uit het Engels vertaald door Henny Corver en Frits van der Waa. Meulenhoff, 376 blz.


Het klassieke Griekenland mag dan de bakermat van de democratie zijn: voor vrouwen (en slaven) waren het barre tijden. Fatsoenlijk vrouwen hoorden binnen te blijven, onzichtbaar voor het oog van vreemde mannen, want stel je voor dat ze zwanger zouden raken van een ander. Toch spelen ze als godinnen een vaak bijzonder actieve rol in de mythologie: zonder Athenes hulp was Odysseus nooit thuisgekomen en tegen de macht van liefdesgodin Afrodite was zelfs oppergod Zeus niet opgewassen. Ook in het klassieke theater kwamen heel wat vrouwen voor, zij het dat hun rollen toen vertolkt werden door mannen en de tribune verboden gebied was voor wat Hesiodos het ‘dodelijke ras der vrouwen’ noemde. Lees verder

Waar zijn de tanden van Mohammed gebleven?

Recensie van Robbert van Lanschot, De tand van de Profeet. Verhalen uit het islamitische labyrint. Balans, 372 blz.

Drie sterren


De schrijver

Robbert van Lanschot (1949) was diplomaat in onder meer Eritrea, Bosnië en Irak; tegenwoordig is hij schrijver en journalist, gespecialiseerd in het Midden-Oosten. In 2010 verkende hij in ‘Café Mogadishu’ het islamitische leven in Nederland, inclusief de verontrustende kanten daaraan. Ook was hij medeproducent van de documentaire ‘Afrikaanse bruid’ (2019), over een gepensioneerde Belgische sekstoerist in Kenia. Lees verder

Een googelaar vindt altijd wat

Recensie van Florette Dijkstra, Verdwenen levens. Op zoek naar een alpinist, een geniaal gen, een partizane en een stel voortvluchtigen. Querido, 261 blz.


En toen moesten we in maart 2020 opeens binnen blijven, met de verhalenbundel ‘Verdwenen levens’ als gevolg. Want daardoor had beeldend kunstenaar en schrijver Florette Dijkstra (1963) eindelijk de tijd om op internet onderzoek te doen naar het verschijnsel colofon, die pagina in elk boek met dat saaie rijtje technische gegevens. Blijkt dat woord te komen van een stad in Griekenland (nu Turkije), waar de dichter Antimachus als eerste ter wereld de liefde voor een vrouw bezong. Althans volgens een postuum verschenen boek uit 1896 van ene Edward Benecke, kleinzoon van de componist Felix Mendelssohn. Edward verdween met zijn vaste klimmaat op 16 juli 1895 spoorloos in de Zwitserse Alpen, met een aanzienlijke geldsom op zak. Lees verder

Lofzang op de Romeinse vrouw

Recensie van Plinius, Mijn lieve Calpurnia. Romeinse vrouwenportretten. Vertaald en toegelicht door Vincent Hunink, ingeleid door Emily Hemelrijk. Athenaeum – Polak & Van Gennep, 103 blz.


Een smachtende minnaar die wakker ligt met het beeld van zijn geliefde voor ogen. Wiens voeten hem naar haar slaapkamer voeren, ook al weet hij dat ze de stad uit is. Waardoor hij voor een dichte deur staat en zich toch een beetje afgewezen voelt. Zich dan maar op zijn werk stort, in de hoop dat dat enorme gemis aan zijn liefste tot rust brengt. Haar hartstochtelijke brieven schrijft, waarin hij haar smeekt hem elke dag terug te schrijven. Roerend. Maar niet bijzonder, zult u zeggen. De mensheid zal niet gauw ten onder gaan aan een gebrek aan liefdespost.

Toch zijn geen alledaagse liefdesbrieven die de Romeinse schrijver en politicus Plinius de Jongere in het jaar 107 aan zijn echtgenote Calpurnia schreef, toen zij na een miskraam de zomer in een villa in Campania doorbracht om weer wat op gewicht te komen. Lees verder

‘Was ik maar nooit naar Frankrijk teruggekeerd!’

Recensie van Joris Verbeurgt, Weldra zal ik onder de guillotine liggen. Grace Elliott – ooggetuige van de Franse Revolutie. Vrijdag, 256 blz.


Kaft ElliottDe Schotse advocatendochter Grace Dalrymple Elliott (1754-1823) zou het niet slecht doen in een historische avonturenroman van de Golons, u weet wel, van die ontembare Angélique, die furore maakte aan het hof van de Zonnekoning. Grace is opvallend mooi, kan geestig converseren en wordt op haar 17e uitgehuwelijkt aan een schatrijke, twintig jarig oudere Londense society-arts. Drie jaar later sneuvelt het huwelijk na een scandaleuze affaire met een knappe, eveneens getrouwde burggraaf en ligt Grace’ reputatie aan flarden – haar geliefde moet van de rechter de bedrogen dokter het gigantische bedrag van 12.000 pond betalen bij wijze van ‘morele schadevergoeding’ en zelfs haar familie wil niets meer van haar weten.

Waarop ze een riante carrière begint als professioneel maîtresse van onder meer een jongere broer van de Franse koning en, terug in Engeland, de Engelse kroonprins en vader (hij ontkent) van haar dochter. Lees verder

De vrijheid van de Brabantse stadsvrouwen

Recensie van Jelle Haemers, Andrea Bardyn en Chanelle Delameillieure (red.), Wijvenwereld. Vrouwen in de middeleeuwse stad. Vrijdag, 271 blz.


Kaft WijvenwereldDe Middeleeuwen, dat waren nog eens duistere tijden. En dan vooral voor vrouwen, die er als erfgename van Eva immers voortdurend op uit waren mannen ten gronde te richten, zo waarschuwde rond 1530 de schrijver van ‘Dat bedroch der vrouwen’ maar weer eens. Vandaar dus dat de man de broek aan moest hebben, ook in huis. Toegegeven, er waren ook dames met macht: gravin Ada, Jacoba van Beieren, Maria van Bourgondië, al waren die vaak tweede keus, bij gebrek aan mannelijke troonopvolgers. Ook op religieus gebied hebben enkele middeleeuwse vrouwen de geschiedenisboekjes gehaald, zoals Hadewijch en Lidwina van Schiedam.

Schrale pap?

Maar hoe zat het met de macht en rechten van de gewone, onbekende poortervrouw? Had zij nog een vinger in de schrale pap, waarin ze, zo wil het beeld, de hele dag thuis moeizaam stond te roeren? Had zij wat te willen als het op trouwen of seks aankwam of moest ze alles maar lijdzaam ondergaan? Kon ze een eigen inkomen hebben? Hoe zag de middeleeuwse ‘wijvenwereld’ er uit? Lees verder

Het lag altijd aan het vrouwenlichaam

Interview met Deborah Feldman, schrijfster van ‘ONORTHODOX. DE SCHOKKENDE BREUK MET MIJN ROOTS’, De Geus; 226 blz.


Kaft FeldmanDeborah Feldman (1986) groeide op in de joods-orthodoxe Satmar-gemeenschap in New York. Haar moeder maakte zich ervan los toen Deborah nog klein was; haar orthodoxe grootouders namen de opvoeding over.

In het onlangs vertaalde ‘Onorthodox’ (2012) vertelt Deborah het verhaal van haar jeugd in deze geïsoleerde gemeenschap, waarin heel veel moest en nog meer niet mocht, vooral als je een meisje was. Als dochter van een ‘slechte’ moeder werd ze extra strak gehouden, zeker toen ze verdacht veel belangstelling kreeg voor de Engelse taal, in een wereld waarin alleen maar Jiddisch gesproken mocht worden. Op haar zeventiende arrangeerde haar familie een huwelijk voor haar met een geloofsgenoot die haar wel aardig leek, maar die net als zijzelf van toeten noch blazen wist – ze hoorde pas vlak voor de trouwerij dat ze een vagina had. Lees verder